Het zojuist gesloten pensioenakkoord stelt zich ten doel om het Nederlandse pensioenstelsel toekomstbestendig te maken. Maar wat er in feite gebeurt heeft meer weg van de bekende oplichterstruc ‘balletje balletje’: huidige en aanstaande gepensioneerden krijgen een mooi pensioen met goede indexatiekans ten koste van jongere generaties, voor wie weinig tot niets dreigt over te blijven, waarschuwt pensioendeskundige Theo Kocken.
Het huidige akkoord wil nominale zekerheid inruilen voor de kans op indexatie, en financiële tegenslagen spreiden in plaats van direct afrekenen. Daardoor kunnen de gepensioneerden van nu en morgen hun pensioen behouden met een goede kans op indexatie, maar de kans op een goed pensioen voor de generatie van overmorgen wordt wel danig uitgehold.
En dat terwijl oudere generaties daar helemaal niet om vragen: “Van der Kolk van FNV Bondgenoten stelt terecht dat ouderen liever een stuk zekerheid houden, ook als dat ten koste gaat van indexatiekwaliteit. Het nieuwe akkoord schrijft weliswaar niet voor dat die nominale zekerheid moet worden opgegeven, maar de weg naar nul zekerheid en een kans op een heel hoog of een heel laag pensioen wordt wel als voorkeur gegeven,” zegt Kocken. “Daarbij wordt dus geen rekening gehouden met wat deelnemers echt willen.”
Dat is nog niet het ergste. “Waar het echt een schande wordt, is het voorstel om een collectieve pot geld – die dus evenredig naar ingelegd geld ten goede moet komen aan jong en oud – op zo’n manier te gaan verdisconteren dat het lijkt alsof er meer overschot in kas is. Volgens het akkoord is het namelijk de bedoeling om de waarde van de pensioenpot te gaan berekenen op basis van de verwachte rendementen op beleggingen. Met zo’n berekeningswijze lijkt het alsof de betalingsverplichtingen van het pensioenfonds lager zijn dan in werkelijkheid het geval is,” aldus Kocken.
“Een pensioenfonds dat feitelijk net genoeg geld heeft om nu een nominaal pensioen te betalen, lijkt dan opeens een enorm overschot te hebben. Dat papieren overschot geeft dan aanleiding direct vol te indexeren, waardoor het fonds geld aan de huidige generatie gepensioneerden uitgeeft dat eigenlijk voor de volgende generatie was bedoeld. Want dat overschot is er niet echt. Het is een cosmetische truc.”
In het pensioenakkoord tussen werkgevers en werknemers zijn jongeren sowieso de klos, omdat zij moeten opdraaien voor een hogere AOW, zegt Kocken: “In de komende drie decennia zullen de kosten van de AOW, op te hoesten door steeds minder werkenden, door de vergrijzing bijna verdubbelen, dus een versobering lijkt op zijn plaats. In plaats daarvan voorziet dit akkoord in een verhoging van de AOW. Die wordt opgebracht door de jongere generaties, die bovendien rekening moeten houden met een onvermijdelijke versobering na 2030.”
Als jongeren in de eerste pijler al zo hard worden geraakt, is het niet fair om ze in de tweede pijler nog een keer te pakken: “We moeten in de tweede pijler heel voorzichtig zijn met intergenerationele verdeling. Twee keer benadelen van jongeren kan echt niet. Helaas is dat wel wat er gebeurt als het aan de Star ligt.”
Voor de tweede pijler komt het nieuwe pensioenakkoord keihard neer op diefstal. “Bij een gemiddeld pensioenfonds haal je onder dit akkoord in waardetermen 20 % bij de jongeren weg en je geeft dit aan de ouderen, die er een kleine 10% in waarde bij krijgen,” zegt Kocken.
“Voor heel rijpe pensioenfondsen met gemiddeld veel oudere werknemers, loopt dit verlies voor jongeren op tot boven de 30%.”
"Berekeningen op basis van verwachte rendementen mogen niet worden gebruikt om geld te toveren dat niet bestaat en dat vervolgens wel uit te delen. Dat er in het Star-akkoord wordt beweerd dat er dan een betere indexatiekwaliteit resulteert, is een farce. Er wordt een oneerlijkere verdeling gegenereerd, waarbij uiteindelijk substantieel minder overblijft voor actieven.”
Een collectief fonds hoort eerlijk te worden verdeeld. “Het is van de zotte dat we schande spreken over de Griekse staatsaccounting terwijl we hier de tweede pijler met nog grotere cijfers willen oppoetsen,” vindt hij.
“In de Verenigde Staten is deze misleidende berekeningswijze jarenlang gebruikt bij ambtenarenpensioenfondsen. Daar komt men er nu van terug, omdat is gebleken dat de rekenmethode een volkomen foutief beeld gaf van de financiële situatie van pensioenfondsen. Daar is men er door schade en schande achter gekomen dat de staatspensioenfondsen tussen 2020 en 2025 geheel of grotendeels leeg raken, doordat er teveel wordt uitgekeerd en te weinig binnenkomt. Dat is een tragedie die niet meer te corrigeren is. Een drama dat we hier natuurlijk niet mogen toelaten. Nu niet en nooit.”