Uit FD:
Singaporese verfmiljardair zit AkzoNobel dwars
Het is een klassiek verhaal van 'rags-to-riches': Goh Cheng Liang begon ooit als verkoper van visnetten, en nu is de bijna 90-jarige een van de rijkste mensen van Singapore. Zakenblad Forbes schat zijn vermogen op $6,5 mrd, zo'n €5,5 mrd.
Goh is de belangrijkste geldschieter van Nippon Paint, het Japanse verfbedrijf dat nu AkzoNobel in de wielen rijdt. Nippon Paint wil uitgroeien tot een wereldspeler in verf en biedt op het Amerikaanse Axalta. De gesprekken die Axalta voerde over een fusie met Akzo zijn daarom afgeblazen.
Goh, geboren in 1928, begon zijn leven in armoede: met zijn ouders, broer en zussen deelde hij een eenkamerappartement boven een winkel. Naar school ging hij niet. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak stuurden zijn ouders hem naar Maleisië, waar hij zijn zwager hielp met het verkopen van visnetten.
Een eerste eigen bedrijf, in water, mislukte. 'Geen ervaring, ik ging failliet, al mijn geld verdween', zei Goh daarover in een zeldzaam interview in 1997.
Zijn fortuin maakte hij in verf. In 1949 kocht hij voor een prikkie een grote voorraad oude verf van het Britse leger. Goh startte er zijn eigen verfmerk, Pigeon, mee. Een handelsembargo vanwege de Korea-oorlog stuwde de vraag naar lokale verf. Goh maakte een klapper.
Eind jaren vijftig benaderde Nippon Paint hem om een lokale joint-venture op te zetten. Die groeide uit tot de grootste verffabrikant van Azië. Het fortuin dat hij daarmee vergaarde stak Goh onder meer in vastgoed: op de plek van zijn geboortehuis zette hij een groot winkel- en kantorencomplex neer.
En hij gebruikte het om in 2013 de grootste aandeelhouder van Nippon Paint te worden. Dat nu, na Azië, ook de rest van de wereld wil veroveren. Van publiciteit of groot vertoon houdt Goh niet. Alleen voor zeiljachten en goede doelen trekt Goh geld uit.