dinsdag 13 maart 2007 20:30
(Novum/AP) - Iran is woedend omdat Rusland weigert de brandstof te leveren voor zijn eerste in aanbouw zijnde kerncentrale. Rusland houdt vol dat Iran een betalingsachterstand heeft opgelopen, maar waarschijnlijk gaat de kwestie in werkelijkheid om iets anders. De onenigheid over de centrale bij Bushehr wijst er mogelijk op dat het bondgenootschap dat Iran heeft beschermd tegen harde VN-sancties, ten einde komt.
De vertraging van de geplande opening van de centrale in september is een pijnlijke nederlaag voor Iran. Het land hoopte dat het na de opening sterker zou staan bij de onderhandelingen met de Verenigde Naties over zijn atoomprogramma. Waarschijnlijk schadelijker voor Iran is de verslechtering van de betrekkingen met Rusland, dat samen met China lang de Amerikaanse en Europese pogingen om Teheran hard aan te pakken - vanwege zijn weigering om zijn uraniumverrijkingsprogramma te staken - heeft tegengewerkt. Volgens het Non-proliferatieverdrag heeft Iran overigens het recht om uranium te verrijken.
De VS en hun bondgenoten beschuldigen Iran ervan atoomwapens te ontwikkelen. Iran zegt slechts vredelievende bedoelingen te hebben met zijn atoomprogramma: zoals het opwekken van elektriciteit. De VN legde Iran eind vorig jaar beperkte sancties op, voor het blijven verrijken van uranium ondanks een verbod. De substantie is zowel nodig voor energieopwekking als, in hoogverrijkte vorm, voor de productie van atoomwapens.
Rusland maakte maandag in ongebruikelijk harde taal duidelijk dat het genoeg heeft van de tegenwerkingen van Iran. Russische persbureaus haalden een niet bij name genoemde regeringsbron aan die waarschuwde dat Moskou zijn beschermende hand boven Teheran wegtrekt als het zich niet meer aantrekt van de VN. Iran heeft de positieve houding van Rusland misbruikt en Rusland is niet van plan om 'anti-Amerikaanse spelletjes te spelen' met het land, aldus de betrouwbaar geachte bron.
China, de VS, Rusland en Europa overleggen momenteel over nieuwe sancties tegen Iran, aangezien het land vorige maand een deadline om zijn verrijkingsprogramma te stoppen naast zich heeft neergelegd. Mogelijke sancties zijn een wapenembargo, een reisverbod en het bevriezen van tegoeden van meer Iraanse bedrijven. In een poging de dreiging van sancties af te wenden, zei de Iraanse minister van buitenlandse zaken Manouchehr Mottaki dinsdag in Genève dat Teheran bereid is de verrijking op te schorten als de Veiligheidsraad de kwestie niet behandelt.
Rusland en Iran tekenden in 1995 een contract van een miljard dollar voor de bouw van de kerncentrale bij het Zuid-Iraanse Bushehr. In 1999 had de bouw voltooid moeten zijn, maar er volgde vertraging op vertraging. De bouw is voor 95 procent voltooid en als Rusland brandstof zou leveren dan kan de centrale in september in gebruik genomen worden, aldus Iran. Rusland houdt echter vol dat Iran sinds januari heeft verzuimd om de maandelijkse termijn van 25 miljoen dollar over te maken. Iran ontkent dit en claimt bankdocumenten te hebben die dit bewijzen.
De Iraanse parlementariër Kazem Jalali gelooft dat de vertraging een teken van Rusland is dat het de westerse machten te vriend zal houden. De Russische analist Aleksandr Konovalov, van het Moskouse Instituut voor Strategische Evaluatie, zei dat het Kremlin zich waarschijnlijk heeft gerealiseerd dat het belangrijker is om te verhinderen dat Iran atoomwapens krijgt dan om goede betrekkingen en handelsrelaties met het land van president Mahmoud Ahmadinejad te onderhouden.