De eerste stap in een nieuw Europees spel waarin ook technologiebedrijven betaalapps voor mobiele telefoons en tablets mogen lanceren, wordt gezet door een ‘oude partij’. ING keert met de app Yolt terug op de Britse consumentenmarkt.
Dinsdag lanceerde ING een betaversie van de app Yolt in het Verenigd Koninkrijk. De financiële planner van ING, die sinds 2012 niet meer als consumentenbank in Groot-Brittannië actief is, geeft gebruikers op hun smartphone inzicht in hun uitgaven en inkomsten.
Wie de eigen rekening bij een andere bank koppelt aan de app, krijgt een beeld waar zijn of haar geld specifiek naar toe gaat, zoals boodschappen of uitgaan. Net als de reguliere ING-app, kan Yolt voorspellen welke vaste kosten worden verwacht, zoals energie, huur of abonnementen.
ING DIRECT
ING staakte in oktober 2012 de consumentenactiviteiten in Groot-Brittannië door ING Direct voor €330 miljoen aan Barclays te verkopen. Alleen de wholesale bank bleef over in de City van Londen. Mede door de onzekerheid over het Britse vertrek uit de Europese Unie, de Brexit, zijn er geen concrete plannen om ING Direct te herlanceren in het land, aldus de bank.
In feite maakt ING als eerste traditionele instelling gebruik van de aanstaande mogelijkheden voor buitenstaanders zonder bankvergunning. Yolt is volgens een woordvoerder nog in ontwikkeling, zodat de app in 2018 in heel Europa kan worden gelanceerd: „Groot-Brittannië is relatief vooruitstrevend in regelgeving. Dat maakt het iets makkelijker om dit te testen.”
CONCURRENTIE
Voor de terugkeer op deze consumentenmarkt via Yolt wordt gebruikgemaakt van een van de verplichtingen die de Britse consumenten- en warenautoriteit CMA in augustus oplegde aan banken in eigen land. Om concurrentie te bevorderen, moeten de grote Britse banken bouwers van internetapplicaties toegang geven tot betaalrekeningen van klanten. Ook in Duitsland wordt hier mee geëxperimenteerd.
Het ‘openen’ van bankgegevens is vergelijkbaar met social mediaplatformen die toestemming vragen tot adressenboeken van gebruikers, zoals Facebook en LinkedIn doen. Om misbruik te voorkomen mogen banken alleen software die door de toezichthouder veilig is verklaard toegang geven tot betaalrekeningen. Ook is eerst specifiek toestemming nodig van klanten voor het koppelen van een rekening aan een app van een derde partij.
PSD2
De Britse regelgeving loopt hiermee voor op vergelijkbare regels die in de Europese Unie pas op 1 januari 2018 van start gaan. Technisch gezien maakt de nieuwe wetgeving, PSD2, consumenten in plaats van de bank expliciet eigenaar van hun eigen bankgegevens. Brussel hoopt dat dit leidt tot meer innovaties in het betaalverkeer, concurrentie tussen banken door overstappen interessant te maken en lagere kosten voor de consument.
Nadat het Europees Parlement een jaar geleden de weg vrijmaakte voor PSD2, vroegen veel bankiers zich af of zij straks niet overbodig worden door mooie apps van techpartijen. Steeds meer banken starten daarom innovatielabs en gaan samenwerkingen met technologiebedrijfjes aan. ABN Amro lanceerde onlangs de app Tikkie, waarmee ook niet-klanten van de bank geld via WhatsApp naar anderen kunnen overmaken.
RELATIES
ING hoopt via gratis planners en betaalapps zoals Yolt, Twyp en Payconiq relaties op te bouwen met potentiële klanten. „Wij willen een goede, makkelijke en snelle klantervaring bieden”, legt de zegsman uit. „Dit straalt af naar het merk ING. Op die manier ben je relevant en kun je naar de toekomst toe meer voor klanten betekenen.”
Ceo Ralph Hamers lanceerde ruim een week geleden een aangescherpte strategie voor ING. De bank wil alle technische systemen standaardiseren en centraliseren. Hierdoor moeten, in alle landen waar ING actief is, sneller en dezelfde producten en apps aangeboden worden. Enerzijds wil ING zo goedkoper werken en meer verdienen, maar via de nieuwe Europese wetgeving ook stappen maken in de gehele Europese markt.