aston.martin schreef op 22 mei 2016 08:50:
[...]
@asti
Ik doe een nieuwe poging om uw vraag te beantwoorden.
Doorgaans zoekt Galapagos zelf naar eiwitten die een cruciale rol spelen in een bepaalde ziekte. Dit zijn de zogenaamde targets. Ze hebben daarvoor een gepatenteerde techniek die dmv een animatie en een beschrijving uitgelegd wordt op de website:
www.youtube.com/watch?v=9LdSl77YCvIfiles.glpg.com/docs/website_1/Intro_1...Op deze manier heeft men bijvoorbeeld JAK1 als target voor RA gevonden en autotaxin in longfibrose (waarvoor nu GLPG1690 in fase getest wordt op IPF patiënten).
Zo hoopt men nieuwe targets te vinden die door andere bedrijven nog niet gekend zijn. Het gevolg is dat er weinig concurrentie is. Uiteraard een groot pluspunt, maar deze methode heeft als nadeel dat over het target weinig gekend is in de medische wereld waardoor de kans op mislukken ook veel groter is. Zie het falen van bijvoorbeeld '0259 en '0974, moleculen die ontwikkeld werden tegen dergelijke, nieuwe targets.
Het target in CF heeft Galapagos dus
niet zelf gevonden met hun techniek. Het target hier is het CFTR eiwit dat in oa de longepitheelcellen zorgt voor het zout- en watertransport. Bij mucopatiënten is dit CFTR eiwit defect of helemaal afwezig waardoor taaislijm in de longen ontstaat met alle nefaste gevolgen van dien.
Dit target is in de medische wereld zeer goed bekend zodat er ook veel concurrentie is van andere bedrijven. Men weet immers wat het probleem is en hoe het veroorzaakt wordt. Iedereen kan dus bij manier van spreken een therapie zoeken die werkt tegen dat target.
Samengevat kan men eigenlijk stellen dat Galapagos kiest voor weinig concurrentie en grote onzekerheid door zelf de targets te zoeken.
Veel andere bedrijven kiezen voor meer zekerheid en bijgevolg ook meer concurrentie door te vertrekken van goed gekende targets.
Hoop dat ik het juist heb uitgelegd op deze manier.