De tikkende tijdbommen rondom Rome
Latium, ten zuiden van Rome, Italië
Wie op 30 oktober j.l. de televisie aanzette om naar het nieuws te kijken, werd geconfronteerd met beelden die suggereerden dat je als kijker terecht was gekomen in een nieuw filmspektakel van de Italiaanse regisseur Bernardo Bertolucci. Op een plein zagen we een half verdwaasd groepje mensen bij elkaar. Onder hen waren ook zusters van de orde der clarissen. De meesten van hen lagen op hun knieën en waren in gebed verzonken. Boven hen uit torende de façade van een half ingestorte gotische kerk. Daarachter was een staalblauwe hemel zichtbaar, die deels schuilging achter een stoffige nevel die door de zon wit oplichtte. In eerste instantie leek dit een filmische weergave van hoe men zich in de Middeleeuwen het einde der tijden voorstelde.
Helaas hielp de commentaarstem van de nieuwslezer de kijker al snel uit de droom: wat we zagen was geen fictie maar werkelijkheid. Het waren beelden van de zoveelste aardbeving waardoor Midden-Italië dit jaar is getroffen. Omdat Italië precies op de plek ligt waar de Afrikaanse tektonische plaat onder zijn Euraziatische buurman schuift, heeft het land in de loop van de geschiedenis altijd met zware aardbevingen te maken gehad.
Ook het feit dat Italië beschikt over een indrukwekkende serie nog altijd actieve vulkanen, is een gevolg van de specifieke geografische situatie waarin de Italiaanse laars zich bevindt. Liefhebbers van dit soort natuurgeweld kunnen niet alleen op de Vesuvius nabij Napels, de Etna op Sicilië maar vooral op de hellingen van de Stromboli — een van de Eolische eilanden ten noorden van Sicilië — hun hart ophalen.
Ook rond Rome liggen vulkanen, maar die zijn al millennia rustig: de kratermonden zijn veelal gevuld met water. Het meer van Albano, waar de paus zijn zomervilla heeft, het Nemi-meer, dat beroemd is om zijn voortreffelijke bosaardbeien, en het meer van Bracciano, waar het altijd prettig pootjebaden is, behoren tot een groep vulkanen die Rome en omgeving lang geleden met een dikke laag vulkanisch gesteente bedekt hebben.
De oude Romeinen maakten van die situatie dankbaar gebruik, want ze bouwden graag met dit vulkanische materiaal en groeven er ook onderaardse kanalen, graven en catacomben in uit.
Uit nieuw vulkanologisch onderzoek blijkt echter dat de tektonische rust in Rome’s achtertuin bedrieglijk is. Waar eerder werd aangenomen dat de genoemde vulkanen definitief waren uitgedoofd, blijken ze nu slechts slapend te zijn, en dat ze gemiddeld eens in de 31.000 jaar ontwaken. Het probleem: de laatste uitbarsting bij Rome was 36.000 jaar geleden.