VEB: aandelen SNS REAAL waren wel geld waard
22 april 2013 06:16 PM
De aandelen SNS Reaal waren op het moment van de nationalisatie van de bank wél geld waard. Dat stelt de Vereniging van Effectenbezitters tegenover de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam.
De Ondernemingskamer buigt zich maandag en dinsdag over de zaak. FD-journalist Pieter Couwenbergh vertelt dat er maandag al 22 advocaten aan het woord zijn geweest. "Er komen nog een aantal particulieren die zonder advocaat spreektijd vragen. Het zijn dus mensen die ofwel aandelen SNS/Reaal hadden ofwel achtergestelde obligaties in SNS/Reaal hadden."
Duidelijk is dat alle benadeelde partijen compensatie willen. En hun belangrijkste argument is eigenlijk vrij simpel, legt Couwenbergh uit. "De wet schrijft voor dat de staat mag onteigenen of nationaliseren en dat de staat de beleggers een faire compensatie moet bieden. En wat is dan fair?"
Redelijke compensatie
Tijdens de zaak zijn er verschillende berekeningen op los gelaten wat 'fair' zou zijn. "Zo zeggen zij bijvoorbeeld de beurskoers op de dag voor de onteigening van SNS. Toen was de beurskoers 0,84 cent. Dat zou de norm kunnen zijn."
Maar er zijn anderen die dan weer wijzen op een berekening van de activa. "Daarmee komen ze op een paar miljard uit die dan verdeeld moet worden."
De overheid stelt daar tegenover dat er is onteigend om een ergere situatie te voorkomen. Couwenbergh legt de redering uit. "Als ze niets hadden gedaan had DNB de noodregeling afgeroepen en was het faillissement ingegaan. Eigenlijk had je dan zo’n enorme korting moeten geven op de onderdelen, dat je niet alle schuldeisers had kunnen compenseren. Dus is het terecht dat de overheid aandeelhouders of achtergestelde obligatiehouders niets geeft."
Eigen schuld, dikke bult
Hoogleraar financiële geografie Ewald Engelen, kan zich wel voorstellen dat de aandeelhouders en achtergestelde obligatiehouders alles op alles zetten om toch nog iets terug te krijgen. "Maar ik kan me ook voorstellen – en dat is mijn eigen belang als belastingbetaler – dat de staat voet bij stuk houdt en zegt dat het ‘eigen schuld, dikke bult’, is. Als belastingbetaler vind ik dat die laatste uitkomst echt te prefereren valt."
Maar Couwenbergh stelt dat het er niet om gaat wat de belastingbetaler vindt. "Het gaat erom dat wij in Nederland een rechtsstelsel hebben, waarin er recht is op bescherming van eigendom. En als eigendom onteigend wordt, zegt de wet dat er een faire compensatie moet worden geboden. Het is aan de rechtbank om te bepalen hoe die is."
Actieve rol voor Ondernemingskamer
Tijdens de eerste dag van de zitting viel Couwenburg op dat de Ondernemingskamer een heel actieve rol heeft, en veel scherpe vragen stelt aan alle partijen. "Het is geen eenvoudige zaak voor ze, omdat de interventiewet pas een half jaar bestaat. Er is nog geen jurisprudentie. Ze begeven zich op onbekend gebied."
Dinsdag gaan de advocaten van het ministerie reageren op de betogen van de advocaten. Daarop zullen de advocaten dan ook weer reageren. En uiteindelijk geeft de Ondernemingskamer aan hoeveel tijd ze nodig heeft om tot een oordeel te komen. "Regulier is dat ze zes tot acht weken nemen, maar gezien het belang van de bank en de reputatie van de OK om snel een vonnis te wijzen, schat ik in dat ze redelijk snel komen. Maar dan ben je er nog niet. Het zou zo kunnen zijn dat ze een prijs noemen maar het zou ook zo kunnen zijn dat ze een deskundige gaan inhuren die ze opdracht geven een waardebepaling te doen."
BNR.nl