ENERGIE
Waterstof doet beleggers watertanden
De verkiezing van Joe Biden en de European Green Deal hebben de aandelen in waterstoftechnologie de stratosfeer in geschoten. De vrees voor een zeepbel begint te groeien.
Ruben Mooijman
Donderdag 21 januari 2021 om 3.25 uur
Het Refhyne-project in Wesseling bij Keulen. Hier wordt straks waterstof geproduceerd voor Shell. refhyne" href="https://static.standaard.be/Assets/Images_Upload/2021/01/21/c96713a4-5b3d-11eb-907f-0d6002ff541a.jpg?width=1152&format=jpg" target="_blank" style="box-sizing: inherit; background-color: transparent; color: rgb(154, 103, 12); text-decoration: none; border: none; outline: none; display: block; touch-action: manipulation;">
Het Refhyne-project in Wesseling bij Keulen. Hier wordt straks waterstof geproduceerd voor Shell. refhyne
Bellen blazen met waterstof is onmogelijk. Tenminste, in scheikundige zin. Beleggers denken daar anders over. De koersen van bedrijven die zich toeleggen op innovatieve waterstoftechnologie bereiken stratosferische hoogten. Dankzij de European Green Deal en het Clean Energy Plan van de Amerikaanse president Joe Biden kunnen miljarden aan subsidie naar de waterstofsector vloeien. Dat geeft de aandelen van waterstofbedrijven vleugels.
Maar de twijfel over de houdbaarheid van de koersen neemt toe. Simon Webber, portfoliomanager bij vermogensbeheerder Schroders: ‘Bijna elk aandeel dat iets met waterstof te maken had, deed het in 2020 goed. De vraag is waar al die opwinding vandaan komt en of zich een zeepbel aan het vormen is.’
Wie een blik op de cijfers werpt, begrijpt de vraag. Het Amerikaanse PlugPower, dat onder meer brandstofcellen maakt voor waterstofauto’s, kostte een jaar geleden ongeveer 4 dollar. Nu gaat het voor 62 dollar over de toonbank. In twaalf maanden tijd ging de waarde maal vijftien, deze maand alleen al verdubbelde het aandeel bijna. Het Franse McPhy kostte een jaar geleden 3,92 euro, nu moet er 36,70 euro voor betaald worden. Dat laatste bedrijf maakt apparatuur voor elektrolyse, het procedé waarmee schone waterstof wordt gemaakt. Zijn Britse sectorgenoot ITM Power ging in een jaar van 121 naar 666 pond. Het zijn maar drie voorbeelden van aandelen waarvan de waarde vermenigvuldigde. Elk van die bedrijven is zwaar verlieslatend, maar dat is voor veel beleggers geen bezwaar. Ze gokken erop dat de ondernemingen dankzij de opkomst van de groene waterstofsector een mooie toekomst tegemoet gaan.
Vraag maal acht
Al is niet iedereen even overtuigd. ‘Is ITM een bubbel? Wat is nu wat waterstof betreft geen bubbel?’, vroeg een vertwijfelde belegger zich deze week af op het waterstofforum van Beursduivel.be. ‘De sector heeft momenteel de wind in de zeilen’, schrijft Vincent Compiègne van vermogensbeheerder Candriam in een rapport. ‘De technologische vooruitgang en de dalende kosten voor hernieuwbare energie hebben waterstof op de kaart gezet als een aantrekkelijke langetermijnkans voor beleggers.’
Appetijt van beleggers heeft veel te maken met grootse plannen die Europese Commissie heeft geformuleerd
Waterstof wordt gezien als een booming business omdat het een belangrijke rol wordt toegedicht in de energietransitie. Simon Webber citeert cijfers van de Hydrogen Council. Deze lobbygroep van grote bedrijven verwacht dat de vraag naar waterstof voor energietoepassingen tussen nu en 2050 met factor acht zal toenemen. ‘Het potentieel is dus groot’, concludeert Webber.
De beleggingsappetijt heeft veel te maken met de grootse plannen die de Europese Commissie heeft geformuleerd. In juli nam Europa zich voor om tegen 2030 maar liefst 40 gigawatt aan elektrolysecapaciteit gerealiseerd te hebben. Dat zou 24 tot 42 miljard euro aan investeringen vergen, stipt Webber aan. Vorig jaar werd er volgens hem voor 250 miljoen euro aan elektrolyseapparatuur verkocht. De markt voor bouwers van elektrolyseinstallaties ziet er dus rooskleurig uit. ‘Het interessante is dat er maar een handvol toonaangevende bedrijven op deze markt is. Er kunnen zich nieuwe spelers aandienen, maar de technologie is niet eenvoudig en er vormen zich snel allianties met energiebedrijven’, meent Webber.
Een installatie die ITM Power aan het bouwen is, kan als een voorproefje van de investeringstsunami gezien worden. Het project, Refhyne genaamd, wordt gebouwd in het Duitse Wesseling. De waterstof is bestemd voor de Shell-raffinaderij in die plaats. De kosten bedragen 20 miljoen euro en worden gedragen door de Fuel cells and hydrogen joint undertaking, een samenwerkingsverband tussen de Europese Commissie en de industrie. Ook in België staan verschillende projecten voor elektrolyse-installaties gepland (DS 13 januari).
In ons land zou Agfa een graantje kunnen meepikken. Het bedrijf uit Mortsel zet zwaar in op Zirfon. Dat is de merknaam van membranen die gebruikt worden bij alkaline elektrolyse. ‘Dat is nu nog een heel klein deel van onze activiteit, maar we gaan uit van een enorme groei’, zegt woordvoerster Viviane Dictus.
Meer info:
Verschenen op donderdag 21 januari 2021