EIB: Rijk kan tienduizenden banen in bouw redden met gericht stimuleringspakket
Bouwplaats van Dura Vermeer naast de Hefbrug in Rotterdam. Op dit moment wordt er in de bouw nog flink doorgewerkt, maar volgens het EIB moeten er snel maatregelen in gang worden gezet om dat zo te houden.
Bouwplaats van Dura Vermeer naast de Hefbrug in Rotterdam. Op dit moment wordt er in de bouw nog flink doorgewerkt, maar volgens het EIB moeten er snel maatregelen in gang worden gezet om dat zo te houden.Foto Bas Czerwinski
In het kort
In de bouw dreigen de komende twee jaar 40.000 banen verloren te gaan door vraaguitval door stikstof en corona.
Volgens het Economisch Instituut voor de Bouw kan dit banenverlies met 11.000 banen beperkt worden met drie relatief simpele en snelle maatregelen.
Bij een nog groter pakket blijft de werkgelegenheid zelfs nagenoeg op peil.
Het dreigende banenverlies in de bouw als gevolg van de coronacrisis is grotendeels af te wenden met een tiental gerichte overheidsingrepen. Dit stelt het Economisch Instituut voor de Bouw in een onderzoek dat is uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Belangrijk is dan wel dat er tijdig actie wordt ondernomen, want de crisis in de bouw is volgens het EIB nog niet met het blote oog te zien maar komt er vanaf dit najaar wel aan.
Alleen al met relatief simpele en goedkope maatregelen als het verstrekken van nieuwe startersleningen, een hogere grens van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) en het aanwijzen van een aantal nieuwe gebieden tot woningbouwlocatie, worden in 2021 11.000 meer voltijdsbanen in stand gehouden dan wanneer er niet wordt ingegrepen. Als er daarnaast nog een aantal maatregelen worden genomen, kunnen zelfs 28.000 banen behouden worden in de bouw en aanvullende sectoren.
'Bij vorige crises te weinig aandacht voor vraagondersteuning'
In de studie heeft het EIB gekeken naar een aantal maatregelen en het overheidsbeleid tijdens de vorige crises en wat het effect hiervan is geweest op de bouw. Volgens het instituut valt daarbij op dat er destijds vooral aandacht is geweest voor structurele hervormingen en amper voor vraagondersteuning. 'Vooral in de eurocrisis is dit sterk zichtbaar geweest en dit verklaart ook waarom de woningbouw zo zwaar is getroffen in deze periode, zowel ten opzichte van andere onderdelen van de bouw als ten opzichte van onze buurlanden.'
Eerder dit jaar voorspelde het EIB al dat de bouw weer hard geraakt wordt als er niets gebeurt. Door vraaguitval bij consumenten en opdrachtgevers — eerst door stikstof en nu door corona — valt de bouwproductie dit jaar en volgend jaar met circa 15% terug. Daarbij gaan 40.000 banen verloren. Na de crisis zijn die mensen juist weer nodig vanwege het structurele woningtekort.
'Het tijdelijk wegvallen van vraag is het kernprobleem in crisistijden en overheidsbeleid moet dit probleem adresseren om het verschil te kunnen maken', zo stelt het EIB.
Tijdens de crisis van 2009 was er nog wel wat aandacht voor vraagondersteuning. Toen werd er onder meer geld vrijgemaakt voor startersleningen, een verhoging van de NHG-grens en een verlaging van de btw-tarieven op onderhoud en renovatie. Ook kregen gemeenten geld om woningbouwprojecten vlot te trekken.
Per saldo hadden die ingrepen enig positief effect, maar ze kwamen volgens het EIB relatief laat, zoals in het geval van de startersleningen, de aanpassing van de NHG-grens en verlaging van btw-tarieven. Of de ingrepen waren te versnipperd, als het ging om het woningbouwgeld voor gemeenten. Dat resterende positieve effect werd vervolgens tenietgedaan doordat tegelijk de financieringsmogelijkheden voor starters werden ingeperkt, terwijl die in de ogen van het EIB het vliegwiel draaiend hadden kunnen houden.
Snel, effectief en relatief goedkoop
De startersleningen, de verhoging van de NHG-grens, versoepeling van het ruimtelijk beleid zijn effectieve maatregelen die goedkoop en snel uitgevoerd kunnen worden. Wil het Rijk meer banen behouden dan kan er volgens het EIB onder meer voor gekozen worden om opnieuw de btw te verlagen.
Verder zou een deel van het budget van €1 mrd voor woningbouwstimulering volgens de EIB anders ingezet kunnen worden. Bijvoorbeeld door een opkoopfonds op te zetten dat woningen koopt in projecten waar een deel van de vraag is weggevallen. Daardoor kan de bouw doorgaan en neemt het woningtekort niet verder toe tijdens de crisis. De tien door de EIB voorgestelde maatregelen kosten bij elkaar €1,7 mrd, maar dat verdient zich volgens de instelling grotendeels terug doordat ook €1 mrd minder aan uitkeringen uitgegeven hoeft te worden.