'Europa voelt de pijn van de handelsoorlog tussen China en de VS'
De handelscijfers in Azië lijken al wat te stabiliseren. Maar Europa krijgt de wind vol van voren. Volgens ABN Amro's chief economist heeft exportafhankelijk Europa veel last van de handelsoorlog van de VS en China.
Een recessie kan hopelijk uitblijven, denkt ABN Amro maar Europa heeft het zwaar.
Han de Jong, chief economist bij ABN Amro had verwacht dat president Trump zich terughoudend zou opstellen tegenover China. Dat om extra onzekerheid in wereldeconomie te voorkomen op het moment dat de industrie in veel landen al in een recessie is beland.
Maar Trump verhoogde juist de druk op China. En de reactie van China duidt erop dat het niet gaat zwichten voor de VS. De Chinese regering liet zijn munt, de yuan, door de grens van 7 tegenover de dollar zakken. China kondigde bovendien aan minder landbouwproducten uit de VS te importeren. Terwijl Trump juist had aangedrongen op méér import door China.
De Amerikaanse tegenreactie bleef niet uit: de VS beschuldigde China direct van valutamanipulatie. Er is nu een patstelling, volgens De Jong. Geen van beide partijen wil gezichtsverlies lijden.
Onzekerheid raakt ondernemingsklimaat
De schade die het handelsconflict aan de wereldeconomie toebrengt, ontstaat vooral door de onzekerheid die het creëert en het effect hiervan op het ondernemingsklimaat. Elke nieuwe ronde van maatregelen schrikt bedrijven echter af. De afwachtende houding van bedrijven houdt aan.
ABN Amro verwacht nog meer schermutselingen tussen China en de VS en heeft nu de groeiprognoses voor 2020 voor de VS en de eurozone verlaagd. Een groeiprognoseverlaging terwijl ABN Amro al onder de consensusprognoses zat.
Europa voelt de pijn
De industriesector in de eurozone staat er slecht voor, vooral in Duitsland. Door de dominantie van de autoproductie en de machinebouw is de Duitse industriesector gevoelig voor de wereldwijde vertraging van de investeringsuitgaven en autoaankopen. Daarnaast kampt de auto-industrie met de specifieke problemen van het dieselschandaal.
De industriële productiecijfers in Duitsland van juni waren de slechtste cijfers sinds 2009. Daarmee zijn ze dus slechter dan tijdens de tweede dip van de recessie rond 2012. De Duitse fabrieksorders vertonen een iets een positiever beeld. Ze stegen in juni met 2,5% maand op maand en verbeterden op jaarbasis van een verontrustende -8,4 naar -3,7 procent.
Maar de verbetering van de orders voor Duitsland kende geen breed draagvlak, stelt De Jong en de verbetering is vermoedelijk terug te voeren op een klein aantal grote posten.
De Franse industriële productie is minder gevoelig voor het wel en wee van de wereldhandel, maar ook hier stelden de cijfers voor juni teleur: de productie van de verwerkende industrie daalde met 2,2 procent maand op maand en 0,6 procent jaar op jaar, een forse terugval ten opzichte van de stijging van 3,3 procent in mei.
De Nederlandse industriesector is sterk gekoppeld aan de Duitse. In Nederland kromp de productie van de verwerkende industrie in juni met 0,8 procent maand op maand 2,2 procent jaar op jaar. Het Bureau voor de Statistiek publiceert ook een cijferreeks voor de industriële omzet. Het cijfer voor juni was het slechtste cijfer op jaarbasis sinds 2009. Data uit Duitsland, Frankrijk en Nederland illustreren de klappen van de handelsoorlog voor exporterend Europa.
Recessie onwaarschijnlijk
De handelscijfers gaan zelfs over de periode vóór de nieuwste escalatie in de handelsoorlog. Het is dus volgens De Jong afwachten hoe het verder gaat. ABN Amro heeft de groeiprognose voor de wereldeconomie met enkele tienden van een procentpunt verlaagd.
Een recessie met een forse krimp van de productie en een sterke toename van de werkloosheid acht ABN Amro in de belangrijkste economieën echter niet waarschijnlijk tot het einde van onze prognoseperiode die tot eind 2020 loopt.
ABN Amro ziet de situatie in Azië iets stabiliseren. De Chinese invoer in dollars was in juli 5,6 procent, jaar op jaar. Dat was al beter dan de daling van 7,4 procent jaar op jaar in juni. Het cijfer voor juli zorgde voor opluchting, want economen gingen uit van een grotere daling op jaarbasis. Er zijn wel twee voorbehouden. Het invoercijfer kan sterk schommelen. het cijfer gaat bovendien over de periode vóór de nieuwste escalatie in de handelsoorlog.