Vaccins zijn injectie voor de industrie
LAURENS BERENTSEN
Vaccins zijn lange tijd het stiefkind van de farmacie geweest. Die houding is ingrijpend veranderd sinds de doorbraak van de biotechnologie en de vrees voor bioterreur en een pandemie.
AMSTERDAM - Crucell maakt maandagmorgen bekend hoeveel aandeelhouders van de Zwitserse vaccinfabrikant Berna Biotech zijn ingegaan op diens overnamebod, waarvoor de aanmeldingstermijn vrijdag is gesloten.
Het Nederlandse biotechbedrijf heeft met PER.C6 een veelbelovende technologie in huis voor toekomstige productie van vaccins. Verder worden in Leiden nieuwe vaccins ontwikkeld. Met de beoogde inlijving van Berna voegt Crucell daar fabrieken en een verkooporganisatie aan toe en nestelt het zich als volwaardig speler op een markt die zich mag verheugen in een ongekende belangstelling.
Decennia lang viel de door Louis Pasteur ontwikkelde methode om mens en dier te vrijwaren van infectieziekten, een stiefmoederlijke behandeling ten deel van de farmaceutische industrie. Er was sprake van een vicieuze cirkel, zegt Daan Ellens, jarenlang directeur van het Maastrichtse Rhein Biotech, dat in 2002 door Berna werd overgenomen. 'De traditionele vaccins tegen polio, difterie en kinkhoest zijn bulkgoederen met grote volumes en lage prijzen. Dus kregen de divisies van de grote farmaconcerns die deze vaccins produceerden weinig geld voor onderzoek en ontwikkeling. Zo kachelt zo'n tak achteruit.'
Twijfels over de veiligheid hebben vaccins ook parten gespeeld, vooral nadat ziekten waarvoor zij bescherming bieden in de vergetelheid raakten en de angst voor infectie verdween. Echte of vermeende bijwerkingen leidden in de Verenigde Staten tot rechtszaken en gaven voeding aan een anti-inentingsbeweging.
De tolerantie voor bijwerkingen bij vaccins is sowieso veel lager dan bij de meeste andere geneesmiddelen, omdat ze worden toegediend aan gezonde mensen. Vandaar ook dat er strengere toelatingseisen gelden voor vaccins. Dit maakt het voor de industrie kostbaarder en dus minder aantrekkelijk nieuwe vaccins te ontwikkelen en naar de markt te brengen.
In de VS heeft de geringe animo voor de productie van vaccins afgelopen twee jaar tot tekorten aan griepvaccins geleid. 'Influenzavaccins zaten vooral in de VS in het verdomhoekje', stelt Herman van Heemstra, verantwoordelijk voor de productie van griepvaccins bij Solvay Pharmaceuticals, het Nederlandse dochterbedrijf van het Belgische Solvay. Naast de lage prijzen speelt daarbij volgens hem de logistiek ingewikkelde en daarmee risicovolle productie en verkoop van griepvaccins een rol. Voor de traditionele productie zijn miljoenen kippeneieren nodig; transport en opslag moet gekoeld gebeuren.
De vrees voor een pandemie, een zich snel verspreidende dodelijke griepvariant, maakt dat overheden zich inzetten om de algemene vaccinatiegraad te verhogen, bijvoorbeeld door alle 55-plussers in te enten in plaats van alle 65-plussers, aldus Van Heemstra. 'Producenten worden zo geprikkeld hun capaciteit uit te breiden, om ten tijde van een pandemie veel meer vaccins beschikbaar te hebben.'
Analisten verwachten dat de markt voor griepvaccins in 2010 verdubbelt tot $ 3 mrd. Marktleider Sanofi-Pasteur bouwt intussen een nieuwe fabriek in de VS om op basis van de menselijke cellijn van Crucell , de PER.C6-technologie, griepvaccins te gaan produceren. Solvay legt in Weesp de laatste hand aan een fabriek die vaccins gaat maken met een dierlijke celkweek in plaats van kippeneieren. De hoge investeringen in productiecapaciteit en innovatie van het productieproces zijn volgens Van Heemstra oorzaken van de concentratiegolf die in de industrie plaatsvindt. Het aantal fabrikanten van griepvaccins is sinds 2000 geslonken van tien naar zeven.
De dreiging van bioterrorisme vormt een stimulans voor de ontwikkeling van vaccins tegen minder gangbare infectieziekten dan griep. Zo heeft Crucell opdracht gekregen van de Amerikaanse marine om vaccins te ontwikkelen tegen miltvuur en pest. De Amerikaanse regering heeft in het kader van het project BioShield $ 5,6 mrd opzijgezet om de bevolking te kunnen beschermen tegen biologische terreuraanvallen.
Volgens Daan Ellens, die nu bij biotechinvesteerder Life Sciences Partners werkt, is de neerwaartse spiraal in de vaccinindustrie doorbroken met de opkomst van de biotechnologie. Nieuwe vaccins, bijvoorbeeld tegen hepatitis B, waarvoor euro 40 tot meer dan euro 100 per prik wordt betaald in plaats van een paar euro, zijn het resultaat.
De mogelijkheden van de biotechnologie om gericht eiwitten te zoeken die resistent maken en deze veilig te produceren, gecombineerd met recente inzichten over ziekteverwekkers, hebben nieuwe toepassingsmogelijkheden ontsloten. Zo zijn het Amerikaanse Merck en het Britse GlaxoSmithKline in een wedloop verwikkeld wie als eerste zijn vaccin tegen het humaan papillomavirus op de markt zal brengen. Driekwart van de gevallen van baarmoederhalskanker wordt toegeschreven aan HPV. Glaxo verwacht dat in 2010 tachtig miljoen vrouwen gevaccineerd zullen zijn en dat de markt voor dit vaccin dan jaarlijks goed is voor £ 4 mrd.
'De jonge biotechbedrijven zijn te klein om de vaccins die zij afgelopen decennium hebben ontwikkeld zelf naar de markt te brengen', zegt Ellens. 'Dat kost te veel geld. Daarom worden zij opgekocht door de grote farmaconcerns of sluiten ze zich bij elkaar aan, zoals Crucell en Berna doen.'