Hoe de klimaattop in Glasgow draait om $100 mrd
Orla McDonald 16:00
Inzet van de onderhandelingen op de klimaattop in Glasgow is een bedrag van $100 miljard per jaar voor ontwikkelingslanden, om zich te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Hoeveel geld rijke landen daaraan bijdragen, bepaalt het succes van de top.
Ontheemde families zoeken een veilig heenkomen na een overstroming in de Buzi-regio aan de kust van Mozambique. Foto: Tsvangirayi Mukwazhi/AP
De heftige overstromingen die afgelopen zomer grote delen van Europa troffen, hebben veel mensen wakker geschud: klimaatverandering bestaat echt. Arme landen weten al veel langer wat hen te wachten staat als de uitstoot van broeikasgassen niet snel teruggedrongen wordt. Dat blijkt op de VN-klimaatconferentie in Glasgow, waar deze week een slotakkoord op tafel moet komen.
Ontwikkelingslanden rond of ten zuiden van de evenaar hebben meer last van klimaatverandering dan rijkere, noordelijker gelegen landen. En dat terwijl ze nauwelijks bijdragen aan de opwarming van de aarde. Neem het Afrikaanse land Niger, één van de armste landen ter wereld, met een uitstoot van ongeveer 2 miljoen ton CO2. Dat is minder dan de jaarlijkse uitstoot van één steenkoolcentrale in Nederland. Toch zal droogte als gevolg van klimaatopwarming het land al snel parten gaan spelen.
Schuldvraag
Op de VN-Klimaattop in Glasgow splijt de schuldvraag over wie verantwoordelijk is voor de huidige klimaatopwarming de wereld in drie blokken. Een Westers blok, met de Verenigde Staten en de Europese Unie die sneller klimaatactie willen, een blok van opkomende economieën als Mexico en India die hun economie nog graag willen laten groeien op fossiele brandstoffen, en een blok van ontwikkelingslanden dat het meest getroffen wordt door klimaatverandering.
Voor die laatste groep landen is het absoluut noodzakelijk dat de aarde eind deze eeuw met niet meer dan 1,5°C opwarmt, benadrukken hun vertegenwoordigers op de top. In het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015 hebben landen afgesproken om de opwarming van de aarde te beperken tot 2°C en te streven naar een maximale opwarming van 1,5°C. Op dit moment is de aarde vergeleken met ruim honderd jaar geleden al ruim 1°C warmer, zo blijkt uit een VN-rapport van afgelopen zomer. Dat betekent dat klimaatverandering al plaatsvindt.
2 miljoen ton
Niger stoot jaarlijks 2 miljoen ton CO2 uit, minder dan één steenkoolcentrale in Nederland
Tijdens vorige klimaatconferenties is afgesproken om arme landen te helpen zich te weren tegen klimaatverandering en de gevolgen ervan. Westerse landen met veel uitstoot, zoals de VS, het Verenigd Koninkrijk en EU-lidstaten waaronder Nederland, stellen samen jaarlijks $100 mrd beschikbaar tussen 2020 tot 2025. Maar ondanks de gedane beloftes, is de $100 mrd niet in zicht.
Volgens de laatste cijfers van de internationale Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso), bleef de klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden in 2019 steken op bijna $80 mrd. Pas in 2023 zal het bedrag van $100 mrd worden bereikt, bleek uit een schatting die net voor de klimaattop naar buiten kwam. Het gaat om publiek geld, zoals giften van overheden, maar ook om privaat geld in de vorm van leningen.
Canadees-Duits actieplan
De onderhandelingen in Glasgow draaien inmiddels om dat bedrag van $100 mrd. Het geld, of eerder het tekort daaraan, is symbool komen te staan voor rijke landen die arme landen in de steek laten. Het is essentieel voor de geloofwaardigheid van rijke landen dat die $100 mrd snel bereikt wordt, benadrukt de Britse voorzitter van de Glasgow-top, oud-minister voor energie Alok Sharma, op persconferenties tijdens de top. Hij gaf Duitsland en Canada de opdracht te komen met een actieplan voor hoe de $100 mrd snel bereikt kan worden.
De discussie over klimaatfinanciering is cruciaal voor het slagen van de top in Glasgow. Deze week overleggen ministers van milieu en klimaat van ruim tweehonderd landen over een slotakkoord. Onderdeel daarvan is het Canadees-Duitse actieplan over een grotere bijdrage van landen die tot nu te weinig hebben gedaan, maar ook het verlengen van de afspraak na 2025. Als rijke landen daar niet beter hun best voor doen, zijn arme landen en opkomende economieën minder geneigd het slotakkoord van de top te tekenen.