Boeren zijn zelf gebaat bij transitie in de landbouw
De leefbaarheid van ons land en de gezondheid van de bevolking staan op het spel. Het roer moet dus echt om, stelt Jan van der Zee.
Het stikstofprobleem dat heel Nederland nu zo bezighoudt, komt niet zomaar uit de lucht vallen. Het is het gevolg van politieke keuzes die door opeenvolgende kabinetten consequent jaar in jaar uit gemaakt zijn. De belangrijkste keuze was, om het agrarische bedrijfsleven zo veel mogelijk de vrije hand te geven, om zo goed mogelijk in te spelen op het spel van vraag en aanbod.
Jan van der Zee is praktiserend dierenarts.
In de landbouwsector werd het idee van de vrije markt omarmd. Er moest toch vooral met een concurrerende kostprijs voor de wereldmarkt worden geproduceerd. Randvoorwaarden, gesteld door de Europese Unie, zoals melkcontingentering, mestwetgeving en fosfaatnormen werden in de Nederlandse politiek en door de boerenvoormannen eerder als lastig, dan als constructief ervaren. Ondertussen kon deze doelstelling alleen maar in stand worden gehouden, door de boeren enorme subsidies te geven, betaald door Europa, dus uiteindelijk betaald door de Europese en dus de Nederlands burgers.
Das Bauernsterben
In de vrijemarkteconomie heerst het recht van de sterkste. Het gevolg is, dat grote bedrijven steeds groter worden en de kleine bedrijven verdwijnen. Zo ook in de landbouw. Toen ik in 1985 begon als dierenarts waren er nog 96.000 melkveehouders in Nederland. Nu in 2022 zijn dat er afgerond 15.000. In een kleine veertig jaar is dus 85 procent van de melkveehouders verdwenen. De 15 procent overgebleven bedrijven zijn stuk voor stuk grote bedrijven, die met een klein aantal mensen eenzelfde productie realiseren, als alle bedrijven samen veertig jaar geleden, toen de melkcontingentering werd ingevoerd.
In Duitsland hebben ze daar een woord voor : das Bauernsterben. Het verschijnsel dat boeren in een hoog tempo al dan niet gedwongen moeten stoppen met hun bedrijf is dus niet iets dat nu in één keer ontstaat, om de stikstofproblemen op te lossen. Nee, het is een proces dat al jarenlang gaande is als gevolg van het tot op heden gangbare beleid. Bij onveranderd beleid, zal het Bauernsterben onverminderd doorgaan.
Lees ook: De grote landbouwbedrijven zetten alles op alles
De groei van de 15 procent succesvolle bedrijven is mogelijk gemaakt door overname van kleine, minder succesvolle bedrijven, de bouw van grote stallen en van dure melkinstallaties. In deze reeks van groei, gestuurd door de wetten van de vrije economie hebben een aantal partijen veel geld verdiend. Dat zijn de banken en hun aandeelhouders, die het kapitaal aan de boeren hebben verschaft, zodat zij konden investeren in groei. Verder de voerleveranciers en hun aandeelhouders, die het krachtvoer hebben verkocht, om hoge producties mogelijk te maken. En ook de leveranciers van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, waardoor het gras nog sneller ging groeien. Dan zijn er de mechanisatiebedrijven, die door de verkoop van steeds grotere trekkers het bewerken van steeds grotere oppervlakten land mogelijk maakten.
En de leveranciers van melkinstallaties en melkrobots, die het mogelijk maakten met steeds minder mensen, steeds meer koeien te melken. Vergeet ook niet de gespecialiseerde bouwbedrijven, die door de bouw van steeds grotere en modernere stallen het houden van meer koeien op één bedrijf mogelijk maakten. En de zuivelindustrie, die de geproduceerde melk van toegevoegde waarde voorziet en over de hele wereld distribueert. En ten slotte mijn sector, de dierenartspraktijken, die middels bedrijfsbegeleidingsabonnementen en vaccinatieschema’s, alsook de verkoop van medicijnen en bestrijdingsmiddelen het houden van veel dieren op een kleine oppervlakte mogelijk maakten.
Schaalvergroting
In deze rij noem ik niet de boer. Is dat verrassend? Hij zal in veel gevallen zijn bedrijfsvermogen hebben zien toenemen. Maar zijn beschikbaar inkomen en de hoeveelheid vrije tijd zeker niet. Daar komt bij dat door de enorme schaalvergroting en de waardestijging van zijn bedrijf de bedrijfsovername door de volgende generatie ernstig wordt bemoeilijkt.
In veel gevallen is daardoor de overnemende partij de bank, of een belegger in onroerend goed, waarvan een van de kinderen de landerijen vervolgens pacht.
Op zichzelf is dit verschijnsel, dat het gevolg is van vrije markt en de daarop volgende schaalvergroting niet bijzonder en heeft zich de afgelopen decennia ook in allerlei andere bedrijfstakken voltrokken. Het bijzondere in het verhaal over de boeren is, dat de Nederlandse samenleving op onevenredige wijze de prijs betaalt voor de moderne productiemethoden en de schaalvergroting van de boeren.
Het heeft er alle schijn van dat politici en bestuurders niet waren opgewassen tegen de agribusiness
Die prijs bestaat uit de afname van de levenskwaliteit van de burgers, die wordt veroorzaakt door de verschraling van het platteland. De afname van de biodiversiteit, waardoor de belevingswaarde is verminderd. De afname van de leefbaarheid van de dorpen, door het stoppen en/of vertrekken van boerenbedrijven en daarmee de boerenfamilies. De afname van de waterkwaliteit door vermesting van de sloten en uiteindelijk het drinkwater. De afname van de kwaliteit van de ademlucht door ammoniak en fijnstof. En niet in de laatste plaats door de afname van de biodiversiteit in de laatste stukjes natuur die ons nog resten.
Levenskwaliteit
Het is opmerkelijk dat dit laatste, de afname van de soortenrijkdom in de natuurgebieden, uiteindelijk het argument is, om het roer om te gooien, terwijl de andere eerder genoemde zaken, waarbij het gaat om de gezondheid en de levenskwaliteit van de mensen, de burgers, in het verleden nooit de aanleiding zijn geweest tot ingrijpen over te gaan. Daarnaast is het evenzo opmerkelijk, dat juist Europese regelgeving onze overheid moet dwingen maatregelen ter bescherming van mens en natuur te treffen. Het heeft er alle schijn van dat onze eigen politici en bestuurders de afgelopen jaren niet waren opgewassen tegen de krachten van de grote spelers in het veld, de agribusiness, zodat de hiervoor geschilderde ontwikkelingen veel te lang door konden gaan, ten koste van grote maatschappelijke offers: de leefbaarheid van ons mooie land en de gezondheid van de eigen bevolking.
Lees ook: Boerenverzet: hoe intimidatie en radicale acties het stikstofoverleg blokkeerden
De vraag die dus nu heel terecht gesteld mag worden is deze: Voor wie en waarvoor demonstreren de boeren nu eigenlijk?
Is het om de stikstofmaatregelen van tafel te gooien en om op bestaande voet door te gaan? Dan sta ik niet achter de demonstraties en boerenprotesten. Of demonstreren de boeren voor een betere toekomst voor zichzelf, waarbij ook de komende generaties boeren een kans hebben op een zelfstandig en gezond boerenbedrijf in een gezonde omgeving voor boer en burger? Dan heb ik daar begrip voor.
Maar in het laatste geval moet het roer dus echt om en ontkomen we niet aan ingrijpende maatregelen. Een van de maatregelen, zal noodgedwongen de reductie van schadelijke stikstofverbindingen door de agrarische sector moeten behelzen. Hoe dit in detail zal moeten? Het zal in ieder geval op een zorgvuldige manier, met respect voor boer en burger moeten worden gerealiseerd.
Nieuwsbrief NRC De Haagse Stemming