Het beste van De Telegraaf
Poolse arbeidsmigranten aarden hier prima
’Onze kinderen worden Nederlanders’
Door Wierd Duk
Updated 21 min geleden
27 min geleden in BINNENLAND
„Nederland heeft mij een nieuw leven gegeven”, zegt Magda Babinska (30). De Poolse kwam negen jaar geleden naar ons land. Op zoek naar werk, maar vooral naar een ander bestaan. „Ik had een erg slechte jeugd. Mijn ouders waren alcoholist. Ik ging niet naar school maar uit stelen om eten te kunnen kopen.”
Ze werd uit huis geplaatst en zat een jaar in een Pools kindertehuis. Maar kijk nu: Magda Babinska woont in Dordrecht met haar gezin in een koopwoning. Ze heeft een baan in Moerdijk in de logistiek en onder de naam Klaun Malinka is zij in de Poolse gemeenschap een wereldberoemde clown. Elk weekeinde is Magda als Malinka onderweg, drie optredens per dag. „Ik ben tot december 2019 volgeboekt”, vertelt ze, terwijl ze Poolse worst, augurken, tomaat en thee serveert. Ze zamelt geld in voor arme kinderen in Polen, ook voor die in haar oude kindertehuis. „Dezelfde directeur zit daar nog. Die was stomverbaasd. En trots.”
Haar dubbele baan betekent flink aanpoten. „Soms werk ik ’s nachts, kom om zes uur thuis, slaap een uurtje, breng de kinderen naar school, regel van alles voor mijn clowns-bedrijf, slaap ’s middags nog een uur of drie als mijn man thuiskomt en dan ga ik weer naar mijn werk.”
Verdiensten
Ze heeft bij de kapper haar haren in bonte kleuren laten verven voor de Pool van het Jaar-verkiezing, die deze week werd gehouden.
Magda was genomineerd in de categorie ’Jonge Polen’, wegens haar verdiensten voor de gemeenschap.
In Nederland wonen en werken zo’n 250.000 Polen, van wie er 160.000 staan ingeschreven. Onlangs trok Gert-Jan Segers, voorman van de ChristenUnie, aan de bel. De Polen, zei hij, kunnen in de toekomst - samen met andere Oost-Europeanen - zorgen voor een nieuw ’multicultureel drama’. Segers vreest voor grote aantallen slecht geïntegreerde Polen, die werken tegen afbraakprijzen of een beroep doen op de bijstand. Net als Noord-Afrikanen, Turken, Ethiopiërs en Eritreërs zouden zij parallelle gemeenschappen kunnen gaan vormen.
Klopt dat schrikbeeld?
Maja Antas (43) – een Poolse uit Krakau, die op haar 12e naar Nederland kwam – werkt als uitzendmanager sinds vele jaren met Poolse arbeidsmigranten. Zij heeft de periode van schrijnende uitbuiting en fraudes meegemaakt en schetst een heel andere werkelijkheid. „Er is de laatste jaren, mede dankzij nieuwe wetgeving, veel verbeterd. Cao’s worden beter nageleefd, Polen krijgen betere lonen en vinden betere banen en steeds vaker ook krijgen ze vaste contracten. Ze zijn zelfs aan het jobhoppen, zo veelgevraagd zijn ze. Ze zijn beter gehuisvest en steeds vaker kopen Polen hier een huis en besluiten ze te blijven. Ze sturen hun kinderen naar Nederlandse scholen, worden lid van verenigingen en integreren makkelijk omdat beide culturen zo op elkaar lijken. Ik ontmoet inmiddels al Poolse vrouwen die parttime willen werken. Dat vind ik pas een bewijs van integratie.”
Eigen huis
Antas’ observaties worden bevestigd in een recent rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau over de leefsituatie van Poolse migranten die na 2004 arriveerden. Wat blijkt? De arbeidsparticipatie van Polen is met 75% hoog. De werkloosheid is met 6,7% relatief laag. Ter vergelijking: de werkloosheid onder niet-westerse migranten bedraagt 19,7%. Slechts 1,8% van de Polen heeft een bijstandsuitkering: dat is minder dan onder autochtone Nederlanders (2,3%). En één op de vier Polen heeft inmiddels een eigen huis.
Hier staat tegenover dat het gemiddelde inkomen van Polen nog altijd lager is dan dat van autochtonen en andere migrantengroepen. En Polen die kort in Nederland werken, lopen nog altijd risico slachtoffer te worden van uitbuiting.
Dat laatste ziet Antas, die voor Logistic Force Group beter opgeleide Poolse arbeidsmigranten begeleidt, ook. „Er wordt nog altijd gesjoemeld. Maar ik vind speculeren over een multicultureel drama nu veel Polen hier blijven, eerlijk gezegd nogal populistisch. Nederlanders en Polen gaan juist goed samen, ze delen dezelfde normen en waarden. En Polen willen graag contact met Nederlanders. Ik ontmoet ook steeds vaker Polen die de taal willen leren.”
Het aantal gemengde huwelijken neemt toe. Desondanks ontbreekt het nog altijd aan Pools-Nederlandse contacten, concludeert het SCP. Tot 30% van de Polen heeft nooit of nauwelijks contact met autochtone Nederlanders. Dat stoorde ook Magda Babinska toen ze in haar wijkje in Dordrecht kwam wonen. „Niemand groette me. De buren waren wantrouwend omdat een groep Poolse mannen eerder overlast had veroorzaakt: te snel rijden, luidruchtige feestjes, dronkenschap. Polen hadden door hen een slechte naam gekregen.”