’Plaasmoorde’ verlammen blanke boer
Door Wierd Duk
2 uur geleden in BINNENLAND
Veel Nederlanders hebben banden met Zuid-Afrika. Daar dreigt de overheid blanke boeren te onteigenen zonder compensatie. Naast een reeks moorden op Afrikaner boeren is dit een nieuwe bron van zorg voor familie en vrienden.
Over de ’Plaasmoorde’ – de moorden op vooral blanke boeren in Zuid-Afrika – doen tegenstrijdige verhalen de ronde. In rechtse kringen worden de moordpartijen gezien als bewijs dat in Zuid-Afrika een ’witte genocide’ plaatsheeft. De aanslagen zouden een politiek motief hebben. Kijk maar naar radicale, zwarte activisten als Julius Malema van de extreemlinkse Economic Freedom Fighters (EFF), die onteigening eist en zijn opgewonden aanhang ophitst met teksten als ’Kill the Boer, kill the farmer!’
Anderen schuiven een racistisch motief terzijde. Zij wijzen erop dat Zuid-Afrika sowieso wordt geplaagd door buitensporig geweld, waar vooral zwarten onder lijden. De vermoorde boeren – vorig jaar 47 – zijn in deze analyse slachtoffer van ordinaire roofovervallen met fatale afloop.
Er is één opmerkelijke constante in de Plaasmoorde (’plaas’ betekent ’erf’): ze gaan meestal gepaard met extreem geweld. Mannen, vrouwen en zelfs kinderen worden soms urenlang gemarteld, verkracht en onherkenbaar verminkt. Gruwelijk verhalen, bijvoorbeeld die over een 12-jarige jongen die werd verdronken in gloeiend heet water nadat hij eerst moest toezien hoe zijn ouders werden afgeslacht; of over een bejaarde dame wier borsten werden afgesneden, zaaien angst onder de boerenbevolking.
Nachtmerrie
De Nederlandse Arine Prins (54) verloor vorig jaar haar man Peet van Es bij zo’n roofoverval. Sinds 1999 woonde het gezin in Zuid-Afrika, niet ver van het stadje Barberton; vanwege de ruimte, de natuur, het klimaat en de ’schitterende sterrenhemel’. Hun Afrikaanse droom veranderde in een nachtmerrie toen op een avond in april vijf gewapende mannen het huis binnendrongen en Arine, Peet en een vriend knevelden. Arine werd urenlang geslagen, Peet werd doodgemarteld, de vriend werd met rust gelaten.
Nu, anderhalf jaar later, kijkt Arine Prins in een huisje in de bossen bij Oldebroek terug op de gebeurtenissen die het leven van haar en haar kinderen, Beer (25) en Sterre (22), verwoestten. „Onze eenheid, ons gezin is er niet meer.” Ze voelen zich in Nederland ontheemd. Het gemis van Peet schrijnt. Voor Arine staat vast dat de boerderijmoorden politiek gemotiveerd zijn. „Je ziet Julius Malema toch alles en iedereen opruien? En hij is er succesvol mee. Hij belooft die arme sloebers, mensen die niets te verliezen hebben, land en rijkdom en onderhoudt zo zijn achterban.”
De moorden zijn geen nieuw verschijnsel. Ze maken sinds de afschaffing van de apartheid deel uit van het dagelijks leven van de Afrikaner boeren. Prins: „Maar wij dachten, ons overkomt dit niet. Bij ons in de buurt gebeurde nooit iets.”
Veel Zuid-Afrikanen in de stedelijke gebieden zien de Plaasmoorde als een ver van hun bed show. Historica Simone Kerseboom (34) emigreerde op haar twaalfde met haar ouders naar Zuid-Afrika. Daar groeide ze op, ze studeerde er, ze promoveerde en leeft nu in Maastricht. Ze houdt enorm van Zuid-Afrika, zegt ze. Zij en haar vriend denken erover om terug te gaan en zich te vestigen op het platteland. „Maar het eerste wat hij me vroeg was: ’Hoe zou je het dan vinden om overdag alleen thuis te zijn?’”
Regenboog
Kersebooms positie is interessant. Ze werd volwassen met het idee dat het nieuwe Zuid-Afrika zich als een ’rainbow nation’ – een fraaie mix van kleuren – zou ontwikkelen. Misstanden aankaarten als de Plaasmoorde werd in haar politiek-correcte, academische milieu afgedaan als ’angst aanwakkeren door extreem-rechts’.
Terug in Nederland besefte ze pas hoe buitensporig het geweld in Zuid-Afrika is en hoe abnormaal het lot is dat de Afrikaner boeren treft. „De meeste Zuid-Afrikanen – ik ook – kennen wel iemand die is vermoord. De boeren in de landelijke gebieden leven in permanente angst. Feitelijk zijn de vrouwen er gevangenen in hun eigen huizen, omdat ze zich moeten insluiten als hun mannen op het land aan het werk zijn. Zo te moeten leven is verschrikkelijk uitputtend.”
Ze wijst op enkele slachtoffers die zij kent: beroving, moord, zware mishandeling. „Het extreme geweld waarmee die overvallen gepaard gaan wijst, vrees ik, op een diepgewortelde haat jegens de Afrikaner Boer. Die is voor veel zwarten nog altijd het symbool van racisme en apartheid. En ja, als je ziet dat sommige boeren nog altijd ’boy’ zeggen tegen hun personeel – ook al is zo iemand een jaar of 50, 60 – dan begrijp je hoe diep die kloof is.”
Angst
De Zuid-Afrikaanse werkelijkheid kent veel lagen, maakt Kerseboom duidelijk. „Er zijn ook boeren die zwarten mede-eigenaar maken van hun bedrijven.” Ze begrijpt de angst onder de boeren. „De Afrikaners, die een indrukwekkende, driehonderd jaar oude geschiedenis hebben, waren altijd een bedreigde minderheid; door de Britten en door andere etnische groepen. De Plaasmoorde voeden hun diep gewortelde angst, die voortkomt uit eeuwen van strijd.”
Hoezeer een jeugd in dat milieu je kijk op je medemens beïnvloedt, merkte Mariette (32), een Zuid-Afrikaanse die getrouwd is met de Nederlander Mark. Haar vader werd, toen zij tien jaar was, door zwarte criminelen doodgeschoten bij een winkeloverval. Mark: „Mijn vrouw was mede door die ervaring ronduit racistisch. Mijn schoonfamilie is dat nog altijd, maar mijn vrouw heeft hier in Nederland een heel andere, genuanceerdere kijk op de zaken gekregen.”
Zouden ze terug willen? Mark: „Zuid-Afrika heeft een geweldige natuur en er wonen veel vriendelijke mensen. Maar het is geen land meer waar je kinderen wilt grootbrengen. Mijn vrouw moest afkicken toen ze naar Nederland kwam. Ze schrok van elk geluid. Pas na een week kon ze normaal slapen.”