Sipef verwacht dit jaar 60 procent minder winst tegenover het recordjaar 2022. 'Maar het wordt nog altijd een van onze vijf beste jaren ooit', zegt CEO François Van Hoydonck.
De palmolieproductie van Sipef - met plantages in Indonesië, Maleisië en Papoea-Nieuw-Guinea - zakte in het eerste halfjaar met 2,8 procent. ‘We hebben twee goede productiejaren achter de rug. Dan volgt meestal een iets mindere periode. Dat was vooral zichtbaar in de wat oudere plantages in Noord-Sumatra. De bomen hebben een rustperiode nodig om in hun plooi te vallen’, zegt Van Hoydonck.
'We zien al beterschap in juli en augustus. De dip is voorbij. We zullen dit jaar wel groeien, maar niet met de verwachte 5 procent, eerder met 2 à 3 procent.’
De verwachte productiegroei (in volume) steekt af tegen de forse winstdaling die Sipef voorspelt. Het management mikt op een recurrente jaarwinst van 60 à 70 miljoen dollar, minder dan de analisten hadden verwacht. Het midden van die vork is 60 procent onder de recordwinst van 2022. In de eerste zes maanden halveerde de winst tot 31,2 miljoen dollar
'Bevredigend'
Toch noemt Sipef de resultaten ‘bevredigend’. 2022 was dan ook een uitzonderlijk sterk jaar omdat de oorlog in Oekraïne en een tijdelijk exportverbod in Indonesië de prijzen voor plantaardige olie naar ongekende hoogtes duwden.
‘2023 zal nog altijd een van onze beste vijf jaren worden’, zegt Van Hoydonck. Hij verwacht dat de verkoopprijzen van palmolie dit jaar tussen 900 en 1.100 dollar per ton blijven schommelen. Dat is onder de records van vorig jaar, maar een eind boven het tienjaarsgemiddelde. De spanning op de markt van plantaardige oliën blijft aanhouden. ‘De oorlog in Oekraïne is nog altijd actueel. De droogte in de VS zal een impact hebben op de sojaoogst. En er is de zenuwachtigheid over El Nino, ook al zien wij dat nog niet op onze plantages.'
Het groeipad van Sipef de voorbije decennia was geen rechte lijn naar omhoog. Het bedrijf werd af en toe gedwarsboomd door periodes van droogte, of overdreven regenval, en ingestorte bruggen, waardoor de palmolievruchten niet op hun eindbestemming geraakten. Enkele jaren geleden legde een vulkaanuitbarsting een centimetersdikke aslaag op een van de plantages.
Op naar 600.000 ton
Sipef zette desondanks zijn opmars verder. Vorig jaar maakte het bedrijf voor het eerst 400.000 ton palmolie. Tegen 2030 moet dat met de helft groeien tot 600.000 ton, wat op wereldschaal nog altijd klein is: minder dan 1 procent van de jaarlijkse palmoliemarkt. Tegen 2030 denkt Sipef zowat 100.000 hectare - zowat een derde van Oost-Vlaanderen - grond te exploiteren.
Die groei moet vooral van Sumatra (Indonesië) komen. Sipef begon er tien jaar geleden percelen met rubberbomen op te kopen en om te vormen tot palmolieplantages. Daarna volgden twee grote overnames. En links en rechts koopt Sipef de kleine, familiale palmolieboeren in de buurt op om hun gronden opnieuw te beplanten en de productiviteit ervan te verhogen. ‘Die kleine boeren hebben vaak niet de beste zaden gebruikt. Ze bemesten niet op de momenten dat het moet, maar op de momenten dat ze er geld voor hebben. Met onze kennis kunnen we de productie per hectare vaak verdrievoudigen’, zegt Van Hoydonck.
Al het plantwerk is er nu gedaan. 'Alles zit in de grond. Het is nu wachten tot de bomen matuur worden en meer vruchten opleveren.' Intussen bouwt Sipef er een tweede fabriek voor de extra olie uit de palmvruchten, een derde volgt wat later. En het bouwt er huizen om er zijn arbeiders te huisvesten.
Dat maakt deel uit van het investeringsprogramma van 100 miljoen euro in 2023, inclusief een expansie van de bananenplantage in Ivoorkust. Dat bedrag kan Sipef gemakkelijk dragen. Het bedrijf was eind juni schuldenvrij. De nettocashpositie - zelfs na de uitkering van een recorddividend - was 4,4 miljoen euro, maar zou eind dit jaar wel opnieuw licht onder nul zakken.
‘Het is de bedoeling de huidige toestand te behouden. Er zijn in het verleden momenten geweest met hoge schulden. Door de volatiliteit in onze business is dat voor onze aandeelhouders (familie Bracht en Ackermans & van Haaren, red.) niet het gewenste financieringsmodel’, zegt Van Hoydonck.
De zestiger staat 20 jaar aan het hoofd van Sipef en is aan zijn laatste twaalf maanden bezig. Dan is het aan zijn opvolger. ‘Enkele eigen mensen komen in aanmerking, maar daarover gaan we nog niet communiceren’, zegt hij.
Babyvoeding en cosmetica
De prioriteiten in zijn laatste jaar zijn niet langer de expansie van het areaal. Grote overnames zoals enkele jaren geleden staan niet op de agenda. En nieuwe gronden beplanten is voor Sipef - dat alleen duurzame palmolie met RSPO-certificaat wil maken - vrijwel onmogelijk geworden door het verbod op boskap. ‘We gaan meer focussen op de kwaliteit van de olie. Zo gaan we ons proberen te onderscheiden. Dat is een werk voor de komende drie à vier jaar.'
Zoals Unilever, Ferrero en Nestlé meer (35 à 40 dollar per ton) betalen voor duurzame olie, verwacht Sipef dat klanten dat ook zullen doen om ultrazuivere olie te verwerken in babyvoeding, cosmetica, koekjes, sauzen en andere voeding. ‘We doen daarvoor inspanningen. Meer kwaliteit begint met de ontwikkeling van nieuwe zaden. Daar werken we aan. En we innoveren met nieuwe processen om bijvoorbeeld chloor te verwijderen.'