FD hedenochtend (leuk)
Behoudt Crucell voor Nederland
GERARD VAN BEYNUM
Het bod van Crucell op het Zwitserse Berna Biotech à 350 miljoen euro is een gedurfde stap van een bedrijf dat al eerder heeft bewezen gedurfde stappen niet te schuwen. De stap geeft Crucell de kans om uit te groeien tot een mondiaal toonaangevend bedrijf. Voor Nederland is deze stap een bedreiging, tenzij ons vergunningenstelsel snel en aanzienlijk verbetert, net als het fiscaal klimaat voor onderzoeksintensieve bedrijven.
Nederland kent relatief veel multinationals met een hoofdkantoor. Vaak hebben die bedrijven hier grote onderzoeksfaciliteiten. Geregeld klinkt de vraag of dat zo blijft. De aanwezigheid van die hoofdkantoren en laboratoria is vooral een historisch gegeven, als vestigingsplaats verliest Nederland het meer en meer van andere landen, zoals blijkt uit diverse internationale ranglijsten.
Ook Crucell heeft haar hoofdkantoor en belangrijke laboratoria om historische redenen in Nederland, maar ook Crucell stelt zich de vraag of het Nederlandse ondernemingsklimaat nog aantrekkelijk genoeg is. Als de overname en integratie van Berna slaagt, is Crucell prominent aanwezig in Zwitserland en Nederland en heeft het beursnoteringen in VS, Zwitserland en Nederland.
Het startpunt van Crucell ligt in 1993, toen Dinko Valerio IntroGene oprichtte en begon met het opbouwen van een gentherapiebedrijf in Leiden. Toen gentherapie door enkele tegenvallende resultaten in een minder positief daglicht kwam te staan, besloot Valerio in 2000 de koers van het bedrijf te verleggen. Hij voegde met de overname van het Utrechtse U-BiSys een extra technologie aan het bedrijf toe. Kort daarna volgde een beursgang in Nederland en Amerika. Bijna 150 miljoen euro nieuw geld stroomde de onderneming in.
Crucell verwierf niet alleen nieuwe technologie en nieuw geld, maar ook nieuw talent. In die jaren kwamen de huidige directeuren Ronald Brus en Jaap Goudsmit aan boord en ontstond het sterkste managementteam van de nog jonge Nederlandse 'life science'-sector.
Na overname van Berna Biotech is onder Nederlands ondernemerschap in twaalf jaar uit het niets een bedrijf opgebouwd met bijna 1200 medewerkers, ruim 150 miljoen euro omzet, een beurswaarde van meer dan een miljard, drie beursnoteringen en het hoofdkantoor in Nederland. Dat is gelukt in een waarlijk onvriendelijk ondernemingsklimaat.
Mocht er een beursnotering moeten sneuvelen, dan zou het mij niet verbazen als dat Amsterdam wordt. En het hoofdkantoor? Zwitserland is als vestigingsplaats aantrekkelijker dan Nederland.
Crucell heeft over een reeks van jaren visie en ondernemerschap getoond, gestoeld op diverse innovatieve technologieën. Het zou zeer te betreuren zijn als dit vlaggenschip van de Nederlandse life science-sector zijn Nederlandse activiteiten stapje voor stapje zou verminderen. Dat is niet denkbeeldig. Dat is alleen te voorkomen als er hard aan de verbetering van het Nederlandse ondernemingsklimaat wordt gewerkt.
Denk aan het fiscaal beter ondersteunen van onderzoek, in plaats van het steeds maar weer inzetten van het tijd- en geldverslindende subsidie-instrument. Denk ook aan het snel en sterk verbeteren van zowel ons vergunningenstelsel als de vergunningverleningsprocedures. Dit lijkt me een essentiële rol voor de overheid. Blijven daden uit, dan worden kennisintensieve bedrijven niet alleen Nederland uitgelokt, maar ook uitgestuurd.
Dan is de aanstaande overname door Crucell prima voor het bedrijf en zijn aandeelhouders, maar niet voor Nederland. Vertrek van Crucell is dan een scherp signaal dat het opbouwen van een kenniseconomie in Nederland nog steeds niet erg wil lukken.
Gerard van Beynum was directielid van Pharming en voorzitter van Biopartner, is thans commissaris bij life sciences-bedrijven en directeur van Licentec, adviseurs en managers van kennisvalorisatie.