'Dure eisen architect'
Hans Ruijssenaars vindt verbouwing 'pijnlijk' en 'onverteerbaar'
Rond de verbouwing van het Apeldoorns stadhuis woedt een conflict tussen architect Hans Ruijssenaars en de gemeente Apeldoorn. Dat is geëscaleerd doordat de kosten van het miljoenenproject uit de hand dreigen te lopen.
Uit de krant van vandaag
Architect Hans Ruijssenaars is op deze archieffoto te zien met rechts een eerste stadhuismaquette uit 1987, en links de maquette uit 1989 die laat zien hoe het gebouw uiteindelijk werd. ©cees baars
,,We kennen deze kritiek, maar herkennen ons er niet in'', zegt woordvoerder Nanne Dorren namens de gemeente en aannemer BAM. Ruijssenaars is ,,vanaf het allereerste moment vanzelfsprekend intensief betrokken'' bij de renovatie en herinrichting van het stadhuis. ,,We waarderen die inbreng ook en hebben veel van zijn wensen uitgevoerd. Hij is het alleen niet eens met alle besluiten van ons.''
Volgens de gemeente houdt Ruijssenaars vast aan eisen waarvan al vroeg is aangegeven dat die het budget zouden overschrijden. Ook is er volgens Dorren sprake van verschillende interpretaties van tekeningen.
,,Een verschil van mening is bijna onvermijdelijk in een zo langdurige en intensieve werkrelatie als deze'', menen burgemeester en wethouders. Zij zien dat niet als een geschil en volgens hen is er dus ook geen schuldvraag. ,,We hebben zijn adviezen in veel gevallen overgenomen, maar in een aantal gevallen om goede redenen niet, vanuit onze verantwoordelijkheid als eigenaar en gebruiker van het pand. We hebben heel veel gesprekken gevoerd en hier al veel tijd en energie in gestoken. Het goed afronden van de laatste bouwfase en de verhuizing hebben nu voor ons de hoogste prioriteit.''
Ruijssenaars stelt dat die kostenoverschrijding ten onrechte in zijn schoenen wordt geschoven, vindt dat het gebouw op sommige punten verkeerd wordt aangepast en voelt zich buitenspel gezet. In het ultieme geval leidt dat tot een rechtszaak. De gemeente meent dat er sprake is van een 'verschil van mening' wat niet vreemd is bij een groot project.
De gemeente laat het stadhuis uit 1992 grondig vernieuwen omdat het niet meer voldoet aan eisen en inzichten van deze tijd, zowel wat betreft kantoorruimtes als duurzaamheid. Ruijssenaars is als architect van het markante gebouw jaren geleden al betrokken bij de voorbereiding van deze renovatie. Dat is logisch en juridisch gezien haast onontkoombaar, omdat er sprake is van auteursrecht.
Slapeloos
Geleidelijk is Ruijssenaars echter aan de zijlijn komen te staan, constateert hij zelf. Aannemer BAM en de gemeente hebben onder meer afspraken gemaakt over ventilatiekanalen en de zichtbaarheid van leidingen aan het plafond. ,,We zijn daar zorgvuldig buiten gehouden.''
De keuze van een tapijt dat in de Burgerzaal (de centrale hal) moet komen te liggen, gaat in tegen een uitdrukkelijk advies van het architectenkantoor. ,,Ik heb er slapeloze nachten van'', zegt Ruijssenaars. Juist die Burgerzaal is het pronkstuk van het stadhuis; het is zowel architectonisch als symbolisch (want het is dé plek van 'de burger') cruciaal.
Daar komt bij dat de verbouwing duurder dreigt uit te vallen dan de begrote ruim 27 miljoen euro. Het bericht dat burgemeester en wethouders daar in april over naar buiten brachten, heeft Ruijssenaars woest gemaakt. Hij zou met aanvullende eisen zijn gekomen die de kosten verhogen. De architect ontkent dat stellig, zowel in brieven aan het gemeentebestuur als in een gesprek met deze krant. Hij zegt juist tijdens de voorbereiding mogelijke besparingen ter waarde van enkele miljoenen te hebben aangedragen. Die zouden door andere ingrepen volledig zijn verdampt. De wijzigingen die BAM en gemeente zijn overeengekomen, zouden vooral voor die aannemer financieel gunstig uitpakken. Ruijssenaars spreekt van 'prijsopdrijving'.
Grievend
In brieven aan de gemeente schrijft Ruijssenaars onder meer 'zeer ontstemd' te zijn over de suggestie dat hij medeverantwoordelijk is voor de dreigende kostenoverschrijding. ,,Mijn goede naam staat hierbij op het spel.'' En dat is 'grievend'.
Gevraagd naar het conflict houdt de architect het beleefd. Ruijssenaars benadrukt dat de gemeente voor hem ook 'een goede opdrachtgever' is geweest. En hij ziet dat zowel gemeente als aannemer onder druk staat; fouten zijn daardoor verklaarbaar, redeneert hij. Maar de uitkomst is 'echt heel verdrietig'.
In de bewuste correspondentie nemen de ergernis en boosheid leesbaar toe. 'Op deze manier doorgaan is te pijnlijk voor het gebouw en voor ons', staat in de brieven. Het niveau is gedaald tot 'die van een verbouwing van de dependance van een noodschooltje.' Alles bij elkaar is de gang van zaken 'onaanvaardbaar' en 'onverteerbaar': een 'onzalig bouwproces'.
Inmiddels is de kwestie zo hoog opgelopen dat Ruijssenaars tijden niet meer zelf in het gebouw is geweest. ,,Het was te pijnlijk.'' Alleen een medewerker van zijn kantoor neemt soms poolshoogte en maakt foto's. Vorige week is de geestelijk vader bij uitzondering zelf gaan kijken. ,,Ik ben me wezenloos geschrokken.''
Auteursrecht
De vraag is nu hoe hier uit te komen. Er geldt een vorm van auteursrecht bij gebouwen, maar die geeft een architect geen vetorecht. Als de eigenaar en de architect er niet uitkomen, moet in het uiterste geval een rechter bepalen welk belang het zwaarst weegt.
Ruijssenaars sleepte enkele jaren geleden de Staat voor de rechter in een conflict rond de renovatie van het voormalige pand van het ministerie van Economische Zaken. De rechtbank oordeelde toen dat Ruijssenaars te laat in verzet was gekomen. De architect beraadt zich nu over het vervolg in de Apeldoornse kwestie.