Cor J schreef op 25 mei 2024 11:48:
Woensdag 22 mei 2024 kwam het CPB met haar onderzoek naar buiten met de naam "Publicatie Inkomens en belastingen aan de top".
Het CPB maakt zich met name druk over vermogen in vennootschappen waarop rendement gemaakt zou worden door beleggingen en waarvoor te weinig belasting zou worden betaald. Overigens wordt er wel degelijk belasting betaald over dat rendement binnen de vennootschap (en waarbij niet wordt gecorrigeerd voor verlies door inflatie) en bij opname wordt er in Box 2 nog een keer belasting geheven.
Eerder keek het CPB specifiek naar het jaar 2016.
Het CPB heeft nu een periode van 8 jaar gekozen met het argument om het met een gemiddelde daarover beter te doen.
Specifiek heeft het CPB gekeken naar de periode van 8 jaar van 2011 tot 2019.
Van eind 2000 tot eind 2023 zijn er 16 periodes van 8 jaar.
In de belastingwet staan voor Box 3 referenties voor aandelen en obligaties en een weging met 70% aandelen en 30% obligaties. Deze uitgangspunten kunnen met een correctie voor inflatie en 1% kosten per jaar ook worden toegepast op beleggingen in de vennootschappen en dat leidt dan tot het volgende.
De periode van 8 jaar van eind 2008 tot eind 2016 komt het hoogste uit met gemiddeld 4,96% rendement per jaar.
(2008 was het jaar van de krediet crisis met een zeer lage stand voor de referentie voor aandelen op het eind van het jaar.)
De periode van 8 jaar van eind 2011 tot eind 2019 komt als tweede uit met gemiddeld 4,30% rendement per jaar.
(2011 had ook een relatief lage stand voor de referentie voor aandelen.)
Het gemiddelde van alle achtjarige gemiddelden van de 16 periodes van 8 jaar komt echter uit op slechts 1,45% rendement per jaar!
Waarom wordt daar niets over gemeld door het CPB?