Yteke de Jong
Amsterdam - Kleinere woningen zijn een ’onvermijdelijk’ gevolg van het kabinetsplan om meer regie op de woningmarkt te krijgen, zo kondigde demissionair woonminister Hugo de Jonge donderdag aan. De woningsector is kritisch. Ruimere en duurdere woningen zullen juist nodig zijn om de goedkope huizen te financieren, zo klinkt het onder bouwers en projectontwikkelaars.
Demissionair woonminister Hugo de Jonge wil een kleine miljoen woningen bouwen in ons land. Twee derde van die nieuwe woningen moet ’betaalbaar’ zijn: voor koopwoningen betekent dat op dit moment een maximumprijs van 390.000 euro. Die eis op het gebied van betaalbaarheid gaat gevolgen hebben voor de omvang van woningen in de toekomst, verwacht de minister. „Ik denk dat het onvermijdelijk is dat we iets kleiner gaan bouwen”, zegt De Jonge op de vraag wat zo’n maximumprijs van 390.000 euro voor invloed heeft op het type huizen dat gebouwd wordt.
De minister vindt dat niet per se een probleem. „In Nederland wonen we gemiddeld genomen heel groot”, zegt hij. „Maar onze gezinsgrootte neemt rap af. Er is juist een grote behoefte aan woningen voor alleenstaanden.”
Appartementen
De 981.000 ’Hugowoningen’ zijn allemaal binnen bestaande stadsgrenzen gepland, wat automatisch al betekent dat er veel appartementen zullen verrijzen, klinkt het in de sector. „Er wordt al vrij klein gebouwd omdat de locaties duur zijn. Die zijn veelal binnenstedelijk, waardoor er relatief veel appartementen gebouwd worden”, zegt directeur Taco van Hoek het Economisch Instituut voor de Bouw, dat eerder vaststelde dat ook alleenstaanden ruim willen wonen.
„De groei van het aantal alleenstaanden zit in belangrijke mate bij ouderen, doordat op hoge leeftijd partners wegvallen. Jongere huishoudens met een kleine starterswoning zoeken juist een grotere woning en laten weer een kleinere woning of twee achter.”
Eengezinswoningen
Ruimer wonen hoort ook bij welvaart, stelt Van Hoek. „Het is jammer van deze benadering dat men niet aan doorstroming op de woningmarkt denkt. Het is belangrijk om een goed gevarieerd aanbod te hebben. Eengezinswoningen kunnen goed verkocht worden, en daardoor komen er weer kleinere appartementen vrij. Het bouwen van kleine appartementen sluit niet aan op de woningvraag.”
De woningmarkt wordt door het voorstel van De Jonge nog verder gereguleerd. Gemeenten met meer dan gemiddeld sociale huur moeten voor 40 procent aan nieuwbouw in het middensegment (maximaal 1123 euro per maand) bouwen. Eerder besloten investeerders in de woningmarkt Nederland te mijden, omdat de stapel eisen volgens hen verhindert dat een bouwproject voldoende kan renderen.
Bouwvergunningen
Het aantal bouwvergunningen daalde vorig jaar. Maar pensioenfonds ABP meldde eerder deze week miljarden te willen investeren in betaalbare woningen. De bouwsector sprak eerder al over ’kippenhokken’ die gebouwd worden door de dure grond en de eis van binnenstedelijk bouwen.
Bouwend Nederland vindt dat het bouwen van vooral kleinere huizen geen recht doen aan de marktvraag. „Er moet gekeken worden waar regionaal behoefte aan is. De bouw van één dure woning zet vier verhuizingen in gang, waardoor er vier gezinnen geholpen kunnen worden”, zo meldt een woordvoerder van de brancheorganisatie.
Het klopt dat Nederlanders in internationaal opzicht relatief ruim wonen, zegt Peter Boelhouwer, hoogleraar woonsystemen aan de TU Delft, „Het verschil met andere landen is echter niet zo groot. Wij hebben een kwalitatief goede sociale huursector, we zijn welvarend en wonen vaker in huizen met tuinen.”
’Dure woningen nodig om goedkopere te financieren’
Volgens de koepel van projectontwikkelaars Neprom woont de Nederlander over het algemeen niet heel ruim, maar is het ruimer als je het vergelijkt met zeer dure wereldsteden als Londen en Parijs. Demissionair woonminister De Jonge zou moet niet alleen sturen op kleine appartementen, maar ook op huizen in het groen, zegt voorman Fahid Minhas. „Het kan niet zo zijn dat we een kleine miljoen goedkope hokjes neerzetten. Daarbij komt dat de dure woningen in een project vaak nodig om de goedkopere te financieren. Er moet ook ruimte zijn voor huizen met tuinen.”
Positief aan het woonplan vindt Minhas dat de minister provincies tot de orde kan roepen als die te weinig concrete bouwplannen maken. „Het kan niet zo zijn dat provincies restrictief richting kleine dorpen en kernen zijn waar ze ook behoefte hebben aan woningen. Gemeenten als Lisse en Hellevoetsluis willen bouwen, maar de provincie staat dan niet toe. Daar moet de minister op ingrijpen.”