Daadkracht en verantwoordelijkheid missen we.
Nederlandse waterstofplannen lopen stuk op geld
18:27
In Nederland is er geen bedrijf dat nu grootschalig aan de slag gaat met groene waterstof, terwijl die ambities er wel zijn. De overheid trekt weinig subsidie uit voor de bouw van waterstoffabrieken, in vergelijking met andere Europese landen. Dat is een ergernis voor de industrie- en energiesector, die in Nederland veel potentie zien als waterstofland.
Waterstof wordt in het Nederlandse Klimaatakkoord, waarin afspraken staan om de CO2-uitstoot te verminderen, genoemd als belangrijk middel voor grote vervuilers om te verduurzamen, zoals de industrie en zwaar vracht- en vaarvervoer. De uitstoot van CO2 zorgt voor klimaatverandering, deze emissies moeten snel en grootschalig omlaag om de ergste natuurrampen te voorkomen, zo stelde een klimaatrapport van de VN deze zomer.
Veel ambitie
Ceo Mads Nipper van het Deense energiebedrijf Ørsted wil daarom dat Nederland snel met extra steun komt voor groene waterstofprojecten, zo zei hij maandag in een interview met het FD. De grootste offshore windparkbouwer ter wereld wil in Zeeland graag een grote waterstoffabriek bouwen, maar dat gebeurt niet zonder overheidssubsidie.
Nipper is niet de enige die het Nederlandse waterstofbeleid hekelt. Met namen als GreenH2UB, H2-Fifty, SeaH2Land, H2ero, CurtHyl en NortH2 hebben grote multinationals als Shell, BP, Orsted, Nouryon en Vattenfall, maar ook kleine partijen als de Hydrogen Mill in Sint Philipsland projecten aangekondigd. Aangekondigd, want daar blijft het voorlopig bij. Bijna alle projecten zitten nog in de onderzoekende fase. Het is wachten op overheidssteun om de businesscase rond te krijgen, vinden deze partijen in de energie-, chemie- en industriesector.
‘Die oproep en waarschuwing tegelijk is terecht’, zegt Jörg Gigler, directeur Topsector Energie in een gesprek met het FD. In de Topsector Energie werken overheid, wetenschap en bedrijfsleven samen aan nieuwe duurzame technieken. ‘Bedrijven willen en moeten nu investeren om straks waterstof te kunnen produceren. Maar daar zijn nog maar heel mondjesmaat instrumenten voor beschikbaar. Wat er is, is bij lange na niet voldoende', zegt hij.
€100 mln
Het kabinet zegde tot nu ongeveer €100 mln toe aan de ontwikkeling van waterstof in Nederland, waarvan het grootste gedeelte, €73 mln, loskomt uit het Nationaal Groeifonds. Nog eens €265 mln kan daarbij komen als de eerste waterstofplannen succesvol blijken. De bedragen tekenen schril af bij de aanvraag voor waterstof die bij het Groeifonds binnenkwam, namelijk €738 mln. Voorzitter van het Groeifonds, oud-minister Jeroen Dijsselbloem (PvdA) vond de bijdrage van de Nederlandse waterstofplannen aan het verdienvermogen 'te weinig onderbouwd', zo zei hij destijds in een toelichting.
'Als je een elektrolyser wilt realiseren van 1 of 5 of misschien 10 megawatt, dan lukt het nog wel met het bestaande instrumentarium', zegt Gigler. Een elektrolyser maakt uit groene stroom, duurzame waterstof. Hoe groter het aantal megawatt, hoe meer waterstof. De komende jaren is er voor de ontwikkeling van groene waterstof veel capaciteit aan elektrolyse nodig. Nederland zet in op 3 tot 4 gigawatt in 2030, zo is afgesproken in het Klimaatakkoord. Om dat voor elkaar te krijgen, is veel geld nodig.
Gigler: 'Maar je kunt in Nederland geen investeringsbeslissing nemen van €200 mln voor een elektrolyser van 100 megawatt. Die gaat geen enkel bedrijf nemen, zolang het niet weet hoe het dat straks kan financieren. Als een bedrijf wil investeren heeft het nu zekerheid nodig om ook geld te krijgen van banken en financiers.’
In vergelijking met Duitsland en Frankrijk zijn de steunbedragen in Nederland mager. De regering- Merkel trekt de komende jaren bijna €9 mrd uit voor ruim zestig waterstofprojecten. Frankrijk stelt €7 mrd beschikbaar. ‘Wij willen de nummer 1 ter wereld worden in waterstoftechnologie’, zei de Duitse minister van energie Peter Altmaier bij de bekendmaking van de waterstofplannen, afgelopen mei.
Blauwe en groene waterstof
Er zijn twee soorten waterstof, waar in het Klimaatakkoord over wordt gesproken: blauwe en groene waterstof. De blauwe variant is waterstof gemaakt van de fossiele brandstof aardgas. De CO2-uitstoot die hierbij vrijkomt wordt afgevangen en opgeslagen. Groene waterstof wordt gemaakt van duurzame elektriciteit uit zon en wind. De industrie ziet de groene variant als ultieme techniek om haar emissies te laten zakken, maar omdat groene waterstof duurder is dan blauwe, willen bedrijven zoals Shell graag eerst op blauw inzetten. Milieupartijen zien liever dat gelijk op groene waterstof wordt ingezet. Maar vooralsnog komt subsidie voor beide soorten niet van de grond.
Gigler: 'Iedereen kijkt echt met argusogen naar een nieuw kabinet dat zich uitspreekt vóór waterstof. Op dit moment worden de kaarten geschud. Nederland moet er in de komende drie of vier jaar bij zijn, anders sta je straks achteraan', zegt hij.
Volgens Tweede Kamerlid Henri Bontenbal (CDA) hoeft Nederland niet zoals Duitsland met miljarden over de brug te komen. 'Duitsland is immers veel groter', zegt hij. 'Maar ik denk wel dat de ceo van Ørsted een punt heeft. De overheid praat veel over een waterstofeconomie, maar verder gebeurt er niets. Ik hoop dat in de komende Rijksbegroting geld voor waterstof wordt vrijgemaakt', zegt hij.
De gedoodverfde coalitiepartij D66 is minder happig om grote industriële bedrijven subsidie te verstrekken, zegt Tweede Kamerlid Raoul Boucke in een reactie. Maar in waterstofinfrastructuur, het aanleggen van buizen voor het vervoer, wil de partij wel graag investeren, aldus D66'er.