‘In talkshows en andere media zie je allerlei OMT-leden opduiken. Virologen als Marion Koopmans, artsen als Ernst Kuipers en Diederik Gommers. Welke rol spelen ze daar? Via de band leggen ze met hun angstverhalen extra druk op de politiek en de bevolking. Ik vind dat heel vreemd. Als ik Rutte was geweest, had ik gezegd: mensen van het OMT, jullie blijven uit de media, en wie toch graag in de media wil, zit niet in het OMT.
‘Voor Rutte en De Jonge is het veilig om zich achter het OMT te verschuilen. Uit de Tweede Kamer hoor je niet veel, nee. De achterban van de PvdA is bang, dus gaat Asscher een eind mee met het kabinet. Voor GroenLinks geldt hetzelfde, zelfs voor de PVV.’
De usual suspects zijn volgens De Hond heilig verklaard
‘Ik vind ook de media laf. De omroepen, NRC Handelsblad, de Volkskrant, EW, ze bieden heel weinig tegenwicht. Een mail die ik op 2 april heb verstuurd en waarin ik waarschuw voor het gevaar van verspreiding door de lucht in onder meer zorginstellingen, kreeg geen enkele aandacht.
‘Media gaan naar de usual suspects en die zeggen: nee, hoor, het gaat via grote druppels. Als ik een journalist Van Dissel of Koopmans hoor interviewen, moet ik denken aan het interview van Erica Terpstra met de dalai lama. Geen enkele kritische vraag. Nooit doorvragen: ja, maar de Wereldgezondheidsorganisatie zegt het ook, dus dan is het zo. Die mensen zijn heilig verklaard.
‘Ik ben maar een opiniepeiler, hè. Wat weet die ervan? Ja, ongetwijfeld zijn er mensen die denken: daar heb je die De Hond weer. So be it. Moet ik dan mijn mond houden? Kom nou.’
Voor De Hond is corona inmiddels een onderneming
Na afloop van het interview leest De Hond voor uit een privébericht dat hij via Twitter in de tussentijd ontving. Dat bericht is van de Amerikaanse hoogleraar Jose-Luis Jimenez, specialist in aerosolen, ‘een van de grote deskundigen op dat gebied’. Met Jimenez heeft hij geregeld contact. Zo ook met Jaap Goudsmit, erkend onderzoeker naar virussen als hiv en griep. ‘Binnenkort komt een boek van hem uit waarin hij me bedankt. Als ik hem spreek, zegt hij dat ik voor het overgrote deel gelijk heb en dat ik de onderzoekers scherp houd.’
Voor De Hond is corona inmiddels een onderneming. Wekelijks is op zijn website een vraag- en antwoordsessie en een podcast te horen. Daarin komt hij terug op zijn blogs waarin hij wijst op internationaal wetenschappelijk onderzoek. Die site bestierde hij aanvankelijk in zijn eentje. Nu heeft hij enkele medewerkers om mails te beantwoorden, te modereren en de site bij te houden. Soms trekt die meer dan 150.000 bezoekers per dag. Hij krijgt donaties, vertelt hij. Ook anderszins ontvangt hij veel steun.
‘Mensen zeggen weleens: je doet zo boos. Vind je het gek? Ik wist in april zeker dat er in zorginstellingen onnodig doden vielen. Ik heb een dankbrief gekregen van een directeur van een zorgorganisatie met zes huizen. Hij schreef: ik dacht meteen al dat je gelijk had, we zijn goed gaan ventileren en we hebben geen enkele besmetting gehad. Ik weet dat meer mensen mijn adviezen opvolgen. Maar moet ik dan zeggen: hiep hoi, het gebeurt? Het is toch belachelijk dat mensen het doen, omdat ik zo tetter. Waarom worden mensen niet door Rutte en De Jonge opgeroepen om te ventileren?’
Twee dagen na het overlijden van Marc was hij al op tv
Met een doodzieke zoon had De Hond kunnen denken: ik laat deze misstand aan me voorbijgaan. ‘Ik was er voor Marc. Had ik dan de rest van de dag moeten duimendraaien? Mijn verbijstering is te groot. Er worden zulke basale stupiditeiten uitgehaald.’
Twee dagen na het overlijden van Marc was hij op televisie. ‘Ik heb dat om twee redenen gedaan. Marc had een boodschap. Zijn boek kwam uit, er zou een documentaire over hem op tv komen en een interview in de Volkskrant. Daarvoor wilde ik aandacht vragen. In 2002 had Marc een dwarslaesie opgelopen na fouten bij een operatie. Hij was een voorbeeld voor mensen met een beperking. Op het laatst was hij dat ook voor mensen in hoe je met de dood kunt omgaan.
‘Over corona werd ik amper door de media benaderd. De tweede reden was dat ik wilde voorkomen dat ze een excuus hadden om me helemaal niet te vragen: die De Hond benaderen we maar niet, want zijn zoon is net dood. Ik ben bewust gegaan om te laten zien dat ik meer was dan een rouwende vader.’
Vader Maurice wilde sterk zijn voor zijn zoon
‘Ik heb veel kracht gehaald uit hoe Marc was. Ik heb me constant afgevraagd: zou hij willen dat ik in de kreukels lag of dat ik sterk zou zijn? Ik moest sterk zijn. Als ik in de kreukels zou liggen, zou hij een schuldgevoel krijgen.
‘En Marc was zelf heel sterk. Moet ik hem dan minder sterk maken met mijn verdriet? Nee, dan moet ik maar een andere manier vinden om met mijn verdriet om te gaan. Natuurlijk hebben we ons verdriet gedeeld. Dat gebeurde als hij verdrietig was. Marc en ik hebben goed afscheid kunnen nemen. Hij heeft het geaccepteerd, ik heb het geaccepteerd.
‘Ik was sterk toen Jasmin overleed. We hadden alles goed geregeld voordat ze overleed. Dat hadden Marc en Remona ook gedaan. Dat vond ik geweldig, maar het was ook confronterend. Een paar weken voor zijn overlijden hadden ze een nieuw huis gekocht waar zij zou gaan wonen. Ze wisten naar welke school de kinderen zouden gaan. Telkens als ze daarover vertelden, als ze foto’s van het huis lieten zien, kwam dat aan. Elke keer besef je: binnenkort is het voorbij.’
In zijn familie, vertelt hij, ‘kijken we vooruit, niet achteruit’. De Hond groeide op als enig kind. Zijn ouders hadden in een concentratiekamp gezeten. Van beiden zijn tientallen familieleden in de oorlog vermoord.
‘Mijn moeder had weleens iets verteld, maar pas later ontdekte ik hoe groot dat was. Uit de eerste en tweede graad van haar familie zijn 85 mensen vermoord. Als mijn ouders achteruit hadden gekeken, hadden ze het niet overleefd. In de twee weken voor 4 en 5 mei werden ze stiller, maar verder merkte ik weinig. Hun overlevingsdrang bestond voor een groot deel uit vooruitkijken. Ik ben blij dat ik dat ook heb.’
In de documentaire van Nada van Nie zegt Marc dat ‘je moet spelen met de speelkaarten die je in het leven krijgt’. Hij kreeg, zegt hij aan het slot, ‘83 slechte kaarten’. Maurice de Hond had ook veel te verduren. Ook een elf maanden oud zoontje uit zijn tweede huwelijk overleed, aan een hartkwaal.
‘Dat was Marcs manier om ermee om te gaan. Ik heb een geweldig leven, met een geweldige vrouw, geweldige kinderen en kleinkinderen. In een leven gebeuren verschrikkelijke dingen, maar hoe kan ik nou zeggen dat ik slechte kaarten heb gehad? Mijn ouders, hun generatie, die hadden slechte kaarten.’
Ron Kosterman