75 jaar Nakba: Israël is gebouwd op een groot onrecht
Terwijl Israël haar 75e verjaardag met grote vreugde viert, herdenken Palestijnen het begin van een catastrofe die tot op vandaag voortduurt.
Palestijnen en Israëli's herinneren en herdenken de gebeurtenissen van mei 1948, nu 75 jaar geleden, zeer verschillend. De eersten rouwen om de Nakba, Arabisch voor catastrofe. De anderen vieren met grote vreugde de oprichting van de staat Israël. Niet onbegrijpelijk, maar het niet erkennen van de historische feiten, het weigeren verantwoordelijkheid op te nemen voor het onrecht dat Palestijnen in 1948 werd aangedaan, legde de basis voor een Nakba die nooit is opgehouden en voor de vandaag in Israël gangbare mening dat het hele land hen toebehoort en de Palestijnen vervelende indringers zijn in plaats van de oorspronkelijke bevolking van het land dat Israël nog elke dag met geweld van hen afneemt.
PALESTINA ALS BRITS MANDAATGEBIED
Vóór 14 mei 1948, de dag, nu 75 jaar geleden dat de staat Israël haar onafhankelijkheid uitriep, was Palestina Brits mandaatgebied. Palestina, voorheen deel van het Ottomaanse Rijk, besloeg het gebied tussen de Jordaanrivier en de Middellandse zee. Het mandaatsysteem was na de Eerste Wereldoorlog in het leven geroepen door de Volkenbond, om voormalige kolonies van het Duitse en Ottomaanse rijk te verdelen onder de overwinnaars van de oorlog. Het werd voorgesteld als een tijdelijke maatregel om deze – onderontwikkelde – gebieden voor te bereiden op zelfbestuur.
In 1944 telde een Britse volkstelling in het gebied om en bij de 1,74 miljoen mensen: 1,1 miljoen Arabische moslims, 530.000 joden en 140.000 christenen.1 De Joodse bevolking was sinds de start van het mandaat in 1920 verzesvoudigd. Driekwart van die stijging was het gevolg van migratie. De autochtone Arabische bevolking voelde zich steeds meer bedreigd door de zionistische beweging die openlijk en met de steun van het Britse rijk, aanspoorde tot migratie naar, en de oprichting van, een Joods thuisland in Palestina. In de decennia voor de Tweede Wereldoorlog had dit al tot grote spanningen en uitbarstingen van geweld geleid. Mede daardoor werd tijdens de mandaat periode het Palestijnse nationale gevoel gevormd en aangewakkerd. In 1936 brak een Arabische opstand uit. De Britten, bijgestaan door Joodse milities, maakten er in 1939 brutaal een einde aan. De Palestijnse militaire en politiek elite was gedood, gewond of verdreven. Ze herstelde niet meer van de klap. In 1948, net wanneer ze het zo hard nodig had, was de Palestijnse samenleving zonder leiderschap en zonder militaire macht.
EEN LAND DAT WEL DEGELIJK EEN VOLK HAD
De bevolking van Palestina was sinds de verovering van Jeruzalem door Salah al-Din, de sultan van Egypte, in de 12e eeuw, overwegend islamitisch met gedurende al die eeuwen een kleine maar constante joodse en christelijke aanwezigheid. In 1948 bestond de Palestijnse samenleving uit 29 steden met Jeruzalem, Haifa en Jaffa als grote, gemixte steden waar gemiddeld 30% van de bevolking Joods was. Een derde van de Palestijns Arabische bevolking woonde in deze steden, die een rijk cultureel en sociaal leven kenden met theaters, cafés, sportclubs en cinema's en zeven dagelijkse kranten. Twee derde van de Palestijnse bevolking leefde in honderden rurale dorpen die grotendeels autonoom werden bestuurd en zelfvoorzienend waren.
Van het populaire zionistische adagium – een land zonder volk, voor een volk zonder land2 – was nooit sprake geweest. Ook al werden de bewoners van het gebied tijdens het Turks Ottomaanse rijk beschouwd als Arabieren en bestond er niet zo iets als een Palestijnse staat, er was wel degelijk een eeuwenoude Arabische beschaving aanwezig.
DOELBEWUST VERDREVEN
Terwijl Israël de gebeurtenissen van mei 1948 al 75 jaar met grote vreugde viert, herdenken Palestijnen deze gebeurtenissen jaarlijks met grote droefheid. Zij gedenken wat toen gebeurde als een ramp: de Nakba, Arabisch voor de catastrofe. Minstens 750.000 mensen werden uit hun huizen, steden en dorpen verdreven of sloegen op de vlucht uit wat vandaag de staat Israël is. Naar schatting 450 dorpen werden vernietigd. De Palestijnse wijken in de grote gemengde steden werden etnisch gezuiverd. De beschaving die honderden jaren in Palestina had bestaan, werd grotendeels en brutaal vernietigd. De gruwel en het trauma dragen deze mensen en hun nakomelingen tot op vandaag mee.
1-5