De foute aanpak van de Indonesische regering nog eens op een rijtje
De Indonesische regering slaagde er niet in om een oplossing te vinden voor de plaatselijke hoog geprijsde
bakolie, aangezien het beleid van de “Domestic Market Obligation” (DMO) tegen een “Domestic Price
Obligation” (DPO) zijn doel niet kon bereiken. Als gevolg daarvan kondigde president Joko Widodo op 23 april
2022 een exportverbod af. Dit wakkerde de internationale prijzen alleen maar verder aan en alle boeren, met
uitzondering van de Indonesische, profiteerden van de indrukwekkende prijsniveaus. De herinvoering van de
DMO-gerelateerde uitvoervergunningen midden mei was ingewikkeld. Er werden dan ook maar nauwelijks
exportschepen geladen. Na enkele weken, waarin het exportbeleid verder werd gewijzigd, realiseerde de
regering zich dat de recente maatregelen de plaatselijke palmoliebevoorradingsketen verstoord hadden,
inclusief die van de raffinaderijen, en er bijna geen olie haar exportbestemming bereikte. Daarop voerde zij
een zogenaamde "flush out"-taks in van USD 200 per ton om de DMO-gerelateerde exportvergunningen te
omzeilen. De gecombineerde taksen en heffingen kwamen in totaal neer op USD 688 per ton, waardoor de
lokale markt voor de telers onder druk kwam te staan. Dit alles ging gepaard met een ineenstorting van de
internationale grondstoffenprijzen, waardoor de lokale prijzen voor ruwe palmolie (“Crude Palm Oil” - CPO)
daalden tot net boven de productiekosten.
De voortdurende inspanningen van de Indonesische regering om de voorschriften en de eisen voor het
verkrijgen van exportvergunningen te vereenvoudigen, hebben de palmolietoevoerketen in het land zelf
verstoord. In de raffinaderijen en de fabrieken werden de tanks gevuld. Op sommige plaatsen konden de
palmvruchten niet worden geoogst en lagen ze weg te rotten in de velden. Dit had een verlammend effect en
de prijzen voor de teler ter plaatse waren onthutsend in vergelijking met de internationale prijzen. Midden
juli kondigde de Indonesische regering aan de exportheffing tijdelijk af te schaffen om de prijzen voor de
boeren te ondersteunen. Eind juli kwam er een einde aan de "flush-out tax", wat erop neerkwam dat de
uitvoerbelasting van USD 288 per ton overbleef. Op zich was dit een eerste stap in de goede richting.
Niettemin blijft de moeilijkheid om exportvergunningen te verkrijgen in het DMO-systeem (“Domestic Market
Obligation”) voortduren. Dit systeem, dat uitvoer toestaat in een bepaalde verhouding ten opzichte van de
lokale verkoop van bakolie, is verscheidene malen versoepeld.
De laatste aankondiging betrof de sterke verlaging van de exporttaks in augustus tot USD 52 per ton, en tot
USD 74 vanaf 16 augustus, in plaats van USD 288 in juli. Deze belastingvermindering zou de discrepantie
moeten verkleinen tussen de lokale Indonesische palmolieprijzen en deze die op de internationale markten
worden betaald. De lokale prijzen zijn reeds 50% tot 60% hoger dan op hun dieptepunt. Maar op dit ogenblik
zullen de grote lokale Indonesische voorraden blijven wegen op de palmoliemarkt.
Een andere maatregel die de Indonesische regering overweegt, is de verhoging van het lokale
biodieselmengsel van 30% tot 35%, en in een later stadium zelfs tot 40%. De B35 zou neerkomen op een
toename van de bijmenging van palmolie met 1,5 miljoen ton per jaar.