De aarzelende opmars van nul-op-de-meter
woningbouw32
De aarzelende opmars van nul-op-de-meter
Foto: Peter Linders, Stroomversnelling Brabant
Het zouden er voor eind 2020 111.000 moeten worden, maar zijn er tot nu toe slechts een kleine 6.000. Nul-op-de-meterrenovaties. De markt komt trager op gang dan gehoopt, legt Ivo Opstelten, directeur van De Stroomversnelling uit. "Het aantal grote projecten valt tegen."
Het woord komt sinds vorig jaar voor in de Van Dale: nul-op-de-meter. Vijf jaar daarvoor had een groep koplopende corporaties en bouwers het initiatief genomen om 11.000 woningen voor eind 2017 grondig te renoveren. Als andere corporaties zouden aanhaken dan zou eind 2020 111.000 renovaties gehaald worden. Bewoners van grondgebonden jaren zestig en zeventig woningen zouden na een nom-renovatie gemoderniseerde huizen zonder energierekening krijgen, en betalen daar een energieprestatievergoeding voor. De woonlasten stijgen niet.
Die ambitie zal niet gehaald worden. Begin 2016 waren er vierhonderd renovaties verricht, terwijl het doel was om eind 2014 al duizend woningen klaar te hebben. Eind 2019 zijn er naar schatting een kleine zesduizend woningen gerenoveerd naar nul-op-de-meter. Het is een schatting op basis van een marktverkenning van de Stoomversnelling, de vereniging die in 2013 werd opgericht met als doel de energietransitie in de gebouwde omgeving via het nul-op-de-meterconcept een serieuze impuls te geven. Inmiddels is het doel breder, waaronder “spijtvrij verduurzamen”. Het ministerie noch het CBS houdt aantallen nul-op-de-meterwoningen bij, al heeft minister Ollongren wel opdracht gegeven om dat in de toekomst wel te gaan doen.
Nul-op-de-meter voor nieuwbouw is makkelijkere keuze
Het aantal nom-renovaties blijft dus achter, maar groeit wel snel. Dit jaar worden bijna 2.500 woningen aangepakt. In de nieuwbouw groeit nul-op-de-meter nog sneller, ziet Ivo Opstelten, directeur van de Stroomversnelling. Dit jaar worden zo’n 3.700 woningen gebouwd. In totaal zijn er eind van dit jaar bijna 7.000 nieuwe nul-op-de-meterwoningen gemaakt.
De populariteit van nom-nieuwbouw verbaast Opstelten niet. “Dat is niet zo gek. De meerprijs van nul-op-de-meternieuwbouw ten opzichte van een gewone aardgasvrije, all electric woning is zo’n 5.000 à 7.000 euro.” Hoewel Opstelten ook geluiden hoorde dat er meerprijzen van 15.000 euro tot 25.000 euro voorkomen ten opzichte van de gewone aardgaswoning. Dat zijn aantrekkelijke bedragen voor corporaties. Zeker omdat nul-op-de-meter gepaard gaat met energieprestatiegarantie.
Nul-op-de-meter voor nieuwbouw heeft een extra voordeel ten opzichte van nul-op-de-meter bij renovatie. “Bij nieuwbouw heb je allerlei kosten die je toch al zou maken. Bij renovatie is instandhouding het alternatief. Niets doen kost geen geld.” En als je wel gaat renoveren dan liggen de kosten vaak hoger dan de kosten van puur nul-op-de-meter. “Want je kunt stuiten op asbest of funderingsproblemen.” Eigenlijk zitten er “vervuilende elementen” in de bedragen die genoemd worden voor nom-renovaties. Dat vertroebeld de discussie of het duur is of niet, vindt de Stroomversnelling-directeur.
Dat vertroebelen gebeurde volgens Opstelten mogelijk ook bij de corporatie Wold & Waard (een relatief kleine corporatie met 5.000 woningen). Die Groningse corporatie besloot vorige maand na een proefproject met 48 woningen te stoppen met nul-op-de-meter. Met regionale aannemers – Van Wijnen (Fijn Wonen); Bouwgroep Dijkstra Draisma, Jorritsma Bouw/Built4U en Breman/Nijhuis – waren projecten in vier dorpen afgerond. De prijzen die de aannemer offreerden lagen ver boven de 80.000 euro per woning.
Prijzen voor nul-op-de-meter soms nog te hoog
Wold & Waard ontkent dat er sprake is van vervuiling. De Groningers hebben voor de nom-woningen ook geïnvesteerd in nieuwe badkamers en keukens, tegelrenovatie en asbestsanering. “Maar in onze analyses bij de besluitvorming rond doorgaan met NOM of niet, hebben wij wel degelijk het onderscheid gemaakt tussen sec de NOM kosten en de overige kosten. Daaruit is gebleken dat wij het tot nog toe niet gedaan krijgen voor de bedragen die de Stroomversnelling noemt”, zegt Jan Leistra, manager vastgoed bij Wold & Waard. “De meeste partijen waarmee wij de pilot hebben gedaan, zijn geen onervaren partijen waar het gaat om nom-renovaties. Een van die ervaren partijen heeft mij in een gesprek desgevraagd laten weten op dit moment de kosten niet tot het gewenste niveau terug te kunnen brengen.”
Wold & Waard koos voor renovatie naar energielabel A++. Door niet te kiezen voor nul-op-de-meter maar “af te schalen” naar een lager label, kunnen niet 700 maar 800 woningen aangepakt worden. De nieuwbouw die Wold & Waard uitvoert, blijft wel nul-op-de-meter, benadrukt Leistra. Dat is financieel wel te verantwoorden, zei vastgoedmanager Jan Leistra eerder deze maand.
Van 100.000 naar 73.000 euro
In een onderzoek van de Stroomversnelling dat deze maand verscheen lijken de kosten voor nul-op-de-meterrenovaties mee te vallen. Een nom-renovatie (ex btw) kost bij de vijftien onderzochte partijen (waaronder BAM, Heijmans, Dijkstra Draisma) gemiddeld 73.000 euro. In 2013 was dat nog zo’n 100.000 euro. In 2015 lagen de kosten overigens nog lager: 70.000. Maar door de forse kostenstijging in de bouw de afgelopen jaren, gingen ook de kosten voor nom-renovaties omhoog. “Dat hadden we in 2013 niet voorzien”, zegt Opstelten. Zo zijn bronboringen (nodig voor warmtepomp) tot wel 50 procent in prijs gestegen, merken sommige nom-aanbieders. Wel is de ene aannemer natuurlijk duurder dan de andere: de hoogste prijs voor nom zit 25.000 euro boven de laagste.
Waar nom-renovaties goedkoper zijn geworden, zijn label B-renovaties juist duurder geworden, blijkt uit het hetzelfde onderzoek van de Stroomversnelling. In 2013 werd voor een gemiddelde label B-renovatie nog 35.000 euro betaald, in 2019 is dat ruim 45.000 euro.