Toch bent u er niet van overtuigd dat de extreme armoede is uitgeroeid.
Bikales: We beschikken niet over de gegevens die onafhankelijk onderzoek zouden toelaten. Ongeacht welke inspanningen werden geleverd, ze bewijzen niet dat er geen extreme armoede meer is. Want armoede is geen statisch maar een dynamisch fenomeen: terwijl sommige burgers hun ellendige bestaan ontstijgen, zinken anderen erin weg. De Chinese overheid zei dat ze een 'terugkeer van armoede' zal bestrijden, maar ze houdt zich strikt aan de eerder gedefinieerde groep. Het doel was dus niet af te rekenen met sociale kwetsbaarheid op zich, maar ervoor te zorgen dat de initieel als extreem arm gedefinieerde mensen dat nu niet meer zijn.
Welke impact had de coronacrisis op de armoede?
Bikales: De economische groei van 2,3 procent was veel lager dan voorzien. Toch werd niet nagegaan of dat nieuwe armoede veroorzaakte, rurale migranten die hun job verloren bleven onzichtbaar in de statistieken. Tijdens de lockdown werden officieel 2,38 miljoen werklozen geteld, dat zijn er maar 100.000 meer dan eind 2019. Maar uit een betrouwbare studie van consumentenanalist Ernan Cui blijkt dat er toen 60 à 100 miljoen mensen hun baan verloren.
U hekelt ook het feit dat Peking 'armen' strikt definieert als 'inwoners van verpauperde regio's'.
Bikales: Armoede wordt door de Chinese leiders als een louter ruraal fenomeen beschouwd, terwijl er ook in rijke streken mensen zijn die de eindjes niet aan elkaar kunnen knopen. Ondertussen woont ongeveer twee derde van de bevolking in steden, is er een permanent komen en gaan tussen stad en platteland en is de 'ijzeren rijstkom' van weleer (de staat die voor je zorgt van wieg tot graf, nvdr) afgebouwd. Er zijn veel meer kortetermijncontracten en freelancewerk. Daarom moet een systeem worden ontwikkeld dat ook stedelijke armoede onderkent. In dat opzicht is het idee van een Nationale Administratie voor Rurale Revitalisering - zoals die in februari werd opgericht - zorgwekkend. Beperkend en dogmatisch ook.
Dat alles maakt duidelijk dat armoede, zelfs extreme armoede, niet kan verdwijnen zolang er geen efficiënte manieren bestaan om armen te identificeren. Bovenal moet aandacht worden besteed aan de 360 miljoen rurale migranten.
Wat zijn de uitdagingen voor de toekomst?
Bikales: Ik vrees dat het Internationaal Monetair Fonds gelijk had toen het vorig jaar stelde dat het Chinese sociale vangnet ondanks recente aanpassingen 'sterk onvoldoende' is. Het probleem met de systemen die in de voorbije twintig jaar zijn ontwikkeld, is dat ze gefragmenteerd zijn, gebaseerd op ruraal versus stedelijk. Ze kijken naar mensen met een bepaalde job of in deze of gene woonplaats. De bevolking is erg mobiel, maar de hulpstelsels zijn niet overdraagbaar - vertrek je naar de stad, dan ben je alle bijstand kwijt. Er moet een universele aanpak van armoede komen en een goed gefinancierd en kundig geleid systeem van sociale bescherming. Vooral belangrijk is dat mensen die net boven de armoedegrens zitten worden behoed voor een duik in de armoede door ziekte, de dood van een verwant, jobverlies, een grote gezondheidscrisis of een lockdown. Dat vereist een heel andere aanpak. En vooral véél meer fondsen - en dus andere politieke keuzes.
In 2020 woonde 63,89 procent van alle Chinezen in een stad, terwijl slechts 45,4 procent een stedelijke status of hukou heeft. Met andere woorden: 265 miljoen van die 'feitelijke stedelingen' kunnen in de stad geen gebruik maken van openbare dienstverlening zoals onderwijs, gezondheidszorg of sociale bijstand. U pleit voor de afschaffing van de hukou, die eind jaren vijftig door Mao werd ingevoerd om de rurale bevolking op haar plaats te houden.
Bikales: De hukou, die ook op Chinese identiteitskaarten afgedrukt staat, is een erfenis van de planeconomie, dus van een systeem dat niet meer bestaat. Het is fundamenteel onrechtvaardig om aan stedelingen andere, en vooral méér rechten te geven dan aan plattelandsmensen. Het gevolg is dat een of twee rurale familieleden het hele jaar in moeilijke omstandigheden werken in de stad, en ondertussen de uit noodzaak in het dorp achtergebleven verwanten onderhouden. Dat is slecht voor de ontwikkeling van de hele familie. Tegelijk zou de afschaffing van het hukou betekenen dat stedelijke overheden veel meer geld moeten uitgeven, omdat de 'onzichtbare' bevolking plots zal worden meegerekend in de dienstverlening.
Ook Liu Xiaobo, de mensenrechtenactivist die de Nobelprijs voor de Vrede kreeg, pleitte voor de afschaffing van de hukou in zijn Charter 08. Hij verdween naar de gevangenis. Hoe reageerden de autoriteiten op uw suggesties?
Bikales: Ik weet zeker dat ze veel gelezen werden, maar er kwam volstrekt geen reactie. Sommige experts denken dat er momenteel aan de hukou wordt gesleuteld. Ik zie het voorlopig niet gebeuren.
Volgens u is ook een fiscale hervorming dringend nodig.
Bikales: Dat zal op groot verzet stuiten van de stedelingen, de staatsbedrijven en de bevolking van het rijkere oosten van het land. De Chinese staat rekent voor zijn inkomsten vooral op de btw, die is goed voor 65 procent van het totaal. Personenbelasting maakt maar 5 procent uit. Aangezien de basis zo gering is, moeten moeilijke keuzes gemaakt worden: gaat het geld naar prestigeprojecten, naar de IT-industrie of naar het platteland? Zal de steun van banken nog altijd prioritair naar de staatsbedrijven vloeien, in plaats van naar de kmo's? Die mastodonten zijn een heel machtige groep, en de creatie van een rechtvaardige concurrentiesituatie tussen hen en de privébedrijven laat nog steeds op zich wachten.
Tijdens het overleg met de VS in maart 2021 zei gewezen buitenlandminister Yang Jiechi dat China's verwezenlijkingen een model zijn voor de rest van de wereld én voor de VS. Klopt dat?
Bikales: Nou, de belangrijkste twee maatregelen waren dat boeren vanaf 1978 mochten kweken wat ze wilden om de oogst vervolgens te verkopen tegen de beste prijs, en dat ze in de stad mochten gaan werken. In de meeste landen worden zulke zaken niet door de overheid gecontroleerd, ze kunnen daar dus weinig mee. De recente aandacht voor rurale ontwikkeling is zeker een les, met nieuwe teelmethodes en technologieën, vaak groener en veerkrachtiger. Maar er werd véél meer geïnvesteerd in de kustgebieden en de steden dan in het platteland, zeker als het gaat over onderwijs en gezondheidszorg. De extreme rurale armoede is sterk afgenomen, maar de ontwikkelingskloof tussen stad en platteland en tussen de regio's onderling blijft gigantisch. Als China daar niets aan doet en een zo grote, achtergestelde plattelandsbevolking houdt, dan vallen er niet veel lessen te leren.
Bill Bikales
.
© .
- 1972-1976 studeert Chinees aan Princeton University
- 1979-1983 studeert in China
- 1987-1991 studeert economie aan Harvard
- 1991-2001 werkt in Mongolië
- 2001-2003 werkt in Oekraïne
- 2003-2006 werkt in Manila bij de Aziatische Ontwikkelingsbank
- 2006-2021 werkt in China voor verschillende VN-agentschappen, zijn laatste functie was die van VN-hoofdeconoom in Peking