voda schreef op 6 mei 2021 15:40:
Waarom biotechbedrijven de Europese beurs inruilen voor die op Wall Street
Mathijs Rotteveel 15:36
Waar Europese onderzoekers worden geprezen om de snelheid en de efficiëntie waarmee ze nieuwe geneesmiddelen ontwikkelen, is het vaak de Amerikaanse belegger die profiteert. Hoe komt dat?
Of Sijmen de Vries het vreemd vindt dat veel Europese biotechbedrijven hun heil zoeken in New York op de Nasdaq-beurs? 'Natuurlijk niet!' Zijn eigen Pharming heeft eind vorig jaar ook de sprong naar Wall Street gewaagd. 'Er heerst in Europa gewoon geen goed investeringsklimaat voor biotechbedrijven. Je hoort politici keer op keer zeggen dat we hier voorop willen lopen bij het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen. In de praktijk zie ik hier bar weinig van terug.'
Europese onderzoekers, onder wie ook Nederlanders, ontwikkelen telkens weer nieuwe geneesmiddelen. Toch zijn het vooral de Amerikaanse beleggers die hiervan profiteren. Dat komt door de versnipperde Europese markt voor de financiering van onderzoek, testen en het marktklaar maken van medicijnen. Alle betrokkenen die het FD voor dit artikel sprak zijn het erover eens: we discussiëren in Europa vooral over de te hoge kostprijs van medicijnen, en niet over de mogelijke winsten erop. Zo laten we ons door Amerikaanse investeerders de kaas van het brood eten. 'Een treurige constatering', aldus De Vries.
Eerste stap
De eerste stap op de Amerikaanse markt is vaak een notering op de Nasdaq-beurs in New York. Vanaf begin 2019 tot eind vorige maand gingen er volgens cijfers van databureau Dealogic 33 biotechbedrijven naar een Europese beurs. In dezelfde periode maakten er 185 hun beursdebuut in Noord-Amerika, de meeste op de Nasdaq.
Ook de grootste Nederlandse biotechbedrijven zijn daar ondertussen bijna allemaal naartoe gegaan. Na de beursintroductie van Lava Therapeutics, eind maart dit jaar, hebben zeven van oorsprong Nederlandse biotechbedrijven een beursnotering op de Amerikaanse Nasdaq. Dan hebben we het over: Galapagos, Pharming, Pharvaris, Merus, Proqr, Uniqure en dus ook Lava Therapeutics.
Van deze bedrijven hebben Galapagos en Pharming ook nog een notering op de beurs in Amsterdam. Samen met Vivoryon en Kiadis vertegenwoordigen ze daar de gehele biotechsector: vier bedrijven dus. En Kiadis wordt binnenkort hoogstwaarschijnlijk overgenomen door de Franse farmaceut Sanofi. Dan wordt de score Nasdaq-Euronext Amsterdam acht tegen drie.
Gevraagd naar de redenen voor deze bedrijven om hun heil te zoeken in de Verenigde Staten, valt vaak het woord 'ecosysteem'. Dan hebben we het niet over dieren en planten die in evenwicht met elkaar leven. 'Het draait om de investeerders die biotechbedrijven op waarde weten te schatten', zegt adviseur Daan van Cann van EY. 'Plus een grote afzetmarkt, een goede toezichthouder, analisten die deze bedrijven begrijpen en een beurs waarop veel in biotechaandelen wordt gehandeld.'
Voor het marktklaar maken van een nieuw medicijn is een investering van vaak honderden miljoenen nodig en jarenlang geduld. En dan nog lukt het maar tussen de 5% en 10% van de biotechbedrijven om ook echt een medicijn op de markt te brengen.
Lange weg
Dat de weg naar de markt lang is, weet ook het Nederlandse Pharming. Het maakt een geneesmiddel, leniolisib, voor de behandeling van APDS, een zeer zeldzame immuunziekte. Wereldwijd hebben maar zo'n 60.000 mensen deze aandoening Omdat er nog geen behandelingsmethode is voor de ziekte, heeft de Amerikaanse medicijnenwaakhond FDA haar de status van 'wees' gegeven.
Bedrijven die het lukt om medicijnen te ontwikkelen tegen zo'n 'weesziekte', krijgen van de FDA en de Europese geneesmiddelenautoriteit EMA allerlei privileges. De belangrijkste: verlenging van de patenttermijn, het recht om de markt te verdelen of markt-exclusiviteit voor een bepaalde periode na goedkeuring van het medicijn.
Van Cann: 'Ondanks de beperkte toepasbaarheid kan een weesmedicijn heel veel opleveren. Amerikaanse investeerders zijn vaak gespecialiseerd in biotech en weten dit. Europa kent minder grote investeerders die in beursgenoteerde biotechbedrijven beleggen. Daarom ontberen we een groot deel van deze kennis.'
Het voorbeeld van Pharming is exemplarisch voor de hele sector: het verdienmodel van biotechbedrijven is complex, de terugverdientijd lang en de risico's groot. Maar áls een medicijn een succes wordt, dan zijn de inkomsten navenant.
Geen overzicht
Volgens Alex Cogut, biotechanalist bij Kempen, zijn er in de Europese markt te weinig gespecialiseerde investeerders met goed overzicht over de hele sector. We hebben weliswaar grote institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, met diepe zakken, zegt hij. 'Maar omdat de markt hier versnipperd is, loont het voor deze grote spelers niet om een gespecialiseerd biotechteam op te bouwen. Dus kijken ze alleen naar lokale bedrijven. Zo investeren Zweedse institutionele beleggers in de Zweedse markt. En Belgische beleggers in de Belgische markt.'
Bovendien zijn de beursgangen die wél in Europa plaatsvinden volgens Cogut vaak te klein voor de grote, niet in biotech gespecialiseerde beleggers. 'Als je een miljard onder beheer hebt, dan ga je geen energie steken in het analyseren van een beursgang van nog geen €40 mln.'