Een voormalige bestuurder van Ballast Nedam sluisde jarenlang miljoenen euro’s aan steekpenningen van het bouwbedrijf, bedoeld voor de Saoedische prins Al-Waleed bin Talal, weg via geheime bankrekening van een voormalige collega in Zwitserland.
UTRECHT - UPDATE 10.32 uur - Een voormalige bestuurder van Ballast Nedam sluisde jarenlang miljoenen euro’s aan steekpenningen van het bouwbedrijf, bedoeld voor de Saoedische prins Al-Waleed bin Talal, weg via geheime bankrekening van een voormalige collega in Zwitserland. De verduisterde miljoenen liet hij vervolgens in kleine bedragen per jaar terugboeken naar Nederland.
Dit bleek donderdagochtend tijdens een regiezitting in de strafzaak tegen Martin W. (73), tot 2000 lid van de raad van bestuur bij bouwbedrijf Ballast Nedam. Hiermee maakte W. zich schuldig aan oplichting van zijn werkgever. Volgens justitie verstopte W. het verduisterde smeergeld op een geheime bankrekening van zijn ex-collega Kamphuys in Zwitserland. „Dit wegboeken kon W. vrij gemakkelijk doen, omdat bijna niemand bij Ballast Nedam wist hoe de betalingen van smeergeld aan Saoedi-Arabië plaatsvonden en ook niet duidelijk was welke ontvanger bij welke nummerrekening hoorde. De Saoedische ontvangers werden door W. in de correspondentie ’Jules de Corte’ en ’Ali’ genoemd”, aldus de officier van justitie. Het geld kwam vervolgens terug bij W. in jaarlijkse betalingen van 80.000 door het bedrijf van Kamphuys, onder de vermelding ’consultancy werkzaamheden’. „Martin W. stak dit geld vervolgens in beleggingen en in een villa in Spanje”, stelde de aanklager.
Ballast Nedam kreeg in de jaren negentig voor miljarden euro’s bouwopdrachten in Saoedi-Arabië. Nederlanders bouwden zowel militaire objecten (vliegvelden voor de Saoedische luchtmacht) als civiele projecten (bruggen en paleizen). Maar om deze opdrachten binnen te kunnen slepen, betaalde het bouwbedrijf honderden miljoenen euro’s smeergeld via bankrekeningen in Zwitserland en New York aan leden van het Saoedische koningshuis. Het bedrijf zelf kocht in 2012 strafvervolging voor deze omkooppraktijken af door het OM vijf miljoen euro te betalen.
Douceurtjes
Los van de smeergeldbetalingen die W. stiekem in eigen zak stak, ontving de ex-bestuurder van Ballast volgens het OM ook betalingen van prins Al-Waleed terug, door W zelf ’douceurtjes’ genoemd. De advocaten van W. maakten tijdens de regiezitting bezwaar tegen de weigering van het OM om de prins en een Saoedische medewerker te horen over de betalingen. Volgens het OM heeft het geen zin om een dergelijk rechtshulpverzoek aan Saoedi-Arabië te sturen. „Deze wordt door de Saoedische autoriteiten niet in behandeling genomen”, aldus de officier van justitie.
Martin W. bevestigde eerder aan deze krant prins Al-Waleed bin Talal al-Saoed, een neef van de koning en een van de rijkste inwoners van Saoedi-Arabië, te hebben ingeschakeld als tussenpersoon voor het binnenhalen van de opdrachten. „Hij is een paar keer als agent voor ons opgetreden. Dat is een wettelijke verplichting in Saoedi-Arabië. Hoe je die dan betaalt, dat is een tweede”, beaamde W. destijds.
Geen steekpenningen
Ook de prins zelf erkende betrokken te zijn geweest bij de bouwopdrachten van Ballast Nedam. Van betaling van steekpenningen was geen sprake, volgens de prins: „Dat is onjuist.”
Accountantsconcern KPMG zou zijn klant Ballast Nedam hebben geholpen bij het in de boekhouding verborgen houden van de steekpenningen. Het strafrechtelijk onderzoek tegen drie betrokken KPMG-accountants loopt nog.