Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe!
Door: Frank van Marwijk , 02-12-2007, 22:29 uur
Het Britse Institute of Leadership and Management deed recent onderzoek onder 1500 managers. De onderzoekers concludeerden dat werknemers meer waardering hebben voor managers die een ‘harde aanpak’ voorstaan. Betekent dit dat medewerkers simpelweg op hun donder willen krijgen? Gaan we misschien weer terug naar de middeleeuwen waar (lijf)straffen hoog in het vaandel stonden?
De harde manager
Werknemers blijken de meeste waardering te hebben voor doelgerichte managers die sterke nadruk leggen op de uitvoering van taken die leiden tot succes. De manager dient het vermogen te hebben om door te zetten en te streven naar het maximale resultaat. Hij dient hiervoor grenzen te stellen, knopen door te hakken en duidelijkheid te scheppen. Ook moet deze manager vooral consequent zijn. Het onderzoek vertelt niet dat zo’n harde manager een onaardige manager is of een manager die bestraffend optreedt om zijn personeel te motiveren.
Zacht of hard?
Toen ik las over de zo gewaardeerde harde manager, riep dit bij mij meteen het beeld op van een autoritaire hork die scheldend en tierend over zijn afdeling loopt. Dit blijkt echter niet het geval. De harde manager blinkt vooral uit in zijn doorzettingsvermogen, aandacht voor details, efficiëntie en analytisch vermogen. Deze eigenschappen zijn volgens mij helemaal niet in strijd met kwaliteiten als mondelinge uitdrukkingsvaardigheid, teamwork, flexibiliteit, enthousiasme en empathie die als eigenschappen van de zachte manager genoemd worden.
Waarom is de harde manager zo geliefd?
De harde manager wordt blijkbaar meer gewaardeerd dan de manager die teamgeest, democratie en open communicatie voorstaat. Dit is naar mijn idee vooral omdat deze manager snel duidelijkheid kan verschaffen. Democratie is mooi, maar als iedereen mag meedenken en -praten komt dat de duidelijkheid niet altijd ten goede. Als de manager uiteindelijk toch een beslissing neemt, wordt hem mogelijk schijndemocratie verweten. Inspraak en democratie kosten ook heel veel tijd. Dat wil niet zeggen dat medewerkers geen inspraak meer mogen hebben, maar het is aan de manager om te bepalen wanneer er gewoon een besluit moet worden genomen.
Straffen of belonen?
Moet een harde manager ook straffen en/of belonen? Belonen is positief reageren op een bepaald gedrag, zodat dit gedrag blijft of toeneemt. Met straffen beoogt men dat het gedrag juist zal afnemen of uitblijft. Uit resultaten van opvoeding en onderwijs is gebleken dat belonen op de lange duur effectiever is dan straffen. Bestraffing geeft sneller resultaat. Maar de persoon die gestraft wordt, zal niet meer doen dan precies wat van hem verwacht wordt. Belonen motiveert in positieve zin. Het daagt uit tot het doen van iets extra’s en creativiteit. Toch heeft belonen ook een nadeel. Het schept verwachtingen. Als u er een gewoonte van maakt om jaarlijks aan het merendeel van uw medewerkers een bonus te verstrekken, wordt de bonus niet meer als een beloning ervaren. Het niet krijgen van de bonus wordt dan gezien als straf. Een medewerker die de verwachte bonus niet krijgt kan vervolgens overgaan op ‘stiptheidsacties’. Hij doet niet meer dan van hem gevraagd wordt.
Erkennen of negeren
In onderwijskringen staat het straffen en belonen als motivatiemiddel inmiddels ook ter discussie. De aanpak van leerlingen is nu eerder gericht op erkennen of negeren. Deze inzichten kunt u ook gebruiken in de werksituatie. Prijzen en ‘cadeautjes’ verstrekken heeft op den duur hetzelfde effect als straffen. De presentjes en mooie woorden verliezen hun waarde en scheppen voorwaarden. U kunt uw medewerkers het beste stimuleren door hen aandacht en erkenning te geven. Het is belangrijk uw medewerkers te bevestigen in wat ze hebben gedaan zonder hen steeds te belonen. En negatief gedrag kunt u het beste negeren. Het blijkt dat negatief gedrag waaraan geen aandacht wordt gegeven het eerste uitdooft.
Sinterklaas de baas
Over enkele dagen is het Sinterklaas. Een gezellig feest waarin een goedaardige oude baas centraal staat. Maar Sinterklaas was niet altijd zo vriendelijk. Tot ver in de twintigste eeuw maakten volwassenen dankbaar gebruik van de Sint om stoute kinderen schrik aan te jagen en ze in het gareel te krijgen. Wie stout was kreeg de roe of werd zelfs ontvoerd in de zak naar Spanje. De baas van vroeger had een soortgelijke reputatie. Het woord bazig doet ons daar nog aan herinneren. Sinds het voorstel van Mr. Piet Hein Donner in 2004 om opvoedkundige tikken aan kinderen wettelijk te verbieden, verdween ook de roe uit het straatbeeld. Blijkbaar zijn we een stuk milder geworden in onze benadering naar mensen. Maar de harde aanpak stijgt blijkbaar weer in onze waardering. Gaan we weer terug naar de tijden van welleer?