Tot 5 jaar cel geëist voor beleggingsfraude
8 dec 2009, 15:26 uur
AMSTERDAM (AFN) - Van begin af aan was het de bedoeling beleggers veel geld afhandig te maken. Met glanzende brochures, tv-reclames en kantoren op chique locaties wilden de mensen achter Golden Sun en Royal Dubai vertrouwen kweken waardoor beleggers zouden instappen en zij er met hun geld vandoor konden gaan. Dat betoogde het Openbaar Ministerie (OM) dinsdag voor de rechtbank in Amsterdam, waar de twee aanklagers E. Visser en M. Dontje gevangenisstraffen eisten tot vijf jaar.
Wat het OM betreft behoren Mirko van O., Daan B., Olav B. en Marc de B. eigenlijk allevier dezelfde straf te krijgen, namelijk vijf jaar cel. Maar omdat een eerdere veroordeling van Marc de B. pas definitief is geworden, toen hij al werd verdacht van oplichting in de affaire-Golden Sun, moest het OM daar rekening mee houden in zijn eis. Die komt neer op 4,5 jaar gevangenisstraf.
De rechtbank zou deze straffen moeten opleggen wegens (leiding geven aan) oplichting en valsheid in geschrifte. De in totaal zeven verdachten in de Golden-Sunzaak vormden volgens justitie een criminele organisatie. Er zou ruim 19 miljoen euro zijn verdwenen van in totaal 230 beleggers.
Reclame
Het fonds Golden Sun maakte reclame voor luxe villa's en een hotel in Turkije waarin kon worden belegd. Royal Dubai zei te investeren in vastgoed in het Arabische land. De beleggers investeerden allen meer dan 50.000 euro, de fondsen beloofden een jaarlijks rendement van 12 procent en na drie jaar zouden de beleggers hun inleg gegarandeerd terugkrijgen.
Visser en Dontje noemde de praktijken van de verdachten ,,oplichting in zijn meest pure vorm''. ,,Het zijn geen voorbeelden van mislukte beleggingen of slechte bedrijfsvoering'', aldus de officieren van justitie. ,,Alle informatie die aan beleggers is gegeven, is van begin tot einde bij elkaar gelogen.''
Wat de verdachten zeer kwalijk wordt genomen is, dat zij tot op heden geen openheid van zaken hebben willen geven. Van O. en De B. ontkennen dat ze betrokken zijn geweest en drie andere verdachten vluchtten naar Thailand, aldus het OM. Hadden ze wel antwoord gegeven op de vraag waar het geld is gebleven, dan hadden ze de schade voor de slachtoffers nog enigszins kunnen beperken. Dat had voor de aanklagers een argument kunnen zijn om na te denken over matiging van de strafeis.