Wat doet men intussen om de boel te versnellen?
Overheden en regulerende organen proberen in elk geval het pad dat het vaccin straks door de bureaucratische molen moet afleggen waar mogelijk alvast wat te effenen. Zo bepaalde Nederland deze week dat vaccinbedrijven die genetische manipulatie gebruiken bij de zoektocht naar een vaccin, de vergunning daarvoor met spoed kunnen aanvragen: normaal een procedure die vier maanden kan duren, nu kan het in 28 dagen. Ook maakte het kabinet woensdag 50 miljoen euro extra over naar de CEPI, om de vaccinontwikkeling extra te steunen.
De wetenschap zal intussen de verschillende onderzoeksfases in elkaar proberen te schuiven. Probeer een al bestaand vaccin om te bouwen tot iets nieuws, zodat je niet helemaal vanuit het niets hoeft te beginnen. Begin alvast aan de eerste mensproeven als de tests op proefdieren nog gaande zijn. Of probeer het vaccin tijdens de tweede onderzoeksfase vast nuttig in te zetten, door het bijvoorbeeld te testen op kwetsbare patiënten of zorgverleners.
Diverse laboratoria overwegen bovendien een bijzonder, maar ethisch omstreden geitenpaadje: stel vrijwilligers expres bloot aan het virus, om te zien of het vaccin werkt. De normale gang van zaken is dat men proefpersonen inent en dan wacht tot het virus ‘vanzelf’ genoeg proefpersonen heeft bereikt, om te kunnen zeggen of het vaccin werkt. Maar dat vergt uiteraard veel tijd.
In Leiden zegt Kikkert zo’n ‘humane uitdagingsstudie’ wel te willen overwegen. ‘Als je het zo kunt inrichten dat het veilig is, waarom niet?’, zegt ze. Maar daar wringt nu net de schoen. Af en toe pakt het virus helemaal verkeerd uit bij jonge, gezonde mensen, om redenen die virologen niet goed begrijpen. ‘En het zou natuurlijk een ramp zijn als een van je proefpersonen op de intensive care belandt’, zegt Kikkert.
En als er eenmaal een vaccin is?
Laat het een jaar duren, of twee: op een gegeven moment zullen de eerste vaccins klaar zijn. Die moeten dan eerst officieel worden goedgekeurd en toegelaten worden tot de markt door het Europese Medicijn Agentschap EMA, voordat men ze in Nederland kan inzetten.
In ons land komt dan de machinerie in beweging: normaal gesproken adviseert de Gezondheidsraad de minister, en als die dat advies volgt, krijgt het RIVM opdracht om de vaccins aan te schaffen en de toediening ervan te regelen.
Maar dat is de theorie. In praktijk zullen er ongetwijfeld in het begin te weinig vaccins zijn. Dat kan een recept zijn voor gedoe, zo bleek wel tijdens de pandemische Mexicaanse griep van 2009. Nederland sloeg gauw vaccins in voor de hele bevolking. Maar toen de griep minder ernstig uitpakte dan verwacht, waren de rapen gaar. Waarom al die vaccins gekocht? Inmiddels heeft de E U wel een procedure voor de gezamenlijke inkoop van middelen tegen pandemische bedreigingen: wellicht kan die helpen.
Achter de schermen treffen de betrokken organen nu al voorbereidingen, denkt Van Els. Zo zal men de dossiers voorbereiden: waaraan moet een vaccin straks voldoen om te worden toegelaten? ‘Alle procedures moeten straks in de snelkookpan. Het voorwerk om dat te stroomlijnen, daarmee moet je nu al beginnen’, zegt Van Els.
Terug naar de kandidaat-vaccins. Wat zit er in de pijplijn?
Ruwweg vallen de kandidaat-vaccins in drie groepen uiteen. Bedrijven zoals Moderna werken met een stukje erfelijk materiaal dat men in het lichaam inspuit, waarna het lichaam het ‘recept’ afleest en er viruseiwit mee bereidt waar het immuunsysteem op aanslaat. Makkelijk en snel te maken, vandaar dat het al op proefpersonen wordt getest. Een goede kanshebber, denkt Kikkert.
Onder meer Janssen volgt een iets andere aanpak. Men bouwt genetisch materiaal van het virus in in een ander, onschadelijk virus, zodat er een soort virus van Frankenstein ontstaat: een onschuldig verkoudheidsvirus, uitgedost met de uitsteeksels van het coronavirus. ‘Het voordeel daarvan is dat je het immuunsysteem de hele infectie laat zien’, zegt Kikkert. ‘Je immuunsysteem denkt echt: dit is een virus.’
En dan is er de rest. Zo’n twintig bedrijven van de CEPI-lijst proberen het immuunsysteem kwaad te maken met losse onderdelen van het originele ¬virus, zoals zijn voornaamste uitsteeksel, het ‘spike’-eiwit. Andere gebruiken daarvoor nepvirusdeeltjes genaamd ‘virus-achtige partikels’, of doodgemaakt of verzwakt coronavirus. Dat laatste is een klassieke manier van inenten, maar heeft wel nadelen, zegt Kikkert: ‘De industrie is er huiverig voor omdat je dan toch een gevaarlijk virus in grote hoeveelheden moet kweken en oogsten.’
Maar wie is nou de grootste kanshebber?
Wisten we het maar. Alles zal afhangen van hoe de subtiele dans tussen immuunsysteem en ontwerpvaccins precies uitpakt – een proces, dat niemand goed kan overzien. ‘Je wilt een volwaardige immuunrespons aanleggen, met twee verdedigingslinies’, zegt Van Els. ‘Antistoffen moeten het virus straks meteen vastpakken. En T-cellen moeten virus opruimen dat verstopt zit in lichaamscellen.’
Met de tsunami van vaccins-in-wording is het denkbaar dat verschillende doelgroepen een eigen vaccin krijgen, denkt het CEPI: de kids een kindervaccin, opa en oma het seniorenvaccin, zwangere vrouwen een speciale zwangerschapsvariant.
Ook de vaccinontwikkeling is bezig geheel nieuw terrein te betreden.