Waarom ode aan de bouw van Remkes nog niet voor gejuich zorgt
bouwbreed
Opinie | Waarom ode aan de bouw van Remkes nog niet voor gejuich zorgt
Johan Remkes en minister Carola Schouten: Foto: ANP/Sem van der Wal
Een onverwachte ode aan de bouw, een indirect excuus voor alle ellende die stikstof de bouwsector al bracht. Zo kunnen de woorden en het advies van de commissie Remkes aan het kabinet worden beschouwd. Het zorgde bijna voor gejuich. Bijna, want op mooie woorden kun je niet bouwen.
“Vergeet de bouw niet. Laat de sector niet het slachtoffer zijn van een probleem waar het nauwelijks invloed op heeft, maar investeer in deze locomotief van de Nederlandse economie. Kom snel met een grenswaarde en met een fatsoenlijk investeringsplan.” Vrij vertaald, luidt zo het advies van ‘oliemannetje’ Johan Remkes aan het kabinet.
De achilleshiel
De liberaal bracht onder woorden hoe de bouwsector ten onrechte slachtoffer is geworden van een probleem waar zij zelf nauwelijks invloed op heeft. Een probleem dat de gemiddelde bouwdirecteur, met toch al magere marges, niet kan verhelpen, terwijl hij stinkend zijn best doet om te overleven en door te bouwen. Zelfs ‘met gevaar voor eigen leven’, zelfs in tijden van corona. “Dat is de achilleshiel van de sector”, vatte de oud-staatssecretaris van Volkshuisvesting samen.
89153ee0cb531589889997-Eric-ellips-licht.jpg
Bepaal je koers op basis van de feiten.
Lees verder, bouw beter.
Eric Verweij, hoofdredacteur
De woorden van Johan Remkes waren ferm en ontroerend. Je zou ze zelfs kunnen beschouwen als een ode aan de bouw, de bouw als vergeten kindje, dat het kabinet al jaren geleden uit het oog verloor. De oud-minister van Binnenlandse Zaken kwam namelijk niet alleen op voor de bouw, hij haalde ook uit naar de regering, de boterzachte maatregelen en alle herstelmiljarden die vooral richting de landbouw lijken te gaan. En de bouw? Die krijgt een paar miljoen voor schoner materieel.
Net niet
In het kamp van Bouwend Nederland werd het advies van Remkes gewaardeerd en goed ontvangen. Nauwelijks een uur na de persconferentie in Nieuwspoort verklaarde directeur Fries Heinis dat hij er blij mee was. “Eindelijk erkenning, hier hoort bijna gejuich bij”, zei Heinis op de radio bij BNR Bouwmeesters.
Maar waarom dat bijna? Remkes gaf de voorzet, de regering hoeft alleen nog maar in te koppen. Het is niet de politieke werkelijkheid, weet Heinis. Daarom juicht hij nog net niet. De voormalige persoonlijke assistent van Remkes hoorde de afgelopen kabinetsperiode wel vaker mooie beloften.
Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken rept al sinds dag één over een plan waarmee de bouw nooit meer in en een recessie zal komen. De topvrouw van Rijkswaterstaat, Michèle Blom, belooft al zeker drie jaar betere contractvoorwaarden voor bouwers bij majeure infra-ingrepen. Tot slot roept zo’n beetje iedereen in en om Den Haag dat er stevig en ijverig aan een plan gewerkt wordt voor het naar voren halen van infrastructuurprojecten.
Drie keer bijna dus. Om niet te hoeven zeggen, drie keer net niets.
Waar blijven de daden?
Waarom blijven concrete oplossingen uit? Hoe is dat te rijmen met al die ogenschijnlijk betekenisvolle hartenkreten richting de bouw? Is het geld? Is het onvermogen? Of spelen de naderende verkiezingen een rol?
De vraag is waarschijnlijk met drie keer ja te beantwoorden. Bovenal lijkt de boerenlobby sterker dan die van de bouw, zoals de voorzitter van de Bouwagenda, Bernard Wientjes, zich vorige week al liet ontvallen in Cobouw.
Remkes legt vinger op de zere plek
Remkes legt vinger op de zere plek
Investeer in de bouw
En vergeet ook niet dat drie van de vier regeringspartijen een grote boerenachterban hebben. Ruziemaken met boeren kan de VVD, de ChristenUnie en het CDA in verkiezingstijd zomaar cruciale stemmen kosten. Nee, dan hebben Maxime Verhagen en Fries Heinis van Bouwend Nederland het een stuk lastiger. Waar boeren al hun pijlen kunnen richten op één minister van Landbouw, moet de bouw bij zeker vier ministers op de koffie om iets gedaan te krijgen.
Bouwagenda
Niet een van die politieke kopstukken heeft bovendien een uitgesproken bouwagenda. De één doet klimaat en economie, de ander is vooral druk met gemeenten, de derde komt op voor de automobilist en de treinreiziger en de vierde is er grotendeels voor de landbouw.
Het is moedig dat Remkes een lans breekt voor de bouw. Of het effect heeft moet nog blijken. Je kunt de bouw wel een locomotief van de Nederlandse economie noemen. Als de locomotief stilstaat, heb je er weinig aan.