Dank voor de verschillende, constructieve reacties – met name die van het forumlid harvester - op mijn kritische post. Ik heb mijn mening gegeven, maar wil zeker niet proberen mijn gelijk te halen. Dat kan ik ook niet. Het grote gelijk bestaat niet. Wel is het misschien voor deze en gene weer eens aanleiding om er over na te denken of wat zo vanzelfsprekend is, dat ook behoort te zijn.
Voor de serieuze korte- en lange-termijn belegger is een zo transparant mogelijke, sterk inhoudelijke communicatie met name rondom de voortgang in de R&D-pipeline van het grootste belang. Per definitie leveren kwartaalrapportages en aansluitende webcasts geen actuele koersgevoelige informatie op over de voortgang van de R&D. Die moet immers altijd ‘terstond’ worden gemeld, ook al is het een dag voor de publicatie van het kwartaalbericht. Nieuwe inzichten over het gedrag van concurrenten, actualisatie en aanpassing van het R&D programma, strategische ‘bijsturing’, al dat soort zaken horen echter wel degelijk thuis in periodieke rapportages.
Diverse posters hebben wel degelijk in de webcast en met name in de aansluitende Q&A met de financiële analisten nieuwsfeiten gehoord of bij lezing van het transcript gevonden die de moeite waard zijn. Dat is een onverwachte meevaller, zou ik bijna cynisch zeggen. Want analisten stellen intelligente vragen nooit en te nimmer tijdens Q&A sessies. Zij nemen daarvoor telefonisch contact op met de onderneming of gaan even buurten.
Analisten zijn immers onderling in een hevige concurrentieslag gewikkeld. Zij doen er alles aan om diepgaande inhoudelijke kennis en inzichten voor zichzelf te behouden en de neerslag daarvan pas prijs te geven in hun rapporten. Sterker nog, soms wordt die kennis alleen maar gedeeld tijdens besprekingen over hun rapport met geselecteerde clientèle van de organisatie waarvoor zij werken. Kort gezegd: voor analisten zijn de Q&A sessies een verplicht nummertje, waar de toehoorder vanbuiten weinig of niets van opsteekt. Als dan ook de antwoorden van het management niet uitblinken in duidelijkheid……
Persoonlijk acht het succes van het CF-programma van doorslaggevende betekenis voor het zelfstandige voortbestaan van Galapagos. Aangezien een eventuele marktintroductie van de triple combo(s) in alle gevallen pas plaats vindt nadat de markttoelating van filgotinib een feit is, moeten de onderzoeksresultaten van de triples en communicatie daaromheen de koers in 2018 e.v. stuwen naar een hoogte die een overname bemoeilijkt.
De CEO van Galapagos mag dan wel publiekelijk wijzen op zijn disrespect voor de top van AbbVie (zou ik ook doen, gelet op het verleden), tegelijkertijd is deze sponsor bij uitstel degene die een overname door Gilead zal willen blokkeren. Licentierechten combineren met een aandelenbelang dat even groot is als dat van Gilead biedt een goed tegenwicht tegenover al te grote ambities uit die hoek. Maar zover is het nog niet. Daarvoor moeten overtuigende fase 2 b resultaten op tafel liggen. In die zin is een kleine vertraging in het CF-programma van heel grote betekenis voor het zelfstandig voortbestaan, maar van volledig ondergeschikt belang waar het de strijd om de CF-markt met Vertex betreft en de contante waarde van de moleculen.
Ik deel overigens de mening van de poster aston.martin dat het CF-programma nog altijd volgens plan loopt. Dat het geheel volgens plan loopt, waag ik te betwijfelen. De grootste markt ter wereld laat men immers even voor wat het is. Wat is er gebeurd met de contacten met Cystic Fibrosis Foundation?
Voor de goede orde: zoals harvester terecht veronderstelt, er bestaat een nagenoeg volledige personele unie tussen EMA en de nationale toelatingsautoriteiten. EMA is zo ingericht dat de geneesmiddelendossiers toebedeeld worden aan rapporteurs en co-rapporteurs (lees: nationale registratieautoriteiten) op basis van de aanwezigheid van specifieke kennis, gevolgd door beschikbare capaciteit. Zo zijn logischerwijs de bijdragen van Oost-Europese landen beperkt in vergelijking met grote landen zoals Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. De bijdragen van Nederland en de Scandinavische landen zijn overigens bovenproportioneel groot. Maar alles – ook het geven van (betaalde) adviezen in het voortraject van de registratie – gebeurt onder de EMA-vlag. Nationaal gebeurt de administratie van de vergunningen en de beoordeling en toelating van met name generieke (dus niet-geavanceerde) geneesmiddelen. Waarom kiest Galapagos voor dit afwijkende patroon en zoekt buiten EMA overleg met een Special Advisory Committee met een onduidelijke statuur?
Vooralsnog enthousiasmeert de CEO van Galapagos de buitenwereld met nieuwe moleculen afkomstig van het eigen discoveryplatform. Ik vind het fantastisch om te horen dat er mogelijk doorbraken aankomen op het gebied van inflammatoire ziekten, pijn enzovoort. Hoorde ik, net als Gilead, ook NASH noemen?
Maar ik betwijfel of het allemaal een sterk opdrijvende effect op de koers heeft. Het discoveryplatform is een grote ‘asset’ voor de onderneming en zijn eigenaren, maar er is niets van terug te vinden in de huidige koers. Ik ben bang dat dat ook niet gaat gebeuren. Daarvoor is het al te zeer een ‘long shot’. Tussen discovery en commercialisatie ligt tenminste 10 jaar, een termijn zich moeilijk laat verenigen met de gemiddelde beleggingshorizon van de gemiddelde belegger (was het niet een half jaar, volgens het Financieele Dagblad?). Ik vrees dat het een grote bonus wordt voor een overnemende, strategische partij.
En al diegenen, die net als ik, een ‘buy and hold’ strategie volgen, dragen natuurlijk ook geen millimeter bij aan een opwaartse koersontwikkeling.
Mijn conclusie: de communicatie rondom het CF-programma is ‘key’ voor het zelfstandig voortbestaan van Galapagos. En dat moet en kan beter, roep ik van de zijlijn (http://www.neveroffside.nl/10-herkenbare-types-wedstrijd-zijlijn-staan/).