Het idee om de kapitein weer tot leven te wekken ontstond toen Von Hebel research deed voor zijn boek ’Stemmen van de bevrijding’. ,,Ik zag dat de allereerste aflevering op 11 december 1945 in Het Parool was gepubliceerd”, vertelt hij. ,,Het leek mij prachtig als precies 75 jaar later een nieuw avontuur kon worden beleefd. Dat idee is voorgelegd aan de erven van Kuhn, zijn dochters. Zij stemden ermee in.”
De nieuwe vertelling is getiteld ’De laatste reis van De Vrijheid’ en begint in het heden. Kapitein Rob wordt als oude man geconfronteerd met een authentiek document uit de 17de eeuw met daarop zijn naam, opgesteld in zijn handschrift. Zo begint een avontuur waarin niet alleen de oude vijanden van kapitein Rob opduiken, professor Lupardi en diens assistent Yoto, maar ook andere karakters uit de originele strip.
Kuhn werkte destijds nauw samen met de Amsterdamse journalist en scenarist Evert Werkman (1915 – 1988). ,,Hij bedacht de verhalen en leverde de tekeningen in bij Werkman, die maakte er volgens een lopend verhaal van”, vertelt Von Hebel.
Anno 2020 is de werkverdeling anders. Von Hebel is zowel bedenker van het verhaal als scenarist, De Heij maakt de tekeningen.
Franka
Gevraagd naar de positie van Kuhn in de Nederlandse stripgeschiedenis vertelt De Heij over de verkiezingen van de Nederlandse stripheld van de eeuw, bijna twintig jaar geleden. ,,Ik dacht: er zijn maar twee die in aanmerking komen, Eric de Noorman en Kapitein Rob. Eric de Noorman is misschien virtuozer getekend, maar de avonturen van Kapitein Rob zijn veel levendiger. Tot mijn verrassing werd het Franka van Henk Kuijpers.”
Wat De Heij aanspreekt is de op realisme gebaseerde tekenstijl van Kuhn. ,,Met veel streepjes en arceringen, dat zit in ook in mijn werk. De tekeningen van Kuhn zijn niet perfect, maar wel altijd zo gemaakt dat je denkt: dát is leuk. Het wérkt bij Kuhn. Dat vind ik belangrijker dan dat het virtuoos is. Ik kan niet te veel stroken van Kuhn bekijken, want dan raak ik gegrepen en blijf ik lezen.”
Van Kuhn wordt gezegd dat alles in zijn tekeningen zo waarheidsgetrouw mogelijk moest zijn. De Heij heeft een iets andere benadering. ,,Ik documenteer mij natuurlijk wel, maar ik weet bijvoorbeeld niks van boten. Ik hou niet eens van zeilen. Ik hou niet van water, maar vind het wel leuk om te tekenen. En als je een tijdmachine moet tekenen, hoeft het natuurlijk niet te kloppen.”
Er hangt een zweem van nostalgie om de nieuwe Kapitein Rob. Heeft hij de krantenlezer nog iets nieuws te melden? ,,Dat is afwachten”, reageert De Heij. ,,Ik vind het nog steeds de moeite waard om te lezen over tijdreizen en andere avonturen. Ik word nog steeds gegrepen door Alexander Dumas en Jules Verne. Dat het iets van vroeger zou zijn, maakt iets voor mij persoonlijk niet minder interessant of leuk.”
Bekeken door de ogen van nu, is Kapitein Rob een ouderwetse held zoals Hollanders die graag zagen: vrij en onverveerd. Later heeft Kuhn zijn personage laten trouwen, weet Von Hebel. ,,Dat is geen gelukkige keus geweest, zeggen ook de dochters van Kuhn. Kapitein Rob was wel heel erg vaak van huis. Het was de man die maar heel af en toe op zondag het vlees kwam snijden.”
Eigen wereldje
Met nostalgie is niets mis, meent Von Hebel. ,,Kapitein Rob herinnert mij aan het gevoel dat ik als jochie had toen ik die boeken las. De behaaglijkheid. Op de bank met een kop thee. Een eigen wereldje. En dan zwerf je door de snikhete jungle, of je banjert over de poolkap, je belandt op de rug van een potvis en vliegt in een raket door de ruimte. Dat gevoel heeft deze strip te bieden.”
De terugkeer is bedoeld als eenmalig. ,,Toen de strip 75 jaar geleden voor het eerst verscheen, zat het verhaal vol verwijzingen naar het einde van de Tweede Wereldoorlog”, zegt Von Hebel. ,,Neem alleen al de naam van het schip, De Vrijheid. Nog belangrijker: de mogelijkheid om weer op avontuur te gaan. Kuhn heeft zijn strips zo slim opgezet dat er nog veel avonturen beleefd kunnen worden. Kapitein Rob is nog niet uitverteld.”
Een man alleen, strijdend tegen het grote en het kleine kwaad
Joep van Ruiten