Den Haag - Koerst Ballast Nedam af op een faillissement? Banken zullen een grote bouwer niet snel laten vallen. Too big to fail. Maar de bouwonderneming zal snel een goede ontsnappingsroute moeten bedenken.
De strijd op leven en dood van Ballast Nedam begint steeds meer op een Houdini-act te lijken. De verliezen op twee grote wegenprojecten lopen verder op en de solvabiliteit is ver beneden de 10 procent gezakt. Net als de ontsnappingskunstenaar weet het Nieuwegeinse bedrijf echter steeds het noodlot af te wenden.
Dat is vooral te danken aan het geduld van de banken. De top van Ballast Nedam zat de afgelopen jaren al veelvuldig aan tafel met ING Bank, Rabobank en Royal Bank of Scotland over herfinanciering, maar de laatste tijd is de frequentie verhoogd en zijn de gesprekken geïntensiveerd. Met een claimemissie van 30 miljoen euro is vorig jaar een deel van de schuld van 110 miljoen euro verlaagd. Ook moesten er bedrijfsonderdelen worden verkocht. Het bouwconcern kreeg het vorige zomer voor elkaar dat leningen een jaar lang niet terugbetaald hoeven te worden uit de verkoop van bedrijfsonderdelen. Voor niets gaat de zon op: de rente die de bouwer betaalt, is verhoogd.
Constructieve gesprekken
Een nieuw touw waarmee Ballast Nedam is vastgeknoopt en waaraan ontsnapt moet worden, is de woensdag gemelde tegenvaller. Eigenlijk kan het bedrijf die er niet meer bij hebben, zei de bestuursvoorzitter vorig jaar augustus in NRC Handelsblad.
De penibele status quo is nu dat de banken hun “steun” hebben uitgesproken en de kredietkraan niet is dichtgedraaid. Er lopen “constructieve gesprekken” over de wijze waarop het bouwconcern gefinancierd wordt. Termen die veel onrust trachten te bedekken.
Ballast Nedam heeft het geluk dat het groot is. Too big to fail. Net als de grote banken zelf, mogen ook grote bouwers niet omvallen in de crisis. De banken hebben tientallen miljoenen euro’s in de onderneming zitten, en de schade die ontstaat als zo’n bedrijf neergaat, is niet te overzien.
Overlevingskansen
Wat dat betreft zijn de overlevingskansen van Ballast Nedam groter dan van andere bouwers die eerder in de crisis in de problemen kwamen en ten onder gingen. Zo ging Van Hoogevest (met 160 miljoen omzet in 2006 veel kleiner dan Ballast Nedam) in 2009 bankroet na een paar verliesjaren en nadat de solvabiliteit richting 20 procent ging. Huisbankier ABN Amro trok zonder al te veel kleerscheuren de stekker eruit. Met Moes was begin 2012 veel meer aan de hand. Door een negatief eigen vermogen en een negatieve solvabiliteit had ING weinig keuze. Het laatste faillissement van een top50-bouwbedrijf betrof vorig jaar De Combi. Daar leek Rabobank bereid de onderneming voort te zetten, maar wilde het moederbedrijf, een vastgoedbelegger, na een paar verliesjaren niet meer door.
Niet dat Ballast Nedam gerust hoeft te zijn. Eén projectfiasco kan een bouwer de das omdoen. Hillen & Roosen ging onderuit na constructiefouten bij de bouw van een parkeergarage. Het eigen vermogen was daarna snel op. En Heddes ging vier jaar geleden kapot na een mislukt hotelproject.
Opvallend is dat het veelal faillissementen zijn van minstens drie, vier jaar geleden. De laatste jaren vallen grotere bouwers om. De crisispaniek bij de banken is weg, de bedachtzaamheid terug. En de bouwers zijn ook meer in control. Balansmanagement is het nieuwe credo. Zorgen dat de balans even snel krimpt als de omzet. In de praktijk: arbeidsplaatsen schrappen en schuld afbouwen. Dat laatste lukt echter niet bij Ballast Nedam. Mede door projecten die aangenomen zijn in de slechtste jaren van de bouw, bestaat de kans dat er nog meer moeilijkheden aankomen. Het bouwconcern zal snel, maar ook zorgvuldig naar nieuwe ontsnappingsmethodes moeten zoeken.