Handelaar in pvc plots in export geblokkeerd: ’Overheid maakt ons kapot’
Theo Besteman
Aangepast: 19 min geledenGisteren, 18:06in Ondernemen
Amsterdam - Hergebruikt pvc zit overal in: creditcards, verkeersborden, auto’s, smartphones. Het bedrijf Vinylrecycling levert al jaren gerecycled pvc aan verwerkers over de wereld. Maar nieuwe exportregels blokkeren dat. „We worden kapot gemaakt. Terwijl verwerkers om ons product schreeuwen.” Een rechtszaak moet ook andere exporteurs helderheid geven.
Oprichter Ivo Besselsen (70) is woest. Hij kan al dagen niet goed meer slapen. Het bedrijf heeft een deel van het personeel moeten ontslaan. „Ik begon in 1973 met het verhandelen van pvc-productieafval naar Taiwan, waar het als grondstof in producten ging. Al die jaren heb ik keurig met vergunningen gewerkt, mijn handelspartners in alle exportlanden ken ik persoonlijk. Velen zijn voor ons door de jaren heen als eigen familie geworden”, zegt hij emotioneel.
De ondernemer toont met directeur Huib van Gulik stapels documenten. „We werken alleen met restanten die bedrijven in heel Europa aan ons leveren. Dat gebeurt met schoon restmateriaal, gecertificeerd, en wij verwerken het hier volgens Europese regels”, zegt hij over de twee productielocaties in Lelystad.
Regenlaarzen
Enorme maalmolens verwerken in twee fabrieken op 15.000 vierkante meter kunstof-pvc tot korrels, snippers en poeders. In de loods staan tot in de verste hoek enorme zakken vol pvc. „Dat is prima grondstof, al jaren. De basis daarvan is zout, geen olie. Je kunt het heel makkelijk recyclen tot basismateriaal voor verwerkers. Maar we krijgen het spul nu vrijwel niet meer geëxporteerd. Als deze blokkade voor de export niet wordt herroepen, kunnen we de deuren sluiten. Dankzij overheidsbeleid.”
Pvc heeft de laatste vijftig jaar een slechte naam gekregen. Greenpeace voerde actie tegen pvc. Dat werd ’heel schadelijk’, aldus Besselsen. „Het wrange is dat Greenpeace protesteerde met billboards gemaakt van pvc. Ze liepen op mooie gele pvc-laarzen en droegen regenkleding van pvc.”
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), onderdeel van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, zegt dat 2021 is de regelgeving voor kunststof aangescherpt. De uitvoer van pvc-afval uit de EU naar niet landen die niet tot de 38 landen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling behoren „is sindsdien verboden.”
Stortplaats
Ontwikkelingslanden werden jaren door ondernemingen gebruikt als illegale stortplaats. Zij kunnen met deze regels in de hand ’ongewenst plastic afval effectiever tegenhouden’. Alleen schoon gerecycled materiaal mag vanuit Nederland naar het buitenland.
„De nieuwe regels leken geen probleem: ons materiaal ís schoon. We werken alleen met goedgekeurd Europees materiaal. Er zijn bovendien monsters van het pvc genomen, en goedgekeurd, ze voldoen aan de regels”, zo verwijst hij naar de Europese zogeheten Reach-documenten. Daarop vult de producent de details en de herkomst van het pvc in. „Wij voegen niets aan het product toe hè. Dit zit in snoeren, automatten, vloeren en in tuinslangen overal in de wereld.”
Volgens de nieuwe regels voor kunststofafval moeten Nederlandse bedrijven die pvc exporteren naar het buitenland per zending gedocumenteerd aantonen dat hun pvc niet langer een afvalstof is maar een basisproduct of grondstof. „Het is aan de toezichthouder om te bepalen of een bedrijf dit voldoende heeft aangetoond”, meldt de ILT. „Maar zo’n producent in Maleisië schrikt natuurlijk van dat nieuwe papierwerk, die wil al die bureaucratie niet, dit schrikt klanten af”, zegt Besselsen.
Wrang
Bovendien hebben importeurs keuze: buiten Nederland leveren meer bedrijven de pvc-korrels aan. „Dat maakt het wrang: al die regeltjes gelden in Europa, niet erbuiten. Ik vind het overigens van een koloniale arrogantie, dat wij gaan bepalen hoe die landen met onze producten moeten omgaan. Dat is toch aan hen?”
Principieel is Besselsen overigens tegen het gebruik van het woord afval. „Het is gewoon grondstof voor andere producten. De wereld schreeuwt hierom. Dat je het hergebruikt scheelt het ook nog veel in CO2-uitstoot. Dus we snappen niet dat de overheid dit tegenhoudt.”
De toezichthouder legde een zogeheten last onder dwangsom op, bedoeld om overtredingen te voorkomen. De ILT merkte het nog aan als afvalstof. „Hiermee werd het exportverbod overtreden. Er ontbrak veel informatie. Daardoor kondeb we niet met zekerheid zeggen dat het om schone pvc ging”, aldus de woordvoerder. Nog eens zes containers zijn tegengehouden, zegt Besselsen. Kosten per stuk: zo’n €2000.
Beroep
Besselsens advocaat begint een proces bij de Raad van State, de hoogste bestuursrechter. De sector kijkt nieuwsgierig mee: hier volgt mogelijk een wetsuitleg over wat ’afval’ en wat ’grondstof’ of pvc is.
Maar de ILT trekt haar last onder dwangsom van €100.000 na twee jaar proceduretijd in. „Twee dagen voor de zitting. We zijn twee jaar met een kluitje het riet in gestuurd”, gnuift Besselsen. „Nog steeds is er geen duidelijkheid.”
Als er een last onder dwangsom loopt, ontneem je de rechter in die fase de kans inhoudelijk te laten oordelen, aldus de gespecialiseerde milieuadvocaat Ron Laan. „En dat er dus nog steeds niet van gekomen.” De advocaat zegt in zijn praktijk nog nooit zo’n vertraging en onduidelijke uitvoering te hebben gezien. „Dit tart iedere beschrijving”, stelt hij.
’Laatste strohalm’
„Hier kun je als ondernemer niet verder mee”, zucht de ondernemer. Vinylrecycling heeft nu beroep aangetekend bij de bestuursrechter om duidelijkheid af dwingen. „Onze laatste strohalm’, aldus zijn advocaat.
Besselsen: „Wij gaan kapot door besluiteloosheid. Dit bedrijf was een groot succes. Onze handel bloeide en groeide uit langs de internationale handelsroutes. Het is zo zonde dat in Nederland ondernemers het leven onmogelijk wordt gemaakt.”