De technologie die lang muurbloempje was: “We staan op de drempel van een revolutie in de geneeskunde”Een technologie die lang als muurbloempje gold, ontpopte zich tot kantelpunt in de strijd tegen covid-19. En ze heeft meer in petto: kankertherapie en behandelingen voor erfelijke ziektes. “Er wordt ook gewerkt aan vaccins tegen hiv.”
Zij aan zij, met amper een neuslengte verschil, kwamen ze eind vorig jaar over de streep in de race naar het allereerste covidvaccin: de entstoffen van Pfizer/BioNTech en Moderna, beide gemaakt met mRNA-technologie. Het was het gloriemoment voor een tot dan toe alleen op papier beloftevolle aanpak – nooit eerder was er een vaccin op de markt gebracht met deze techniek. Lang voor de coronapandemie haar opwachting maakte, gold die technologie in de farmasector al als een goudhaantje. Ze beloofde niet alleen een snelle en veilige productie van vaccins, maar ook medicijnen voor diverse nog ongeneeslijke ziektes, zoals mucoviscidose of diabetes. Veel van die ziektes zijn immers terug te voeren op ontbrekende of verkeerd gevormde eiwitten. Door de “wetenschappelijke Deliveroo’s” die mRNA’s zijn in cellen en weefsels de juiste eiwitten te laten afleveren, zou dat tekort te verhelpen zijn.Nu de technologie haar waarde heeft bewezen in de strijd tegen covid, kunnen die projecten plots op veel meer enthousiasme en investeringsgeld rekenen, zegt Stefaan De Smedt. De hoogleraar farmacologie aan de UGent ziet een heuse revolutie op ons afkomen. “Vorige eeuw werden ingrediënten voor geneesmiddelen nog vooral door chemische synthese gemaakt. De klassieke pillen en capsules hadden toen bestanddelen die meestal niet heel ingewikkeld waren. In de jaren 70 kwam de revolutie van de technologie met recombinant DNA. Die leverde complexere eiwitgeneesmiddelen op. Vandaag staan we voor een nieuwe revolutie, een nieuwe medicijnklasse, die van de nucleïnezuren (mRNA behoort tot deze chemische klasse, net als DNA, nvdr.).”
“Over belangstelling valt dezer dagen inderdaad niet te klagen”, zegt Stefaan De Koker, vice-president Onderzoek bij Etherna, een Belgische start-up die is gespecialiseerd in mRNA-technologie. “Zeker als het over infectieziektes gaat, wil iedereen weten: wat zit er bij jullie zoal in de pijplijn?”
Infectieziektes zijn dan ook het gedroomde toepassingsgebied voor de technologie. “Preventieve vaccins zijn makkelijk”, zegt De Koker. “Je spuit ze in, je spiercellen bouwen het gewenste eiwit, je immuunsysteem komt daartegen in het verweer.” Diverse mRNA-vaccins zijn in de maak, naast degene tegen covid. Tegen zika, griep, hondsdolheid. “En er wordt ook volop gewerkt aan vaccins tegen “moeilijkere” virussen, zoals hiv.”Acute leukemie
Dat een vaccin makkelijk is toe te dienen, helpt. Maar ook andere mRNA-therapieën zijn met een simpele prik op hun bestemming te krijgen. Therapeutische kankervaccins, bijvoorbeeld -- zij zijn niet bedoeld om de ziekte te voorkomen, maar om haar te genezen. “Het vaccin vertelt het immuunsysteem dan niet hoe een virus eruitziet, maar hoe kankercellen eruitzien”, legt De Koker uit. “Het idee is dat het immuunsysteem vervolgens de kankercellen uit de weg ruimt.”Ann Van de Velde is kliniekhoofd hematologie aan het UZ Antwerpen. “Door het succes van de covidvaccins is er inderdaad opnieuw meer aandacht gekomen voor kankervaccins”, zegt zij. “En die aandacht is welkom. Zeker voor de behandeling van zeldzame en moeilijk te genezen tumoren kunnen ze een groot verschil maken.”
Van de Velde coördineert aan het UZA momenteel een experimentele studie met een kankervaccin tegen acute leukemie. De studie loopt bij 65-plussers. “Voor deze leeftijdsgroep is de klassieke behandeling, een stamceltransplantatie, te riskant. We hopen dat vaccinatie een alternatieve, duurzame oplossing kan zijn voor deze groep mensen.”
Kankervaccins worden niet alleen ingezet tegen bloedkankers, maar ook tegen vaste tumoren. De vaccins kunnen in een spier worden geïnjecteerd, zoals klassieke vaccins, of in de bloedbaan worden gespoten. En een tumor die groot genoeg is om van buitenaf te lokaliseren, kan ook rechtstreeks worden aangeprikt. Zijn er ook kleinere uitzaaiingen, dan traceert het immuunsysteem die vervolgens wel op eigen houtje. Eind dit jaar begint Etherna een experimentele studie met een kankervaccin, bij menselijke proefpersonen met uitgezaaide baarmoederhalstumoren of hoofd-halskanker. Ook tegen nierkanker heeft het bedrijf een vaccin in de pijplijn zitten.
Nog diverse andere spelers testen kankervaccins uit bij mensen. “Moderna en BioNTech lopen ook in toepassingsgebied voorop. Nu ze miljardenbedrijven zijn geworden, trekken ze makkelijk financiering aan. Voor kleinere spelers is het moeilijker om een voet tussen de deur te krijgen.”Alvleesklier
Voor andere mRNA-toepassingen, zoals medicijnen tegen erfelijke ziektes, gaat de Deliveroo-metafoor – u bestelt een eiwit, wij leveren aan huis – minder goed op. “Aflevering is een knelpunt”, zegt De Koker. “Van mRNA-preparaten die via de bloedbaan worden toegediend, komt 90 procent in de lever terecht. Ook longen zijn doenbaar. Andere weefsels zijn lastiger te bereiken. De alvleesklier (het doelwit voor onder meer diabetesmedicijnen, red.) is bijvoorbeeld een hele moeilijke.”Een ander beduidend verschil tussen preventieve vaccins en therapeutische medicijnen is de dosering. “Bij vaccins kun je met één of twee dosissen volstaan”, zegt De Koker. “Dan is een zere arm of wat koorts na een inspuiting niet zo”n groot bezwaar. Als je een medicijn levenslang moet nemen, wordt dat anders.”
Deze laatste klasse mRNA-geneesmiddelen wordt voorlopig nog maar mondjesmaat bij mensen getest. “Zopas is een studie van een concurrerend bedrijf met een medicijn tegen mucoviscidose stopgezet”, zegt De Koker. “De longwerking van deelnemers verbeterde er helaas niet mee.”
Succes bij de behandeling van erfelijke ziektes met mRNA-medicijnen is een nog redelijk verafgelegen droom, schat De Koker. “Voor duurzame resultaten zonder overdreven nevenwerkingen zijn nog wel een paar technische doorbraken nodig. Het onderzoeksveld is daar nog niet helemaal klaar mee. Bij Etherna blijven we er daarom voorlopig nog even af.”De vraag is inderdaad of mRNA-technologie een grote bijdrage zal kunnen leveren aan deze laatste vorm van therapie, mailt onze landgenoot Luk Vandenberghe vanuit Boston, waar hij gentherapie doceert aan de Harvard Medical School. “Opmerkelijk genoeg ging de meeste aandacht van bedrijven als Moderna, vóór de corona-epidemie, niet naar vaccins maar naar zulke gentherapie. Daar is het nog niet bewezen hoeveel verschil mRNA kan maken. Het blijft moeilijk om de technologie efficiënt én veilig te maken, of betaalbaar te produceren, en voorlopig zijn de kosten nog enorm. Vóór covid werd een bedrijf als Moderna door velen wat argwanend bekeken omdat het nog niet veel bewezen had, zeker niet bij patiënten. Diezelfde mensen zeggen nu dat covid het bedrijf heeft gered. Waar Moderna na corona op zal inzetten, nu het zo gegroeid is, valt af te wachten. Bouwt het voort op zijn vaccinsuccesverhaal of gaat het gentherapie breder uittesten? Publiek geeft het zijn gentherapiedroom niet op, maar mijn voorspelling is dat er meerdere vaccintoepassingen van mRNA verwacht kunnen worden.”