ff_relativeren schreef op 7 september 2016 00:39:
Procedureel ben ik er nog niet helemaal uit, of de rechtzaak tegen Jonathan Taylor woensdag tot een einde komt.
- er is geen schikking waar beide partijen zich in kunnen vinden ;
- zonder schikking gaat de rechtzaak verder ;
- de totale vorderingen zijn vanaf woensdag kleiner dan € 5.000,- ;
- de Rechtbank kan / moet daardoor de zaak verwijzen naar de Kantonrechter ;
- SBM Offshore stelt de vorderingen op nul ;
- de Rechtbank kan daarmee aan de eiser (SBM) de vordering ontzeggen ;
- echter, dan moet de vordering ongegrond of onbewezen zijn ;
- SBM Offshore dient woensdag (7 september 2016) een wijziging van eis in ;
- gedaagde (Jonathan Taylor) kan tegen vermindering van de eis geen bezwaar maken ;
- echter, Jonathan kan wel bezwaar aantekenen vanwege strijd met de goede procesorde ;
- er komt dan een rol-incident en de Rechtbank beslist ;
- tegen de beslissing in een rol-incident kan niet in beroep worden gegaan ;
- en dat is om verdere vertraging in de zaak te voorkomen ;
- de Rechtbank kan proberen om tot een minnelijke oplossing te komen ;
- partijen dienen daartoe bij de Rechter te verschijnen (comparitie) ;
- echter, gedaagde Jonathan Taylor wil juist voortzetting van het proces ;
- de Rechtbank heeft voor een beslissing (vonnis) feiten nodig ;
- gedaagde Jonathan Taylor wijst op het niet beschikbaar stellen van een bewijsstuk ;
- de Rechtbank heeft in tussenvonnis het verzoek tot dat bewijsstuk echter afgewezen ;
- doorhaling op de rol (eindigen van het proces zonder rechtsgevolg) kan niet ;
- omdat daarvoor beide partijen akkoord moeten gaan, en Jonathan Taylor wil niet ;
Samenvattend : de zaak zou verwezen moeten worden naar een Kantonrechter.
Immers, vordering is kleiner dan € 5.000,-.
Deze kantonrechter neemt de zaak over zoals de zaak er momenteel voor staat.
En zal wel tot een oordeel komen van "vordering onbewezen".
Is er nog de uitweg via de ongeschreven regel van "geen belang geen actie" (3:303)?