Juist Nederland verliest veel bij einde van euro
Jan Kleinnijenhuis - 18/11/11, 21:14
Het lukt Europese regeringsleiders maar niet om de onrust rond de euro te stoppen. In Nederland klinken inmiddels pleidooien om terug te keren naar de gulden. Economen begrijpen niet waarom uitgerekend hier het debat daarover losbarst. Ons land heeft immers alle belang bij de munt.
'Stel nu eens, dat de eurozone een echte fiscale unie zou vormen, met gezamenlijke belastingen en uitgaven. Zou je dan net zo hard moeten bezuinigen als de individuele landen nu doen?" De vraag is retorisch voor Mark Cliffe, hoofdeconoom van bank en verzekeraar ING. Immers, wie alle schulden en tekorten op de begrotingen van de zeventien eurolanden bij elkaar optelt, ziet dat de eurozone als geheel er een stuk florissanter voorstaat dan bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Japan en het Verenigd Koninkrijk. Het gemiddelde overheidstekort is met grofweg 4 procent van het bruto binnenlands product minder dan de helft van dat van die landen. De staatsschuld is iets lager dan die van de VS en het VK en veel lager dan die van Japan.
En toch is het oude continent al bijna twee jaar het mikpunt van beleggers, een brandhaard die maar niet kan worden gedoofd door de zeventien regeringsleiders van de landen die de in 1999 gestarte euro hebben ingevoerd. Ruim twee jaar geleden werd het tienjarig bestaan van de eenheidsmunt nog gevierd als een ongekend succes, maar inmiddels gaan er steeds meer stemmen op een einde te maken aan het (ogenschijnlijk) mislukte experiment.
Propagandapraatjes
De PVV van Geert Wilders laat onderzoeken wat de voordelen zijn van een herinvoering van de gulden. Directeur Patrick van Schie van het wetenschappelijk bureau van de VVD is de 'propagandapraatjes' over de welvaart die de euro zou hebben gebracht zat. Hij stelt voor met alleen de Noord-Europese landen verder te gaan in de 'neuro'. En deze week voegde ook premier Rutte zich bij het gezelschap door, in navolging van de Duitse bondskanselier Merkel, te pleiten voor een verdragswijziging die het mogelijk maakt landen uit de euro te laten stappen, of desnoods te zetten.
Waarom nou juist in Nederland de afgelopen week het debat over het voortbestaan van de eurozone losbarst is Cliffe echter een raadsel. "Nederland heeft veel meer te verliezen dan de meeste andere landen bij het uiteenvallen van de eurozone", zo vertelt hij tijdens een symposium aan Universiteit Nyenrode, met de veelzeggende titel 'het belang van de euro voor de Nederlandse economie'.
De economie is voor een groot deel afhankelijk van de handel met de andere landen in de eurozone, zet Cliffe uiteen. Sinds de invoering van de euro is de export vanuit Nederland stormachtig gegroeid, veel sneller dan de import van goederen uit andere landen. Het steeds grotere handelsoverschot wat Nederland daaraan over houdt - bijna 44 miljard euro in 2010, 7,5 procent van wat we jaarlijks met elkaar verdienen - is echter geheel te danken aan de uitvoer naar eurolanden. "Als je Europa buiten beschouwing laat is er juist sprake van een fors handelstekort van 17 procent van het nationaal inkomen", laat Cliffe zien. Ten opzichte van de rest van de wereld zijn we eigenlijk een soort Griekenland, dat veel meer importeert dan het aan het buitenland verkoopt.
Valutarisico's
Het opnieuw invoeren van zeventien nationale munten zou een klap betekenen voor de internationale handel, en daarmee voor de productie in de verschillende eurolanden, stelt ook Marc de Jong van Philips. "De directe voordelen van de euro zijn natuurlijk evident. De euro heeft voor een verlaging van allerlei kosten en risico's gezorgd. Ik herinner me nog hoeveel tijd en energie er ging zitten in het voortdurend aanpassen van prijzen in al die Europese landen, in het omgaan met grijze handel die gebaseerd was op valuta-fluctuaties, in het meenemen van valutarisico's in contracten. En dan werd weer ergens de munt gedevalueerd en kon je van voren af aan beginnen."
Belangrijker nog dan die direct zichtbare voordelen is volgens De Jong de rol van de euro in de gezamenlijke Europese markt. "De euro zorgt voor een gelijk speelveld, als basis voor die interne markt. De kosten voor het uiteenvallen van de munt zullen dan ook enorm zijn. De koersen van de nieuwe munten zullen flink ten opzichte van elkaar gaan schommelen, en tegelijkertijd is er kans op hoge inflatie, terwijl in andere landen juist deflatie zal ontstaan." Het uiteenvallen van de munt zal, zoals eerder bondskanselier Merkel al zei, het uiteenvallen van Europa zelf betekenen. "En ik wil zeker niet terug naar zeventien aparte markten voor de eurolanden."
Echt uitrekenen wat een einde van de euro zou betekenen voor de Nederlandse economie is eigenlijk ondoenlijk. Toch probeerden Cliffe van ING en zijn team van economen wat grove schattingen te maken. Voor het geval dat Griekenland als enige land uit de eurozone stapt, zijn vooral de kosten voor dat land erg hoog. De nieuwe drachme zou, op basis van vergelijkbare eerdere financiële crises in andere landen, waarschijnlijk rond 80 procent in waarde dalen. Dat betekent al een acuut probleem: de schuldenberg die nu in euro's al te groot is voor het land om te dragen, zou in drachmes verveelvoudigd worden. Kapitaalvlucht, omvallende banken en abrupt stilvallende handelsstromen zijn het gevolg. Griekenland zelf zou minstens 10 procent van zijn jaarlijkse inkomen verliezen, voor Duitsland en Nederland blijft de schade in dit geval nog beperkt tot enkele procenten van het bbp.
Nederland verliest 10 procent van zijn bbp
Bij het volledig uit elkaar vallen van de eurozone zijn de gevolgen veel groter. Hoewel de ergste klap nog altijd in de Zuid-Europese landen valt, verliezen ook Duitsland, Nederland en Frankrijk in dit scenario 10 procent of meer van hun bbp. De nieuwe nationale munten zullen, afhankelijk van het vertrouwen van beleggers in die landen, allemaal in waarde dalen ten opzichte van grote valuta als de Amerikaanse dollar. Griekenland, Portugal, Ierland en Spanje staat hoge inflatie te wachten, terwijl Duitsland en Nederland waarschijnlijk met dalende prijzen ofwel deflatie te maken krijgen.
Dat zijn vooral de abstracte macro-economische gevolgen. Want wat gaat er gebeuren met de bezittingen (en schulden) die banken en bedrijven in het buitenland hebben uitstaan? "Het bedrijfsleven meldt zich nu al bij ons met zorgen over de bezittingen die in bijvoorbeeld Spanje of Italië uitstaan", zegt Cliffe. De Jong knikt bevestigend. "Wat is dat straks waard als de muntunie uiteen zou vallen?" En net als met de handel is ook Nederland het land met de grootste belangen in het buitenland, becijfert Cliffe. Trek je de bezittingen en schulden van elkaar af, dan heeft Nederland een netto vordering op het buitenland van 55 procent van het jaarlijkse bbp - een bedrag waarbij je je drie keer moet bedenken voordat je het risico van een forse waardevermindering wilt lopen.
"Is de eurozone de ideale muntunie, zoals die in economische tekstboeken staat beschreven? Nee, natuurlijk niet", zegt Cliffe nog. "Je moet er in investeren om het te laten werken. Veel mensen stellen nu dat er op lange termijn voordelen zijn te behalen van het opbreken van de eurozone. Maar bedenk goed: die lange termijn voordelen zijn onzeker, terwijl je wel zeker weet dat er op korte termijn enorme kosten hangen aan het uit elkaar vallen van de muntunie."