PGGM ziet ook in dat polderen vaak prutsen is. Briljant, nominale rentegevoeligheid reële contract groter dan bij nominale contract!
‘Pensioenvoorstel gaat helemaal verkeerde kant op’
Donderdag 5 september 04:39
Het kabinet slaat de plank toch nog mis met de nieuwe pensioenregels. De plannen waren goed, maar in de finale lijkt de regering de verkeerde route te nemen. Dat stelt Jan Tamerus, actuaris bij pensioenbelegger PGGM en pensioenadviseur van de vakcentrale MHP.
Deze week loopt de consultatie van de nieuwe pensioenwet af. ‘Als een duveltje uit een doosje is er ineens een tussenvorm in het wetsvoorstel. Terwijl het idee juist was dat pensioenfondsen een heldere keuze moesten maken: of nominale zekerheid, maar dan ook zwaardere buffers. Of indexatie, maar dan wel minder zekerheid. Daardoor zouden deelnemers beter weten waar ze aan toe zijn. Met zo’n mengvorm is die transparantie weer van de baan. Dan ben je dus feitelijk niets opgeschoten’, zegt Tamerus, die namens de werknemers onderhandelaar was bij het pensioenakkoord.
De actuaris doelt op het verrassende voorstel van staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken in het consultatiedocument om elementen van het nieuwe reële pensioencontract op te nemen in het nominale contract. Concreet wil ze het spreiden van schokken over tien jaar, nu ook in het nominale contract stoppen. Hierdoor krijgen fondsen iets meer ruimte om risico’s te nemen.‘Deze beweging betreur ik zeer. Ze heeft het lang volgehouden op de strikte lijn, maar op het laatst is ze toch door de knieën gegaan.’
De actuaris is niet alleen kritisch over deze mengvorm. Hij kan zich ook allerminst vinden in Klijnsma’s uitwerking van het reële contract. Dit is pijnlijk, want Tamerus was juist een voorstander. Hij adviseert vanuit PGGM het pensioenfonds Zorg en Welzijn. Dit fonds heeft mede op zijn aanraden al in een vroeg stadium de voorkeur uitgesproken voor het reële contract, waarin harder wordt ingezet op een waardevast pensioen. Nu Tamerus het uiteindelijke voorstel ziet weet hij niet of Zorg en Welzijn nog moet overstappen. Vooral de gekozen rekenrente is hem een doorn in het oog. Aan de hand van de rekenrente berekent een pensioenfonds hoeveel geld het moet aanhouden om de pensioenen straks te kunnen betalen. ‘Als een fonds met de rentevoet uit het voorstel instapt gebeuren er ongelukken’, aldus Tamerus.
Wat is er dan mis mee?
‘De rekenrente blijft meebewegen met de nominale markt, terwijl die reëel zou moeten zijn. In het nieuwe contract beloof je namelijk geen nominale zekerheid meer, maar ga je uit van reële verplichtingen. Klijnsma heeft kunstmatig een soort reële rente gemaakt door een vaste inflatieafslag op de nominale rente te zetten. De facto is dit nog steeds de nominale marktrente, daardoor blijft sprake van een nominaal renterisico. Dit wordt zelfs groter, doordat de rentevoet een stuk lager wordt door de inflatieafslag.’
Hoe zou het dan moeten?
‘Het beste is om uit te gaan van een reële rentecurve, oftewel een curve gebaseerd op inflatiegerelateerde producten. Die markt is echter klein en Klijnsma vindt dat die daarom te gevoelig is. Een alternatief zou de stabiliserende discontovoet zijn, waar de Sociaal Economische Raad nu aan werkt. Bij die rente worden de pieken en dalen wat afgevlakt. Zowel het nominale renterisico als de volatiliteit ben je dan voor een belangrijk deel kwijt.’
Komt het er niet op neer dat de rekenrente omhoog moet?
‘Nee, dat is niet het punt. Het gaat erom dat de rekenrente aansluit bij de filosofie van het nieuwe contract. Als je besluit in Engeland te gaan autorijden, moet je ook niet rechts gaan rijden.’
Er is ook veel kritiek op de premieberekening in het voorstel.
‘Ja, de premie kan straks elke vijf jaar anders worden, omdat ze meebeweegt met de rente. Pensioenfondsen lopen te hoop tegen die beweeglijkheid. Dat is niet werkbaar aan cao-tafels en niet uit te leggen aan de deelnemers. Klijnsma moet dat echt aanpassen, anders is het systeem niet houdbaar.’
Wat wilt u verder anders?
‘Op de rekenrente in het reële contract komt straks een risico-opslag. Ik vind dat die opslag gekoppeld moet zijn aan de specifieke beleggingsmix van een fonds die past bij de ambitie. Die ambitie moet lager kunnen zijn dan de voorgeschreven volledige prijsindexatie, maar dan ook een lagere opslag.’
Maar dan kan een fonds toch via zijn beleggingsmix zijn dekkingsgraad manipuleren?
‘Ja, het risico ontstaat dat fondsen dan gaan smokkelen. We werken nu aan een voorstel waarbij dit smokkelen niet meer mogelijk is.’