Harde internationale strijd om werkgelegenheid
za 08 dec 2012, 07:01
AMSTERDAM - Overal in Europa loopt de werkloosheid snel op. De economen Willem Vermeend en Rick van der Ploeg verwachten een keiharde internationale concurrentie slag om bedrijven voor het eigen land te behouden en nieuwe van elders aan te trekken. Nederland krijgt het moeilijk.
Wereldwijd maken regeringen zich zorgen over de oplopende werkloosheid. Dit leidt tot een keiharde internationale concurrentieslag om eigen bedrijven binnen boord te houden en nieuwe bedrijven van elders aan te trekken. Ook Nederland krijgt steeds meer last van deze strijd om banen. De afgelopen jaren zijn er in ons land arbeidsplaatsen verloren gegaan door het vertrek van bedrijven naar andere landen. Door buitenlandse overnames raakten we verschillende hoofdkantoren van middelgrote internationale ondernemingen kwijt. Uit onderzoek van KPMG blijkt dat we de kans lopen dat we de komende jaren nog meer van deze kantoren zullen verliezen.
Dat betekent niet alleen een verzwakking van de structuur van onze economie, maar tevens een verlies aan hoogwaardige banen. Het kabinet Rutte II moet met dit risico rekening houden en in overleg met de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven bezien wat Nederland zou kunnen doen om deze belangrijke bedrijfsvestigingen voor ons land te behouden. Daarbij kan ook het wereldwijde onderzoek van belastingadvieskantoor PwC en de Wereldbank worden betrokken naar het belastingklimaat in landen.
Volgens dit rapport, gepubliceerd november 2012, begint Nederland in Europa zijn fiscale aantrekkingkracht op bedrijven te verliezen. Een toenemend aantal landen, vooral in Midden-Europa, biedt aan ondernemers een beter fiscaal klimaat. Deze ontwikkeling tast onze internationale economische concurrentiepositie aan en kan ons werkgelegenheid kosten doordat bedrijven minder voor Nederland gaan kiezen. Daarbij gaat het om substantiële werkgelegenheid bij grote en middelgrote bedrijven die vanuit Nederland internationaal handeldrijven en niet om fiscale brievenbusmaatschappijen.
Deze week kwam het Nederlandse belastingstelsel opvallend in het nieuws. Volgens berichten in de Engelse pers zou Starbucks in het Verenigd Koninkrijk nauwelijks vennootschapsbelasting betalen mede door gebruik te maken van slimme fiscale constructies en bepaalde (internationale) regels in de Nederlandse belastingwetgeving. Hoewel uit de berichtgeving blijkt dat de koffiegigant fiscaal niets illegaal zou hebben gedaan, probeert het Engelse hoofdkantoor toch zijn geschonden imago op te poetsen door het aanbod aan de fiscus vrijwillig 10 miljoen pond meer belasting te betalen. Het management van het bedrijf heeft nu pas door dat iedereen het oneerlijk vindt dat je via Engelse klanten grote winsten maakt en daarover amper belasting betaalt aan de Britse schatkist.
Activistische actiegroepen, zoals Tax Justice NL, die al langer bezig zijn Nederland weg te zetten als een belastingparadijs, kregen door deze fiscale rel steun voor hun bewering vanuit het Engelse parlement. De Nederlandse belastingwetgeving, die overigens aan alle internationale regels voldoet, zou onmiddellijk gewijzigd moeten worden. We moesten even glimlachen toen we dat lazen. Waarom? De Britten zijn wereldberoemd met hun gunstige fiscale regelingen voor de Londense financiële sector, de City, en nog beroemder met hun eigen echte belastingparadijzen de kanaaleilanden Guernsey en Jersey.
Internationale concurrentie tussen landen neemt toe
Binnen de EU maar ook daarbuiten proberen de meeste landen een zo gunstig mogelijk vestigingsklimaat te creëren voor internationaal opererende bedrijven. Om deze bedrijven aan te trekken maken ze ook gebruik van voordelige fiscale regelingen voor deze bedrijven, zoals een laag winstbelastingtarief in de vennootschapsbelasting en fiscale faciliteiten, zoals bepaalde vrijstellingen. De opbrengst voor hun schatkist van de vennootschapsbelasting vinden ze veelal niet zo belangrijk.
Het grote economische belang ligt bij extra banen. In het kader van deze onderlinge concurrentiestrijd om het binnen halen van bedrijven is het politiek niet ongebruikelijk andere landen te kritiseren over hun belastingbeleid. De geloofwaardigheid daarvan is nul, want in en buiten de EU concurreren vrijwel alle landen met een reeks aan faciliteiten, veelal ook los van belastingen, keihard om de gunst van het bedrijfsleven. Ondernemers zijn overal in de wereld van essentieel belang voor werkgelegenheid en economische groei. Dat geldt vooral voor internationaal opererende bedrijven.
Veel regeringen die bestaande bedrijven voor hun land willen behouden en nieuwe ondernemers uit andere landen willen aan trekken proberen daarom een zo gunstig mogelijk vestigingsklimaat te creëren: een zo vriendelijk mogelijk ondernemingsklimaat dat bedrijven aantrekt. Daarbij kan niet alleen worden gescoord met aantrekkelijke fiscale regimes, maar wordt meestal gebruik gemaakt van een reeks van andere voordelen die bedrijven geboden worden.
Voorbeelden zijn lage arbeidskosten, lage sociale premies, goedkope en gratis bedrijfsgronden, lage energielasten, een flexibele arbeidsmarkt, speciale (fiscale) regelingen en voorzieningen voor de topmanagers, lage administratieve lasten en snelle vergunningenprocedures. Landen die op dat vlak minder te bieden hebben schermen met hun goede rechtszekerheid, politieke stabiliteit, goede onderwijs- en zorgvoorzieningen en een aantrekkelijk leefmilieu voor internationaal management.