schreef:
BodemprijsBartjens
vrijdag 01 juni 2012
Van ingenieursbedrijf Fugro wordt in de regel weinig gehoord of gezien. Dat komt misschien omdat de mannen uit Leidschendam vooral op of zelfs onder water bivakkeren. Dan raak je al snel uit het blikveld natuurlijk.
Neemt niet weg dat Fugro best wat meer aandacht verdient. Het beursgenoteerde bedrijf hoort in verschillende segmenten die gerelateerd zijn aan de olie- en gasindustrie tot de absolute wereldtop. Sterker nog: op enkele heel specifieke terreinen deelt Fugro met marktaandelen van meer dan 50% simpelweg de lakens uit.
Dat is niet het geval bij het zoeken naar olie en gas onder de zeebodem. In dit segment, Fugro spreekt van ‘seismische streamer dataverzameling activiteiten op zee’, is Fugro de nummer vier in de markt. De afstand tot de top drie (het Noorse PGS, het Amerikaanse WesternGeco en het Franse CGVeritas) is groot en dreigt nog groter te worden. Want Fugro voelt er niets voor om nieuwe investeringen te doen in de business die zulke grote schommelingen in prestaties kent, terwijl de concurrenten wel expanderen.
Rol in de middenmoot
De mededeling dat Fugro ‘alle opties’ voor de cyclische activiteiten onderzoekt, zoals woensdag gedaan, wordt door analisten dan ook met gejuich ontvangen. Misschien dat Fugro de activiteiten onderbrengt in een joint venture met een sectorgenoot, zo merken ze op. Liever nog zien ze een verkoop van de business, waarin Fugro genoegen moet nemen met een rol in de middenmoot.
Om de opbrengst bij een verkoop te voorspellen, is het belangrijk te weten wat Fugro precies in de etalage zou zetten en wat het liever in eigen huis houdt. Het ultrakorte persbericht van afgelopen woensdag laat veel ruimte voor interpretatie.
De voornaamste activiteiten waarop Fugro zich bezint bestaan uit een vloot van acht schepen, waarvan vier in eigendom, en een bibliotheek met data over offshoreolie en gas. Een nieuw schip kost €150 mln, terwijl de bibliotheek eind 2011 voor €330 mln in de boeken stond. Bij een verkoop van beide activiteiten en met de nieuwbouwprijs van een schip als uitgangspunt, zou op basis van de ‘assets’ alleen al circa €930 mln betaald moeten worden.
Goede timing?
Kijkend naar de verdiencapaciteit, een betere graadmeter, is een hogere prijs haalbaar. In 2011, toen de markt nog niet op volle toeren draaide, waren de activiteiten goed voor een omzet van circa €500 mln. Voor 2012 wordt herstel voorzien; analisten rekenen op een omzet van circa €630 mln. Een operationeel resultaat (ebitda) van ruim €280 mln moet volgens hen mogelijk zijn, en dan hangt het ervan af welke vermenigvuldigingsfactor wordt betaald. Dat die factor boven de 4 ligt, daar is men het wel over eens. Dit betekent dat een verkoopprijs van ruim €1 mrd in het verschiet ligt.
Blijft de vraag of de timing voor een verkoop goed is. Want misschien is het beter te wachten om te zien of het herstel in de sector doorzet en partijen weer honger krijgen. Dit om te voorkomen dat bodemonderzoeker Fugro een bodemprijs voor zijn juwelen ontvangt.
Bartjens@fd.nl