In Amerika waakt een Nederlandse viroloog over ‘ons’ vaccin: ‘Het ziet er goed uit’
Vincent Munster waakt in de VS over de veiligheid van het door ons gekochte Oxford-vaccin. Het ziet er écht gunstig uit, zegt de Nederlandse viroloog die al sinds februari onafgebroken aan het werk is in een exclusief interview. ,,Volledige bescherming zou het mooist zijn. We gaan kijken of dat er in zit.”
Chris van Mersbergen 08-08-20, 03:00
Ver weg, in een afgelegen laboratorium in de schaduw van de Rocky Mountains, is een man al maanden koortsachtig aan het werk om te controleren of het Oxford-vaccin dat ons straks moet gaan beschermen tegen het coronavirus écht werkt en veilig is. Het toeval wil dat die man een Nederlander is: Vincent Munster, de baas van de onderzoeksgroep Virus Ecology van het National Institute of Allergies and Infectious Diseases (NIAID). Dat is dan weer onderdeel van het National Institute of Health (NIH), het grootste biomedische instituut ter wereld. Anthony Fauci, de belangrijkste corona-adviseur van Trump, is zijn directe baas.
De in het Noord-Hollandse Spierdijk opgegroeide Munster werkt met zijn team mee aan het richting de eindstreep brengen van het vaccin dat door onderzoekers van het Jenner Institute in Oxford is ontwikkeld. Hij voerde onder meer de proeven op apen uit, die aantoonden dat het vaccin in elk geval een mate van bescherming biedt tegen corona. Munster heeft sinds eind januari geen vrije dag meer gehad, ook niet in het weekend. Hij gaat al maanden niet in op interviewverzoeken. Geen tijd.
Maar de aanhouder wint. Op 27 april verscheen zijn naam prominent in een New York Times-verhaal en na via verschillende kanalen zo’n tien pogingen tot contact te hebben ondernomen, is daar op 20 juli vanuit het niets eindelijk een mailtje vanuit de VS. Munster wil wel een afspraak maken.
,,Na zes maanden vind ik het wel een mooi moment om een keer mijn verhaal te doen’’, verklaart hij een ruime week later, via een videoverbinding. ,,In het begin van de coronacrisis heb ik een aantal artikelen gepubliceerd over de manier waarop het virus zich verspreidt. Toen kreeg ik vijftig verzoeken om in de media verschijnen. Na de berichten over het Oxford-vaccin was dat weer zo. Ik heb een paar dingen hier in de VS gedaan, The New York Times, Washington Post. Maar daar heb ik het bij gelaten. Het is te veel afleiding. Alles wat je zegt, wordt op een goudschaal gewogen, en roept weer reactie op. Ik vind het niet erg nuttig om daar veel tijd in te investeren. De wetenschap moet zich focussen op wetenschap. Veel collega’s zijn druk op Twitter en andere sociale media, ik houd me daar niet mee bezig. Wetenschappelijke discussie moet gevoerd worden aan de hand van data, niet in tekstberichten van 140 tekens. Maar ik weet dat anderen daar anders over denken.”
Succesvol
Munster tijdens veldwerk in Congo. © Kai Kupferschmidt
Je kunt geen vaccins uitdelen als je ze niet eerst ontwikkelt
In 2009 trok Munster met zijn vrouw Emmie de Wit - ook Nederlands, ook viroloog - naar de VS. De bedoeling was om een aantal jaren onderzoek te doen in de zwaarbeveiligde BSL4-labs, waar met gevaarlijke virussen als ebola en nipah mag worden gewerkt. ,,We hadden niet meteen het idee om hier voor altijd te blijven. Tot ik in 2013 de kans kreeg om een eigen onderzoeksgroep op te richten. Ik ben vrij om te doen wat ik wil. Ik krijg van de overheid een bedrag dat ik naar eigen inzicht kan besteden. Het enige dat ze van me verwachten, is dat ik succesvol ben.’’
Munster en De Wit wonen op vijf minuten van het lab in het dorp Hamilton. ,,Je rijdt zo de Rocky Mountains in.’’ De dichtstbijzijnde ‘grote stad’ is Missoula met 65.000 inwoners, op 70 kilometer rijden. Montana is qua oppervlakte groter dan Duitsland, maar telt amper 1 miljoen inwoners.
De geïsoleerde ligging neemt Munster graag voor lief, want er is wereldwijd geen instituut waar hij zou kunnen doen wat hij bij het NIAID kan. Een langjarig onderzoek naar ebola in Afrika, bijvoorbeeld. ,,Dat is in Europa nauwelijks te financieren, dan ben je de hele dag bezig met het aanvragen van beurzen. Hier kun je alles combineren: het veld- en laboratoriumonderzoek, het ontwikkelen van medicijnen en uiteindelijk het testen ervan op mensen.’’
Noem het het Real Madrid van de virologie, en daar heeft Munster een vaste basisplaats, net als zijn vrouw Emmie. Zij was onder meer betrokken bij het onderzoek naar remdesivir, het ebolamedicijn dat ook het ziekteproces van coronapatiënten verkort.
Invloed
Munster met een zending medisch materiaal bij de Rocky Mountain Laboratories in Montana. © Vincent Munster
Wat Munster en De Wit doen, heeft invloed. Het Amerikaanse RIVM, het CDC, baseert er mede zijn adviezen op, net als andere overheidsinstellingen. Munster belt regelmatig met zijn baas Fauci, de kleine Amerikaanse coronageneraal. ,,Niet heel vaak. Een goed teken. Het laat zien dat hij vertrouwen in me heeft.’’
De afgelopen jaren verdeelde Munster zijn tijd tussen zijn lab in Montana en veldwerk in Afrika en het Midden-Oosten (voor Mers, een eerder coronavirus). En toen was daar opeens Covid-19. Zodra Munster de eerste berichten uit China hoorde, gingen de alarmbellen rinkelen. Nadat hij begreep dat het om een coronavirus ging, wist hij: dit konden wel eens drukke maanden worden.
Dat klopte. Het Oxford-vaccin bevindt zich in de voorhoede van de internationale jacht op een middel dat ons van corona verlost. Het zou in september klaar kunnen zijn. Nederland kocht samen met Duitsland, Frankrijk en Italië 300 miljoen doses van het vaccin, dat door farmaceut AstraZeneca op de markt wordt gebracht.
Wanneer besefte je dat je een van de wetenschappers zou zijn die zou gaan meewerken aan het tot nu toe snelste vaccintraject in de hele westerse wereld?
,,Redelijk snel. Samen met Oxford hadden we al vaccins tegen andere coronavirussen ontwikkeld. We hadden dus de ervaring. Ik wist: als het allemaal goed gaat, kunnen we snel zijn. Op 10 januari kregen we de eerste data van het virus. Toen zijn ze in Engeland meteen begonnen met het vaccin en wij in ons lab met het voorbereiden van testen en dierproeven. De volgende stap was dat we het virus zelf in handen moesten krijgen. Gelukkig voor ons was er vrij snel een uitbraak in de staat Washington, dus dat lukte. Daardoor konden we heel snel beginnen met het vaccineren van dieren, en ze daarna blootstellen aan het virus. De data van die proeven waren nodig om het vaccin voor het eerst op mensen te kunnen testen.’’
We willen natuurlijk allemaal weten of het vaccin dat we als Nederland hebben aangekocht ook echt werkt. Deel jij het optimisme van de onderzoekers in Oxford?
,,De definitieve data moeten natuurlijk komen uit de studies onder mensen. Maar: ja, ik denk dat het er goed uitziet.’’
Ben je nog steeds bezig met het vaccin?
,,Zeker. Mijn belangrijkste werk was om in de diermodellen te laten zien dat het vaccin werkt, en dat het in elk geval bij apen geen bijwerkingen had. Dat is gelukt. Nu zijn we in het lab heel minutieus aan het uitzoeken hoe het vaccin precies werkt, welke onderdelen van het immuunsysteem worden gestimuleerd. Ook willen we weten of het vaccin alleen beschermt tegen de zware ziekteverschijnselen van Covid-19, zoals longontsteking, of dat het ook de overdracht van mens tot mens kan voorkomen.’’