Poetin stond jarenlang bekend als een ijskoud, maar ook pragmatisch leider. Sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne lijkt hij steeds impulsiever en emotioneler te handelen. Is hij zijn ratio kwijt?
Jarron Kamphorst26 maart 2022, 12:15
Is hij gek geworden? Dat is de vraag waar honderden analisten zich de afgelopen tijd het hoofd over breken sinds Vladimir Poetin op 24 februari een voor menigeen onverklaarbaar offensief startte in Oekraïne. De Russische president die altijd bekend stond als een weliswaar koelbloedig maar tegelijkertijd ook rationeel en pragmatisch leider lijkt in een kwestie van weken de logica te hebben afgezworen en zijn besluiten voornamelijk te nemen op basis van emotie en rancune. Zijn grillige gedrag, plotseling opgeblazen gezicht, grimmige bedreigingen en doorgeslagen historische retoriek roepen bij velen de vraag op of hij nog wel emotioneel stabiel is. Of dat hij ziek is.
Aan geruchten over Poetins mentale en fysieke welzijn was überhaupt al nooit gebrek. Zo duiken er om de zoveel tijd wel weer berichten op over het rare loopje van de president. Als hij wandelt, zwaait zijn linkerarm namelijk gewoon mee, terwijl zijn rechterarm stijf langs het lichaam hangt. Die harkerige tred is al jaren voer voor speculatie over Poetins gezondheid. Zelfverklaarde neurologen menen dat hij aan parkinson lijdt of dat hij in het verleden een beroerte heeft gehad waardoor hij een halfzijdige verlamming heeft.
Psychiatrisch patiënt
Ook de in 2014 vermoorde oppositiepoliticus Boris Nemtsov zinspeelde er een paar maanden voor de aanslag op zijn leven op dat Poetin mentaal niet helemaal goed was. Kort na de bezetting van de Krim, inmiddels acht jaar geleden, vergeleek Nemtsov Poetin met een psychiatrisch patiënt die ‘helemaal gek in zijn hoofd is’.
Vragen over Poetins gezondheid komen ook nu weer massaal naar boven drijven. Dat begon al in aanloop naar de oorlog van Oekraïne toen Poetin internationale hoogwaardigheidsbekleders als de Franse president Emmanuel Macron en de Duitse bondskanselier Olaf Scholz plaats liet nemen aan het andere uiteinde van een vier meter lange onderhandelingstafel in het Kremlin. Ogenschijnlijk ging het daarbij om overdreven coronavoorzorgsmaatregelen, al zat de Wit-Russische president en bondgenoot Aleksandr Loekasjenko in diezelfde periode praktisch bij Poetin op schoot toen hij in Moskou langskwam voor een tête-à-tête.
Steeds grilliger en onheilspellender
Hoe dan ook riepen de extreme afstandsregels en het feit dat Poetin zich sinds het begin van de pandemie grotendeels opsloot in zijn presidentiële residenties buiten Moskou de vraag op of de president in die extreme isolatie zijn realiteitszin verloor en of hij feit en fictie nog wel weet te onderscheiden. Zeker vanaf vlak voor het begin van het Russische offensief in Oekraïne is zijn gedrag steeds grilliger en onheilspellender. Dat begon al daags voor de invasie tijdens de georkestreerde en onwerkelijke bijeenkomst van de Russische Veiligheidsraad op 21 februari waar Poetin de directeur van inlichtingendienst FSB, Sergej Narysjkin, publiekelijk vernederde.
Toen Poetin van zijn spionnenbaas wilde weten of hij voor of tegen de erkenning van de zelfverklaarde volksrepublieken Donetsk en Loegansk in Oost-Oekraïne was, raakte Narysjkin even van slag en antwoordde hij dat hij voor inlijving van de gebieden bij Rusland was. “Spreek duidelijk, Sergej [Narysjkin] Jevgenovitsj, zeg gewoon ja of nee”, riposteerde Poetin zichtbaar geïrriteerd. “Hier hebben we het niet over. We hebben het over erkenning van hun onafhankelijkheid: ja of nee.”
Diezelfde avond verscheen Poetin nog op tv met een even megalomane als historische toespraak waarin hij aan de hand van allerhande bizarre verwijzingen naar het verleden uiteenzette waarom Oekraïne Rusland feitelijk toebehoort. De speech was zwanger van het historisch onrecht en de persoonlijke verbetenheid die Poetin koestert ten aanzien van het buurland dat volgens hem niets meer is dan een ‘historisch construct’ dat tijdens de Sovjet-Unie onder Vladimir Lenin vorm kreeg, en dus geen enkel bestaansrecht geniet.
‘Bende drugsverslaafden’ en ‘neonazi’s’
Sindsdien stapelden de uitspraken zich op die de rationaliteit van de president alleen maar verder in twijfel trekken. Zoals op 25 februari toen Poetin in alweer een andere speech de regering van zijn Oekraïense evenknie Volodimir Zelenski omschreef als een ‘bende drugsverslaafden’ en ‘neonazi’s’. Vrijwel moeiteloos verbond hij daar een oproep aan voor het Oekraïense leger: het werd misschien maar eens tijd voor een staatsgreep.