‘Groene’ waterstof
Maar als je het op systeemniveau bekijkt, blijft er nog veel minder van over. Immers, de productie van die windmolenparken is uitermate grillig en niet te voorspellen, terwijl in een elektriciteitsnet vraag en aanbod altijd perfect met elkaar in balans moeten zijn.
Er is dus altijd snel regelbaar back-up vermogen nodig voor als de wind wegvalt. In een volledig ‘hernieuwbaar’ energiesysteem is de enige CO2-vrije oplossing, dat een aanzienlijk deel van die stroom, zeg 6 gigawatt, wordt gebruikt voor de elektrolyse van water, wat ‘groene’ waterstof oplevert. Die waterstof kan dan in omgebouwde gascentrales verbrand worden om stroom op te wekken als het niet of nauwelijks waait.
9 miljard euro voor 6 gigawatt
Helaas gaat in deze cyclus ongeveer driekwart van de groene stroom verloren; Tennet rekent met een rendement van deze cyclus van 26%. Dus uiteindelijk houden we 5 + ¼ x 6 = 6,5 gigawatt echt bruikbaar, snel regelbaar vermogen over. Daarvoor moet je dan nog wel 6 gigawatt aan elektrolysers bouwen. Hoeveel dat gaat kosten is zeer onzeker, want zulke grote elektrolysers bestaan nog niet. De totale elektrolyser-capaciteit op de wereld is momenteel slechts 1 gigawattt.
Schattingen nu – maar ja, dat is nu, waar hebben we dat eerder gezien? – hopen dat na een flinke schaalvergrotingsslag de kosten uitkomen op 1,5 miljoen euro per megawatt, dus 9 miljard euro voor 6 gigawatt. Vervolgens moet je de geproduceerde waterstof ook nog op grote schaal opslaan, dat gaat om miljoenen kubieke meters, maar dat is nog relatief goedkoop, laten we zeggen dat je daarmee voor een miljardje klaar bent.
Al deze infrastructuur – tweeduizend vierkante kilometer windmolenparken op zee, transformatorstations, kabels over de zeebodem, grondstations, elektrolysers, opslagplaatsen voor waterstof – kun je vervangen door vijf snel regelbare EPR-kerncentrales van elk 1,5 gigawatt. Die kun je direct op het hoogspanningsnet aansluiten, en elke centrale neemt niet meer plaats in dan een van die grondstations.
Als je uitgaat van 8 à 10 miljard euro per EPR, dan zijn de totale kosten van dezelfde orde van grootte als de nu bekend gemaakte kostenoverschrijdingen voor het aanlanden van wind op zee tot 2057. Tegen die tijd zijn al die nu gebouwde windmolens alweer rijp voor de schroothoop, waarna er nieuwe geplaatst moeten worden, terwijl die kerncentrales tot na het jaar 2100 stroom blijven leveren.
Meneer Timmermans!?
Natuurlijk valt er nog wel wat te morrelen aan deze cijfers. Een wat kleiner aandeel elektrolyse, aannemen dat het rendement van 26% nog wat verbetert, misschien dat door schaalvoordelen grote elektrolysers toch iets goedkoper per kilowatt zijn. Dat doet in wezen aan de conclusie niets af: kerncentrales nemen duizend keer minder ruimte in dan ‘hernieuwbare’ energie en kosten, als je eerlijk het hele systeem bekijkt, veel minder.
Meneer Timmermans, bent u daar nog? Meneer Timmermans!?
Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers is schrijver van de bestseller ‘De Stikstoffuik’. Zijn columns verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week.