Leesvoer:
Beleggers moeten ondertussen voor zichzelf eerst vaststellen wat een hogere inflatie voor hen betekent. Sparen heeft immers weinig zin, obligaties renderen niet voldoende en zo bezien blijven aandelen dus het minst slechte alternatief. Daarbij moet wel de kanttekening worden geplaatst dat niet alle aandelen gelijk reageren op een hogere inflatie. Bovendien is het maar de vraag of je als belegger zo bang moet zijn voor het feit dat centrale banken gaan verkrappen. Het Amerikaanse bedrijfsleven beschikt immers over een enorme hoeveelheid cash, net zoals de Amerikaanse huishoudens. Het voordeel van verkrappen is ook nog eens dat de lange rente oploopt en dat is mooi meegenomen als de Fed de korte rente gaat verhogen. Anders kunnen markten straks zo maar te maken krijgen met een te vlakke dan wel inverse rentecurve, waardoor het weer zo kan zijn dat er angst voor recessie ontstaat.
Wat echter maar al te vaak vergeten wordt is het feit dat de tienjaarsrente in de Verenigde Staten in januari 2012, precies tien jaar geleden, ook op 1,80 procent stond. De S&P 500 noteerde toen op een niveau van 1.300 punten, nu is dat zo’n 4.400 punten en we hebben vorig jaar iets van 69 hoogste punten ooit beleefd. Het relativeert de angst voor de stijgende rente enigszins. Die angst was er toen namelijk ook al.
Eigenlijk moet je er als belegger dus juist blij mee zijn dat centrale banken de stimuleringspakketten kunnen afbouwen omdat de economische groei robuust genoeg is en de werkloosheid laag genoeg. De markten moeten weer zonder zijwieltjes leren fietsen. Dat is even eng met dalende koersen ten gevolg, maar als beleggers zich realiseren dat ze die zijwieltjes helemaal niet nodig hebben kunnen de koersen weer stijgen.