OLVG-personeel: ‘We pikken het niet meer’
De cijfers betreffende agressie tegen het OLVG-personeel lijken dit jaar hoger te worden dan ooit. Toch is het moeilijk meetbaar of patiënten en bezoekers vaker schelden, bedreigen en slaan dan 25 jaar geleden. ‘Wat wel vaststaat: we pikken het niet meer,’ zegt Mike Wijngaarden, coördinator van de aanpak van agressie in OLVG.
Jop van Kempen2 juni 2022, 03:00
Het is bijna niet te missen. Wie het ziekenhuis binnenloopt, passeert een manshoog bord met omgangsregels: geen agressie en geweld, geen drank, drugs of tabak en geen filmpjes maken met een mobiel. Van grove overtredingen doet OLVG aangifte bij politie. “Patiënten en bezoekers zijn daadwerkelijk veroordeeld,” zegt Mike Wijngaarden.
De meeste mensen die in het ziekenhuis komen, merken – gelukkig – niets van agressie. Met in totaal 5700 medewerkers biedt OLVG jaarlijks zorg aan meer dan 500.000 patiënten, terwijl het aantal agressiemeldingen – tot dusverre – niet boven de 1000 is uitgekomen.
Voor bezoekers lijken de OLVG-gedragsregels ook overbodig. En waarschijnlijk moeilijk te vatten. Want waarom zou je je überhaupt keren tegen zorgverleners die proberen te helpen?
Goed, wachten op de Spoedeisende Hulp met veel pijn of met een kind dat huilt van de pijn is moeilijk te verteren, maar uitvallen tegen het personeel zal de wachttijd waarschijnlijk geen goed doen. En als je klachten over de zorg hebt, kun je bij verschillende loketten procedures aanspannen in plaats van de arts schofferen of aanvallen.
Maar Wijngaarden en de ongeveer 35 veiligheidsmedewerkers van OLVG Oost en West kijken niet naar de meeste gevallen waarin het goed gaat. Ze focussen juist op de kans dat het misgaat. Met een blik die is gevormd door de hbo-opleiding ‘integrale veiligheidskunde’ benoemt Wijngaarden de risico’s.
Consumentisme
Er komen mensen binnen die middelen hebben gebruikt. Er zijn zieke, wilsonbekwame patiënten, zoals dementerenden en mensen met een psychose. En in het ziekenhuis zullen emoties en frustraties opborrelen bij patiënten of familie, omdat er soms een gat gaapt tussen de verwachtingen over de zorg en de realiteit.
“Als je een nieuwe televisie wilt, heb je het duurste exemplaar morgen in huis,” zegt Wijngaarden. “Maar als je een MRI-scan van je knie wilt, duurt dat soms maanden. Bovendien kan een arts zeggen dat het niet nodig is. Het consumentisme dat in de maatschappij steeds normaler wordt, kent de zorg niet. Dat levert frustraties op.”
Ook cultuurverschillen kunnen meespelen. De soms als kil beschouwde Noord-Europese blik om de behandeling te staken als er geen enkel uitzicht is op genezing of verbetering van de levenskwaliteit, past niet altijd bij mensen met een Turkse, Italiaanse, Marokkaanse of Braziliaanse achtergrond, zegt Wijngaarden.
“Vanuit die culturele blik wordt vaker geacht alles op alles te zetten om het leven te verlengen, hoe kort ook. Maar vanuit de Nederlandse wetgeving moet de geleverde zorg wel zinnig zijn, zoals dat heet. Dat kan botsen. En dus veiligheidsissues geven.” In OLVG kan de geestelijk verzorger helpen om culturele verschillen te overbruggen.
Niet straffeloos
Er zijn categorieën voor de agressie, zoals fysiek geweld, gescheld, bedreiging, seksuele intimidatie en vernieling. Als een patiënt of bezoeker een arts een gebroken kaak slaat, volgt politieaangifte. Maar bij een duw zonder fysiek letsel is aangifte eigenlijk kansloos.
Toch komt de dader dan niet straffeloos weg. OLVG kan patiënten overplaatsen naar een ander ziekenhuis en bezoekers weren na overtreding van de huisregels. Vorig jaar gebeurde dat 44 keer: bij 22 patiënten en 22 bezoekers.