Deel 2:
Risicolimiet
Gijs Nagel, grootaandeelhouder van DeGiro én MNF, zegt in 2015 hierover in het FD dat het binnenskamers koppelen van transacties gunstig is voor de klant, omdat het beurskosten bespaart. 'We benutten graag tot de laatste cent de mogelijkheden van ons handelsplatform, alleen zo kunnen we goedkoper zijn dan anderen.’
Maar juist bij het intern koppelen van transacties tussen andere klanten en het hedgefonds gaat het goed mis, zo blijkt uit AFM-documenten. De effectenportefeuilles van MNF en DeGiro, die dezelfde eigenaren hebben, worden niet goed gescheiden. Hierdoor kunnen de particuliere klanten de dupe worden van de handelsrisico's die het hedgefonds van de DeGiro-eigenaren neemt.
DeGiro houdt vol dat de handelaren van het hedgefonds 'gewone' klanten zijn en ook zo behandeld worden. Uit e-mails tussen MNF en de afdeling risicomanagement van DeGiro blijkt iets anders. De handelaren van het hedgefonds hebben een speciale positie en dat weten ze. Ze worden met fluwelen handschoenen aangepakt als ze hun risicolimieten overschrijden.
Gewone klanten moeten meteen geld bijstorten als de waarde van hun portefeuille zakt onder de mogelijke risico's van hun optieposities. Maar voor MNF-handelaren werkt dat anders. Als die hun risicolimieten overschrijden, vragen ze gewoon om meer speelruimte. 'We hebben nu al een paar weken problemen met onze buffers. (...) Hierdoor hebben vier van de drukste minuten op de beurs gemist. Geef ons alsjeblieft een hogere limiet', e-mailt een handelaar op 1 maart 2017 aan het risicomanagement van DeGiro.
De maat is vol
MNF overschrijdt volgens het onderzoek van AFM minimaal elf keer de vooraf vastgestelde risicolimieten, één keer zelfs met 38%. Het probleem wordt uiterst creatief door DeGiro 'opgelost'. Het geeft HiQ een miljoenenlening. Omdat de gelden van andere klanten onvoldoende zijn afgeschermd kunnen hierdoor, volgens het AFM-rapport, als het hedgefonds omvalt, 'gelden van andere cliënten van DeGiro aangesproken worden om aan de verplichtingen (van MNF, red.) te voldoen'.
Begin 2017 is de maat vol voor de toezichthouder. Dan neemt de afdeling Integriteit en Handhaving, die gaat over de zware dossiers, het heft in handen. Een eerste signaal dat maatregelen en sancties op de loer liggen. In maart vragen ze een pak informatie op en in de zomer besluit de waakhond de Rembrandt-toren binnen te gaan voor onderzoek.
Wat hiervoor precies de reden was, wil de AFM niet zeggen. Wel bevestigt de toezichthouder dan al signalen te hebben ontvangen van concurrenten van DeGiro, maar dat is nooit de enige reden om in actie te komen.
BinckBank zegt destijds met de AFM te hebben gesproken, en halverwege 2016 heeft AFM ook een brandbrief ontvangen van een buitenlandse broker, die dan voet zet op de Nederlandse markt. In die brief, in handen van het FD, schetst deze partij uitgebreid wat er mis is met het model van DeGiro. 'DeGiro houdt zich niet aan de voorgeschreven kapitaalseisen', schrijft deze broker. 'Doordat het zijn klanten hiervan niet op de hoogte stelt, hebben die onvoldoend informatie om de juiste beslissingen te kunnen nemen.'
Ook belangenvereniging VEB acteert op signalen uit de markt, en stelt DeGiro vragen over zijn risicomodel. Uit e-mails van directeur Gijs Nagel aan de VEB blijkt dat hij gedurende meerdere jaren benadrukt dat er geen risico's kleven aan de wijze waarop de broker omgaat met klantgelden. Achteraf concludeert de VEB misleid te zijn door DeGiro: 'Er zijn halve waarheden verteld, en zaken voor ons verzwegen.'
Belangenverstrengeling
De twijfels over de bedrijfsvoering van de snelgroeiende broker blijken terecht. Na het onderzoek in de Rembrandt-toren concludeert de AFM dat DeGiro geen integere bedrijfsvoering kan garanderen gelet op de belangenverstrengeling van aandeelhouders met hedgefonds MNF. 'DeGiro zet zich bij het verlenen van beleggingsdiensten niet op een eerlijke, billijke en professionele wijze in voor de belangen van haar cliënten.'
Zo'n grof vergrijp vraagt om dreiging met het zwaarste sanctiemiddel: het ontnemen van de vergunning. Dat de broker gewoon op de markt blijft en door mag groeien, komt hoogstwaarschijnlijk alleen doordat hij grotendeels voldoet aan de eisen van AFM. In 2018 gaat het bestuur van de DeGiro volledig op de schop. De bestuurders Klok en Anderluh vertrekken officieel op 1 januari 2019. Berkhout is dan al sinds maart 2018 als bestuurslid verantwoordelijk voor operationele zaken, zijn tweede man Verberne komt in het najaar al aan boord.
Dat de AFM dan een vinger in de pap heeft bij DeGiro is voor de buitenwereld onbekend. Klok laat bij zijn aftreden als bestuurder in het FD weten 'het rustiger aan te willen doen'. Anderluh blijft wel bij DeGiro, maar niet als beleidsbepaler. Hij zegt 'complexe IT-projecten' te gaan doen. Wel blijven beiden aandeelhouder via LPE Capital, de moeder van DeGiro en MNF, samen met Fransen, Keetman en Nagel.
Ook worden nieuwe bestuurders aangesteld, waaronder oud-AFM'er Esmond Berkhout die vanaf 2019 ceo wordt. Ook wordt een raad van commissarissen gevormd, waar in begin 2019 zwaargewichten Ben Knüppe, met ervaring als curator bij DSB Bank, en oud-staatscommissaris Michael Enthoven van ABN Amro aantreden, later aangevuld met boardroom consultant Ada van der Veer.
'Geen toeval'
Met de bestuurlijke herinrichting lijkt een eerste doel van de AFM bereikt. Er waren geen wettelijke mogelijkheden om bestuurders direct weg te sturen. Wel kan een bestuurder worden 'hertoetst'. Of dat is overwogen bij DeGiro, daar geeft de AFM nooit commentaar op, ook niet in deze casus. Misschien was een subtiel dreigement voldoende. Iemand met kennis van de gang van zaken bij DeGiro zegt dat 'het natuurlijk geen toeval is' dat het vertrek van de directie samenvalt met de uitkomsten van het AFM-onderzoek.
In maart 2018 legt de AFM definitief een last onder dwangsom op. Geconstateerde overtredingen moeten binnen zes maanden zijn gerepareerd, anders volgt per overtreding een geldstraf van €100.000. Nadere maatregelen kunnen worden overwogen, zoals het intrekken van de vergunning. Bovendien zinspeelt de toezichthouder op maatregelen 'tegen natuurlijke personen'.
Esmond Berkhout weet als nieuwe ceo wat hem te doen staat. Hij gaat aan de slag met een Plan van Aanpak, terwijl de juristen het formele verzet leiden tegen de AFM. Dat heeft enig succes: een deel van de overtredingen vervalt na bezwaar. Tegen resterende overtredingen, acht in totaal, wordt beroep aangetekend bij de rechter.
Dat heeft als gunstige bijkomstigheid dat de toezichthouder nog niets naar buiten brengt, en de zaken rond MNF achter de schermen blijven. Eerst is het wachten op een oordeel van de rechter.