Bouwers niet dolenthousiast over verruimde PFAS-normen gemeenten: ‘Te verwarrend’
bouwbreed110
Bouwers niet dolenthousiast over verruimde PFAS-normen gemeenten: ‘Te verwarrend’
Steeds meer gemeenten en provincies verruimen hun PFAS-norm zelf. Daarmee geven ze bouwbedrijven wat lucht en hopen ze stilgelegde projecten weer op te starten. Bouwers vinden het een eerste stap, maar plaatsen ook de nodige kanttekeningen. “Gas geven kunnen we hiermee niet.”
PFAS, een half jaar geleden kende haast niemand het begrip. Inmiddels is algemeen bekend en weet iedereen dat de stoffen in de grond onlosmakelijk verbonden zijn met ellende. Projecten liggen stil, bouwers en grondverzetters kunnen nauwelijks aan het werk en gemeenten weten niet wat ze met hun grond aan moeten. Het is misschien nog wel een acuter probleem dat de stikstofcrisis, wat vooral vanaf begin volgend jaar gaat losbarsten.
Teleurstelling over PFAS
Grote teleurstelling was er dan ook toen het kabinet vorige week voor maatregelen presenteerde om de stikstofproblemen op te lossen. Voor PFAS moet er afgewacht worden tot 1 december, dan komt de minister- als het goed is- met een verruimde norm. Tot die tijd geldt de strenge norm van 0,1 microgram. Zodra grond of bagger meer PFAS bevat, mag het niet meer verplaatst of versleept worden.
Tenzij gemeenten of provincies zélf hun norm verruimen. En dat is wat steeds meer gebeurt, om acute problemen op te lossen. Provincie Noord-Holland kondigde vandaag nog aan hun norm te verruimen en al eerder deden gemeenten als Helmond en regio’s Twente hetzelfde (zie kader voor de rest).
‘Eigen achtergrondwaarde mag’
Deze overheidsinstellingen mogen dat doen, zodra ze zelf voldoende metingen hebben gedaan. “Als ze zelf een achtergrondwaarde in beeld hebben, mogen ze die hanteren”, bevestigt een woordvoerder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Ruimere norm
Diverse gemeenten en provincies hanteren een ruimere norm:
Provincie Noord-Holland
Helmond
Amersfoort
Tien gemeenten in regio Zuid-Holland-Zuid
Arnhem
Utrecht
Tien gemeenten in de Regio Achterhoek
Veertien gemeenten in regio Twente
Waterschap Vechtstromen
Het is een eerste stap, vinden bouwers, maar niet een die voor een juichstemming zorgt. Het gevoel van ‘eerst zien dan geloven’ overheerst. Bovendien kunnen lang niet allé projecten verder, laten bedrijven weten. “Het verkeerslicht staat hierdoor niet direct op groen. Gas geven kunnen we nog steeds niet”, zegt Herman Reinten, directeur van bouw- en sloopbedrijf Dusseldorp in Lichtenvoorde, een van de regio’s waar een verruimde norm geldt van 0,5 microgram. “Er zijn nog steeds projecten die niet vooruit kunnen.”
‘Niet dé oplossing’
Reinten zit in zijn maag met projecten die veel langer duren omdat er eerst grondonderzoek moet worden gedaan. Nu er een verruimde norm geldt, kan hij wel íets meer, maar het is volgens hem niet dé oplossing. “Doordat er overal andere normen worden gehanteerd, vraagt iedereen zich af: wat kan er nu wel en wat niet? Daarom gebeurt er nog haast niets. Het zorgt alleen maar voor chaotische taferelen.”
Verwarrend. Dat is ook wat Jeroen Vellema, adviseur milieu van het ingenieursbureau van BAM, van het beleid vindt. Onlangs ondervond hij dat nog aan den lijve toen er werd gesproken van een norm van 3,0 microgram die in de Achterhoek gehanteerd zou worden, maar uiteindelijk bleek het ‘slechts’ om 0,5 te gaan.
“De regio Twente hanteert óók weer net een andere norm. Dat zorgt ervoor dat wij continue in de gaten moeten houden welke achtergrondwaarde waar geldt. Dat maakt het enorm lastig werken. Natuurlijk is het goed dat gemeenten zelf wat doen, want elke verruiming is een stapje naar voren. Maar bedrijven die hiermee te maken hebben moeten op hun hoede blijven.”
‘Wat lucht, niet voldoende’
De verruimde norm in Helmond biedt directeur Frans Van den Heuvel van het gelijknamige bouwbedrijf ‘wat lucht’, maar volgens hem is het lang niet voldoende. “De norm geldt alleen voor Helmond, dat betekent dat grond niet in en uit de stad kan. Je kunt nergens anders graven, dus eigenlijk kun je nog heel weinig. Wel is het fijn dat de gemeente goed in kaart heeft gebracht, waar vieze grond ligt en schone. Maar er echt meer nodig, een landelijk beleid. Want de situatie is zeer ernstig, bij sommige bedrijven staat het water aan de lippen.”
Ook andere bouw- en infrabedrijven vinden dat. Zo pleit Hermen Reinten voor een noodwet. Dat is waar bouwers en grondverzetters naar snakken, stelt hij. “Overal worden nu pleisters opgeplakt, maar dat heeft geen zin. Er is een periode van stilstand nodig, zodat er écht goede oplossingen kunnen worden bedacht.”
‘Kabinet schuift teveel door’
Brancheorganisaties als Bouwend Nederland en AFNL pleiten al langer voor een snel landelijk beleid. Zij vinden 1 december ook veel te laat. De problemen spelen nu, speelden een maand geleden al, stellen zij. Het is op zich goed dat gemeenten het heft in eigen hand nemen, zegt Bouwend Nederland-directeur Fries Heinis, maar volgens hem schuift het kabinet teveel door naar langere overheden.
“Wij zijn enorm teleurgesteld dat het kabinet in de maatregelen die ze vorige week aankondigde, nauwelijks oplossingen voor het PFAS-probleem heeft bedacht. Het is goed dat in de tussentijd gemeenten, provincies en regio’s zelf maatregelen treffen, daartoe roepen wij ze ook op. Maar dit zijn slechts een handjevol gebieden, er zijn ruim 300 gemeenten en dertien provincies. Het kabinet moet er véél meer regie opvoeren.”
Meer over PFAS
Meer over PFAS
De cijfers
‘Gelijk speelveld’
AFNL- directeur Jaco Uittenbogaard vindt het wel bemoedigend om te zien dat een verruimde norm dus wél kan. Maar ook hij is ervan overtuigd dat een uniforme richtlijn hard nodig is. “Er moet een gelijk speelveld komen.”
Voorlopig lijkt dat er toch echt nog niet in te zitten. Het RIVM doet nog onderzoek en pas daarna kan er een landelijke norm worden opgesteld, heeft minister Stientje van Veldhoven laten weten. Of die er werkelijk op tijd is en of die voldoende zal zijn om het werk door te laten gaan, is echter nog afwachten.
Eerste publicatie door Marije de Leeuw op 20 nov 2019