Karen Armstrong komt al jaren in Nederland en heeft de religieuze verdraagzaamheid hier langzaam zien afnemen. Een gesprek met een vrouw die zich al decennialang verdiept in de religies van de wereld en zich inspant voor wederzijds begrip.
Er wordt op allochtone jongeren neergekeken. De imams die uit Bangladesh worden gehaald, snappen helemaal niets van die jongeren. Deze gaan vervolgens op internet zoeken, en vinden daar allerlei vreemde versies van de islam.
En daarnaast zien ze op tv wat er in de wereld gebeurt. Guantanamo, Palestina, Abu Ghraib. En zij weten dat de islam veracht wordt. Ook hier, in Nederland. Ik ben de afgelopen vijftien jaar vaak in Nederland geweest en heb de vijandigheid hier zien groeien. En dat is in heel Europa zo. Eerder dit jaar was ik op een NAVO-conferentie over religieus fundamentalisme. Er was een Libanese wetenschapper met een uitstekend en genuanceerd verhaal over moslimterrorisme. Maar hem werd niets gevraagd, want dat wilden de aanwezige militairen niet horen. Daarentegen vroegen ze mij van alles: “Hoe raken we de moslimgemeenschappen in Europa kwijt? Want die assimileren niet.” Nee, antwoordde ik, maar dat deden de Britten in India ook niet. Een Nederlander vroeg mij: “Maar dit is onze cultuur!” Ik zei: nu begin je te voelen wat zij voelden toen jullie in de koloniën kwamen. Een Fransman verkondigde: “Als je die vrouwen hun hoofddoek laat dragen, gaan ze vervolgens niet naar de dokter, en voor je het weet zit ze bij Al Qaida.” Tja, als er zo wordt gedacht! Er heerst een verbazingwekkende onwetendheid. Ze dachten dat terrorisme religie was. Maar terrorisme is politiek. Zoals ook de IRA een politieke beweging is. Ik was in de jaren zeventig rooms-katholiek. En overal ontploften IRA-bommen. Maar niemand vroeg mij of ik een “gematigde” katholiek was. We noemden het ook niet katholiek terrorisme. Het was politiek, iedereen wist dat.
Maar de meeste mensen weten helemaal niets van de islam. Ik krijg vaak stupide vragen, ook van journalisten.’